Schrijvers 20e eeuw: Hugo Claus (1929-2008)
De veelzijdige auteur Hugo Claus schreef gedichten, verhalen, toneelstukken en romans. In zijn romans schetste hij vaak een beeld van een bepaald milieu. Het is doorgaans een negatief beeld. In de katholieke wereld uit zijn jeugd werden seksuele gevoelens onderdrukt. De Vlamingen vonden collaboratie met de Duitse bezetter vaak vanzelfsprekend. Een Vlaams dorpje was een wereld vol schijnheiligheid, roddels en intriges. Ook over de Nederlandse kunstenaarskolonie in Parijs, waar hij zelf enige tijd had verbleven, schreef hij een satirische roman. Niet zelden loopt het met de hoofdpersoon in zijn romans slecht af.
Het leven van Hugo Claus
Hugo Claus, in 1929 geboren in Brugge, verbleef tot zijn elfde jaar op een kloosterschool in Aelbeke. In de Tweede Wereldoorlog volgde hij enkele jaren gymnasiaal onderwijs. Na de oorlog vertrok hij naar Parijs, waar hij kennismaakte met de jonge Nederlandse dichters Remco Campert, Simon Vinkenoog en Hans Andreus.
Claus ontwikkelde zich al snel tot de meest veelzijdige figuur uit de moderne Nederlandse letterkunde. Hij nam als schilder deel aan de Cobra-beweging, was werkzaam als toneel- en filmregisseur en hij schreef gedichten, verhalen, romans en toneelstukken.
In 1971 verhuisde Claus naar Amsterdam. Zijn verhouding met de filmactrice Sylvia Kristel werd in de roddelpers breed uitgemeten. Ze schonk hem een zoon, Arthur. Na de breuk met Sylvia vestigde Hugo Claus zich weer in Vlaanderen.
Een vaak bekroond auteur
Het werk van Claus werd vaak bekroond. Hij ontving viermaal de Belgische Staatsprijs voor toneel en éénmaal de Belgische Staatsprijs voor poëzie. Zijn hele oeuvre werd bekroond met de Cultuurprijs van de stad Gent en met de Constantijn Huygensprijs. Zijn roman
Het verdriet van België werd in 1984 bekroond met de Belgische Staatsprijs voor verhalend proza. In 1986 ontving hij de Grote Prijs der Nederlandse Letteren.
Thematiek
In het werk van Claus zijn, tegen de achtergrond van een verburgerlijkte, corrupte maatschappij, de heimwee naar het ongerepte van het kind zijn en naar de zuivere liefde twee vaak voorkomende thema's. Met die thema's hangt samen het motief van de eenzaamheid van de mens.
In de verhouding zoon-vader en zoon-moeder is herhaaldelijk het Oedipuscomplex te herkennen: de zoon is jaloers op of haat zijn vader en hij heeft liefde voor zijn moeder.
De romans van Hugo Claus
De Metsiers
In 1950 debuteerde Claus als romanschrijver met de roman
De Metsiers. Hij trok er de aandacht mee, maar hij schokte ook veel bezorgde ouders. Die waren van mening dat de roman 'onder voorbehoud' alleen geschikt was voor volwassenen. De verontruste ouders moesten wel toegeven dat in het boek het drama van een Vlaamse boerenfamilie wel met grote levensechtheid werd beschreven.
In de roman
De Metsiers wordt in 25 korte hoofdstukken, telkens met een andere ik-persoon, het verhaal verteld van een zo veel mogelijk van de buitenwereld afgeschermde Vlaamse boerenfamilie. Verteld wordt over de moeder die een liefdesavontuur heeft met de knecht Mon Verkindere. De uit dit avontuur geboren zwakzinnige zoon, inmiddels negentien jaar, is verliefd op zijn zus Ana. Zijn zus wordt zwanger van een jongen uit haar dorp. Ze laat zich aborteren. Dan heeft ze een relatie met een Amerikaanse soldaat, die op de boerderij wordt ingekwartierd. Bennie, de zwakzinnige broer, ervaart zijn aanwezigheid als een bedreiging. Het komt tenslotte tot een dramatische schietpartij.
Omtrent Deedee
De roman
Omtrent Deedee lijkt verhaaltechnisch op de roman
De Metsiers, want het verhaal wordt in deze roman door zes personen in de hij-vorm verteld. Er is dus ook sprake van wisseling van perspectief. Claus schetst ook in deze roman een bepaald milieu, namelijk het traditionele burgerlijke, katholieke milieu dat hij in zijn jeugd zo goed had leren kennen. De roman, waarin tijdens een familiebijeenkomst allerlei onderdrukte gevoelens, vooral seksuele, naar buiten komen, wordt daarom wel gezien als een afrekening met de wereld van zijn jeugd.
Op de sterfdag van hun moeder komt de familie Heylen bijeen in de pastorie van pastoor Deedee. Het is een familie met een benepen moraal. Het zedenbederf heeft zich echter ook in hun midden gevestigd. Aanwezig zijn de homoseksuele Claude en de 'hete' Tilly. In de loop van de avond worden in dronkenschap bijna alle kleren uitgetrokken. Claude vraagt Deedee of hij wel eens naar zijn eigen lichaam heeft gekeken. Deedee maakt snel een einde aan het gesprek. Claude, die zich uitgesloten voelt door Deedee en door de maatschappij, hangt zich de volgende morgen op.
Hoofdmotief in deze roman is de gewelddadige macht van het christendom die de seksuele drift opzettelijk heeft onderdrukt. Tegenover elkaar staan het anti-seksuele door gedomineerde katholicisme en de hedendaagse jeugd die vrij wil leven.
De verwondering
De roman
De verwondering heeft een sociaal-politiek thema. Verteld wordt over de schokkende ervaring van een leraar als hij toevallig getuige is van een herdenkingsbijeenkomst voor een Vlaamse SS-officier.
Op een gemaskerd bal in Oostende ontmoet de hoofdpersoon, de leraar Victor Denijs de Rijckel, de geheimzinnige Sandra Hermedan. Op een kasteel van haar familie in Almout, dat hij samen met een van zijn leerlingen bezoekt, komen gasten die met weemoed denken aan de tijd van de Duitse bezetting. Hun idool is de Vlaamse SS-officier Crabbe. De in verwarring gebrachte leraar vereenzelvigt zich met Crabbe. Geschokt door die ervaring slaat hij op de vlucht. Hij wordt opgenomen in een rusthuis.
Het verdriet van België
De 744 bladzijden tellende roman
Het verdriet van België is ongetwijfeld een meesterwerk. Het is een familieroman over een Vlaamse familie uit de middenklasse voor en tijdens de oorlogsjaren. Bovendien is het een ontwikkelingsroman, omdat de psychologische rijping van een jongen tussen zijn elfde en negentiende jaar wordt beschreven. De beschrijving van het Vlaamse volksleven en van de collaboratie met de Duitsers maakt dat het ook een sociale roman is.
Het eerste deel van de roman heet 'Het verdriet'. De hoofdpersoon, de in het begin van de roman elfjarige Louis Seynaeve, verblijft in de zomer van 1939 in een internaat in Haarbeke. Hij is daar lid van een geheime club van vier - later vijf - jongens. Ze bezitten samen zeven verboden boeken. Ook ontplooien ze andere activiteiten, die volgens de strenge reglementen van het internaat niet zijn toegestaan. Na een dramatisch voorval in de vriendenkring wordt Louis van het internaat genomen.
Het tweede deel van de roman heet 'Van België'. Omdat er oorlog komt heeft de moeder haar zoontje van het internaat genomen. Beschreven wordt de periode tot 1947, een periode van dreiging, oorlog en onderdrukking. Uit het boek blijkt dat voor veel Vlamingen, die de Duitsers vaak bewonderden om hun doorzettingsvermogen en om hun 'heilig vuur', de bereidheid tot collaboratie met de Duitsers vanzelfsprekend was.
De moeder van Louis, Constance, werkt voor de Duitsers. Zijn vader Lars is een drukker. Hij wordt door Franssprekende Vlamingen gewantrouwd. Louis is korte tijd lid van de Nationaal Socialistische Jeugd Vlaanderen. Het lezen van boeken leidt tot zijn toenemende kritiek op de nazi's. Bovendien brengt het lezen hem in contact met een met erotiek beladen wereld. Zijn erotische fantasieën vinden na de oorlog een uitweg in zijn schrijverschap. Zijn verhaal
Het verdriet wordt opgenomen in een tijdschrift.
Een zachte vernieling
In 1988 verscheen de autobiografisch getinte roman
Een zachte vernieling. Het is een satirische roman over de Nederlandse kunstenaarskolonie in Parijs omstreeks 1950. Ook is het een verslag van een tragische liefdesgeschiedenis.
Belladonna
De in 1994 verschenen roman is ook satirisch, soms zelfs hilarisch. De schrijver neemt de politici, de filmindustrie, de televisie, het literaire prijzencircus, kortom de hele Vlaamse culturele wereld, op de hak.
het verhaal gaat over het in elkaar flansen van een film over het leven van de schilder Brueghel. Het boek bestaat uit honderd korte hoofdstukjes. De schrijver wisselt steeds van perspectief. Bovendien gebruikt hij zeer verschillende stijlen (dialogen, brieven, parodieën).
De geruchten
In 1996 verscheen
De geruchten, een sociale roman die bekroond werd met de Librisprijs. De roman is een felle en vermakelijke aanval van Claus op het leven in een Vlaams dorpje in de jaren zestig van de vorige eeuw. In de gesloten gemeenschap was sprake van roddels, intriges en schijnheiligheid.
Hoofdpersoon is een Belgische huurling. Na zijn Afrikaanse avonturen keert hij terug naar zijn geboorteplaats. Daar wordt hij de zondebok voor allerlei rampen die het dorp treffen.
Lees verder