Middeleeuwse literatuur: Arthurromans of Keltische romans
De Keltische of Arthurromans zijn gebaseerd op het leven van koning Arthur. Over zijn leven is vrij weinig bekend. Hij was waarschijnlijk een Britse legeraanvoerder uit de vijfde eeuw, en een onechte zoon van koning Uther Pendragon. De romans kenmerken zich door een sprookjesachtige sfeer, met sprookjesachtige wezens als draken, tovenarij en allerlei wonderbaarlijke gebeurtenissen. Centraal staat de zoektocht naar de Heilige Graal of naar de ideale vrouw. In De jeeste van Walewein en het vliegende schaakbord gaat Walewein, in opdracht van koning Arthur, op zoek naar een vliegend schaakbord. Hij vindt het schaakbord en wordt verliefd op Ysabelle.
Waarom men aan het hof Arthurromans liet optekenen
Na de slag bij Hastings in 1066, waar Willem de Veroveraar de Angelsaksen had verslagen, ontstond in Europa het Anglo-normandische rijk. Het zwaartepunt van dat rijk lag nog lange tijd in de westelijke delen van Frankrijk. Bovendien was Willem de Veroveraar een voormalig vazal van de Franse koning. Er was dus sprake van concurrentie tussen het Anglo-normandische rijk en Frankrijk. De nieuwe Anglo-normandische vorsten gingen op zoek naar een vorst uit het verleden die hun troon historisch gezag en aanzien zou verlenen (de Fransen hadden Karel de Grote).
Over het leven van koning Arthur
Over koning Arthur is veel minder bekend dan over Karel de Grote. Hij was geen koning. Wellicht was hij Astorius, een Britse veldheer uit de vijfde eeuw. Hij was een onechte zoon van koning Uther Pendragon. Arthur bewees, volgens de legende, zijn koninklijke afstamming door het zwaard Excalibur uit een rots te trekken. Hij haalde een aantal overwinningen op de Groot-Brittannië binnendringende Angelsaksen, totdat hij, door verraad, om het leven kwam. Na zijn dood ging hij in sagen en legenden van de onderdrukte Kelten het leven leiden van een held. In de twaalfde eeuw waren er in Groot-Brittannië veel volksverhalen over koning Arthur in omloop. Bovendien werd hij genoemd in een Latijnse kroniek uit 1125, die niet lang daarna vertaald werd in het Frans. In die kroniek wordt de Ronde Tafel voor het eerst genoemd. Die zou door koningin Guinevere zijn geschonken, bij haar huwelijk met koning Arthur.
Ronde Tafel met ridders en Graal /
Bron: Sigune, Wikimedia Commons (Publiek domein)De Ridders van de Ronde Tafel
Arthur richtte, na vrede te hebben gesticht in heel Engeland, de Ronde Tafel op. Zo was hij verlost van onderlinge twisten over wie de belangrijkste ridder was, want iedereen zat nu op eenzelfde soort plaats. Alleen Arthur zat op een verhoginkje. De Ridders van de Ronde Tafel moesten de vrede handhaven, rechtvaardigheid brengen en dappere daden verrichten. De ridders verlieten niet alleen hun burcht om allerlei avonturen te beleven en opdrachten uit te voeren, maar ook om de Graal te zoeken. De Graal was oorspronkelijk een heidens tovervat, dat zieken genas. Na de komst van Christus werd het de schotel van Christus' laatste Avondmaal, of het heilige vat waarin het bloed van de gekruisigde Christus werd opgevangen.
Kenmerken van de Arthurromans
De Arthurromans hebben een wonderlijke, sprookjesachtige sfeer, met reuzen, dwergen, draken, allerlei wonderbaarlijke tovenarij en grillige gebeurtenissen. De ridders in deze romans moeten niet alleen over moed en kracht beschikken. Sluwheid en list spelen een veel grotere rol dan in de Karelromans. Het thema van de Arthurromans is niet in de eerste plaats de strijd, zoals in de Karelromans, maar de queeste (speurtocht) naar de ideale vrouw of naar de Heilige Graal.
De wereld van de Arthurromans wordt gekenmerkt door harmonie, gelijkheid en verfijnde omgangsvormen. Ook hebben de ridders hoofse manieren. Ze nemen zelfbeheersing en vaste regels in acht. Aan het hof van koning Arthur nemen de ridders deel aan adembenemende jachtpartijen en onderhoudende hoofse gesprekken. Zo onderscheidt men zich van de ruwe buitenwereld. Vrouwen spelen in Arthurromans een grote rol. In hun dienst worden door de ridders grootse heldendaden verricht. Omdat de ridders in de Arthurromans galant en welgemanierd zijn worden de Arthurromans ook wel hoofse romans genoemd.
De verspreiding van de Arthurromans
De Keltische of Arthurromans waren heel populair in Europa. Een hele reeks romans werd eerst vertaald in het Frans. Daarbij ondergingen de romans allerlei nieuwe invloeden. Waarschijnlijk is de hoofsheid in de romans voor een groot deel afkomstig van Zuid-Franse troubadours. De beroemdste bewerker was Chrétien de Troyes (circa 1135-1190), die onder ander
Lancelot en een onvoltooide
Perceval schreef.
Vanuit Frankrijk verspreidden romans als
Perceval en
Tristan en Isolde zich in West-Europa, zodat iedereen kon meeleven met de spannende avonturen van onder andere Lanceloet, Ferguut en Walewein. Ook in het Middelnederlands verschenen er
diverse bewerkingen en navolgingen.
De jeeste van Walewein en het vliegende schaakbord
De ridderroman
De jeeste van Walewein en het schaakbord is een oorspronkelijke Nederlandse Arthurroman. Het verhaal begint als koning Arthur in zijn hof iets wonderbaarlijks meemaakt. Een kostbaar schaakbord komt het paleis van de koning binnenvliegen en verdwijnt na enige tijd. Walewein neemt de taak op zich om het verdwenen schaakbord op te sporen. Hij volgt het schaakbord als hij het in een berg ziet verdwijnen. Er volgt een gevecht met draken, waarbij hij vier jonge draken en de moederdraak doodt. Hij vervolgt zijn weg met zijn trouwe paard Gringolette. Hij bereikt het paleis van koning Wonder, die het schaakbord in zijn bezit heeft.
Om het schaakbord te bemachtigen moet hij een tegenprestatie verrichten. Koning Wonder vraagt hem het zwaard-met-de-twee-ringen in bezit te krijgen, dat in het bezit is van koning Amoraen. Walewein gaat naar zijn kasteel. Daar aangekomen blijkt dat hij het zwaard-met-de-twee-ringen slechts kan bemachtigen door een nieuwe tegenprestatie. Koning Amoraen vraagt hem om de schone Indische prinses Ysabelle, op wie hij verliefd is, voor hem te halen.
Na veel avonturen komt Walewein aan bij de burcht van Assentyn, de vader van Ysabelle. Bij een poging om de burcht binnen te dringen wordt Walewein gevangengenomen. Ysabelle, die hem wil helpen, wordt ook opgesloten. Ze weten beiden te ontsnappen. Walewein wordt verliefd op Ysabelle, en verkeert nu in tweestrijd. Moet hij Ysabel volgen, of moet hij zijn belofte aan koning Arthur nakomen? De schrijver van de ridderroman redt Walewein uit deze tweestrijd, door koning Amoraen te laten sterven. Met Ysabelle en het zwaard gaat Walewein op weg naar koning Wonder, waar hij het zwaard ruilt tegen het schaakbord. Uiteindelijk bereiken Walewein en Ysabelle het hof van koning Arthur.
Van deze roman weten we ook de naam van de schrijvers. Penninc liet het werk na zijn dood onvoltooid achter. Vostaert voltooide de roman.
Louis Couperus bewerkte dit avontuur van Walewein in zijn roman
Het zwevende schaakbord (1922).
Lees verder