WO II: Duitse inval in Nederland over land
Op 10 mei 1940 was het zo ver, de Duitsers staken de grens over. Tenminste, dat probeerden zij op meerdere punten te doen met behulp van pantsertreinen. In het zuiden, bij de Maas, waren de gevechten gelijk het zwaarste. Want ondanks dat bijna alle Maasbruggen werden opgeblazen, reed één pantsertrein ongehinderd het Nederlandse achterland binnen. Hevige gevechten volgden. Men trok door richting de Moerdijkbrug en noordelijker richting de Grebbelinie. Hoe verliep de tocht van de Duitsers tijdens deze eerste dagen van de oorlog op de grond? En hoe was de Nederlandse weerstand op de verdedigingslinies?
Aanvalsplan Fall Gelb, mei 1940 /
Bron: Publiek domein, Wikimedia Commons (PD)Mei 1940: de inval van nazi-Duitsland
Aanval: de Duitsers
Het Duitse plan Nederland in te vallen viel onder operatie Fall-Gelb. In deze operatie werden in een beweging zowel Nederland als België aangevallen. Ook vielen de Duitsers hiermee Noord-Frankrijk binnen, in een poging een omtrekkende beweging om de Belgen heen te maken. Vanuit die positie zou men verder proberen de Fransen en later de Britten aan te vallen. De aanval van Nederland werd gezien als een soort nevenactiviteit in het geheel, omdat de Duitsers heel goed door hadden dat de verdediging van ons land zwak was. Na meerdere herzieningen in de herfst van 1939 werd uiteindelijk 10 mei 1940 de dag waarop West-Europa te maken kreeg met de Wehrmacht.
Aanval van Nederland
Voor Nederland betekende dit dat enkele divisies in het noorden, midden en zuiden zouden worden ingezet, zoals te zien op de kaart. Het zwaartepunt lag bij het midden en zuiden, omdat men zo snel mogelijk de route naar het westen van het land wilde veroveren. Zoals ook te zien is staat de Moerdijkbrug als een van de primaire doelen aangegeven. Daarvoor moest men eerst twee belangrijke linies doorbreken, waaronder de Grebbelinie. Dan zou Vesting Holland, ofwel de Nieuwe Hollandse Waterlinie aan de beurt zijn. Diverse landingen uit de lucht stonden ook op het programma. Belangrijk om te zeggen is dat de Duitsers ons relatief goedmoedig benaderden, omdat ze de Nederlanders als een broedervolk beschouwden.
Verdediging: de Nederlanders
De kern van de Nederlandse verdedigingswerken werd gevormd door de Vesting Holland. Die bestond grotendeels uit de Nieuwe Hollandse Waterlinie, tussen Amsterdam, Utrecht en Dordrecht. De Vesting Holland moest tegen iedere prijs worden verdedigd. Meer naar het oosten lagen de voorlinie, de Peel-Raamstelling en Grebbelinie en de IJssel- en Maaslinie, die de buitenverdediging vormden. Voor Nederland was vooral de Grebbelinie erg belangrijk om te verdedigen, omdat anders de weg naar Vesting Holland open zou komen te liggen. De middelen waren zeer beperkt, Nederland had net een crisis achter de rug en men was er lange tijd van overtuigd dat de bui wel zou overwaaien.
Een kazemat bij de Maasbrug bij Mook (Noord-Brabant) /
Bron: LooiNL, Wikimedia Commons (CC BY-SA-3.0)De grens over: de Peel-Raamstelling en de Maaslinie
De eerste barrière voor de Duitsers in Zuid-Nederland was een natuurlijke barrière, de Maas. De Nederlanders hadden aan de rivier een verdedigingslinie opgeworpen. Langs de loop van de maas waren diverse kazematten gebouwd en bruggen werden in het bijzonder bewaakt. Het Nederlandse plan voorzag erin om alle Maasbruggen op te blazen wanneer de Duitsers zouden aanvallen. Zo'n 20km landinwaarts van de Maas vormde de Peel-Raamstelling de voorlinie met een tankgracht, allerlei versperringen en talloze bunkers. De meest strategische plek lag hier bij Mill, waar de spoorlijn uit Duitsland de linies doorkruiste. Hier waren ook twee bruggen gelegen over de tankgracht.
De Maasbruggen
Toen de Duitsers in de nacht op 10 mei hun vier pantsertreinen over de Maas wilden laten stomen werden vrijwel alle Maasbruggen opgeblazen. Er was echter een locatie waar dat plan mislukte. Om 3:30u precies overviel een Duits overvalcommando de spoorbrugbewaking bij Gennep en stelde een pantsertrein vol manschappen en materieel in staat verder landinwaarts te rijden.
De slag om de Peel-Raamstelling
De pantsertrein
Het moet rond 4:30u zijn geweest toen de pantsertrein over de spoorwegbrug van de Peel-Raamstelling reed. Niet beducht op de komst van de trein stonden de Nederlanders daar te kijken hoe de trein zijn weg door de stelling vervolgde. Nederlanders schijnen met open mond te hebben staan kijken, 'hebben wij ook zo'n trein?' zeiden ze naar verluidt tegen elkaar. De trein leverde zijn troepen 3,5km verderop af en reed vervolgens terug richting Duitsland. De Nederlandse verdediging was intussen wakker geworden en wierp asperges op, stukken spoor die schuin uit de grond steken. Omstreeks 5:15u ontspoorde de trein op de spoorbrug van de stelling en werd als een harmonica in elkaar geduwd. Er ontstond een verbeten vuurgevecht.
De slag
Met de zeer beperkte middelen dat de Nederlanders hadden pareerden zij de Duitse aanvallers. Er zijn veel moedige verhalen van deze strijd bekend. De Nederlanders hielden gedurende de dag goed stand, daarbij trouwens geholpen door aanvoerproblemen van materieel bij de Duitsers. Die hadden danig last van de vernielde Maasbruggen en konden via de enige werkzame spoorbrug geen zware artillerie over de rivier verschepen. 's Avonds werden de Nederlandse stellingen uiteindelijk grootschalig aangevallen door manschappen en gebombardeerd vanuit vliegtuigen. Het kostte de Duitsers nog de hele nacht om alle verzet bij de Peel-Raamstelling te breken. In de ochtend van 11 mei waren de Duitse divisies gereed om op weg te gaan naar hun uiteindelijke missie; het heelhuids veroveren van de Moerdijkbrug. De slag had toen 27 uur geduurd, dat was veel langer dan men gehoopt had.
Vandaag de dag zijn de zwaarbeschadigde bunkers rond Mill nog altijd te zien, ook is er een monument opgezet op de plek waar de trein ontspoorde. De spoorbrug, een stuk spoor en de asperges zijn hersteld. Het Duitse lijntje is na de oorlog opgeheven.
Ondertussen boven Arnhem: de IJssellinie
Noordelijker, net boven Arnhem streden Duitse troepen om de rivier de IJssel over te komen. Zij hadden opgedragen gekregen om op te rukken naar de Grebbelinie. Die moest vervolgens binnen een dag vallen, zo had het Duitse oppercommando bedacht. Het plan was om de rivier over te steken bij de brug vlakbij het Fort Westervoort. Vanuit dit fort, dat stamde uit de tijd van de Vestingwet (1870) werd echter de brug over de rivier kapotgeschoten. Nog enige tijd konden de Nederlanders verhinderen dat de Duitsers dan maar in bootjes de rivier overstaken, maar na zware artilleriebeschieting op het fort gaven de Nederlanders zich over.
De divisies die via een pontonbrug de rivier overstaken gingen vervolgens op weg naar de Grebbeberg, zo'n 25km verderop. Ze bereikten tegen de avond Wageningen, en bereidden zich voor op een vroege aanval op de ochtend van 11 mei.
Poort naar de Randstad: de strijd om de Grebbeberg
De Grebbeberg was ingedeeld in drie verdedigingslinies. De eerste lag nabij Wageningen en vormde een soort voorpost van de linies erachter. Ze had tot doel de vijandelijke opmars te vertragen. De tweede lag aan de voet van de Grebbeberg, hier was geschut geïnstalleerd, en er was een schans (het Hoornwerk) die ooit bedoeld was geweest voor inundatie. Van inundatie, het onder water zetten van de polders onder de Grebbeberg was uiteindelijk alleen plaatselijk sprake, de technische voorbereidingen waren nog niet gereed bij het uitbreken van de oorlog. Op het hoogste punt van de Grebbeberg lag de zogenaamde stoplinie, waar de vijand kostte wat het kost moest worden tegengehouden. Er stonden enkele bunkers met mitrailleurs en PAG's (Pantser Afweer Geschut). Het zwaartepunt van de oostelijke/midden landsverdediging was (deels van de Peel-Raamstelling) naar de Grebbelinie verplaatst, er was groot belang bij de Duitsers hier te stoppen.
De Duitse aanval
11 mei
Vroeg in de ochtend van 11 mei begonnen de Duitsers de artilleriebeschietingen van de voorste linie. Het eerste Nederlandse euvel was de communicatie. De communicatie tussen de drie linies verliep namelijk via telefoondraden op paaltjes. Bij de eerste beschietingen viel daarom de verbinding weg. De Duitsers zagen tot hun vermaak dat koeien in het weiland de resterende paaltjes vervolgens omver liepen. 's Middags wisten de Duitsers na artilleriebeschietingen de voorpost in te nemen. De polder naar de Grebbelinie lagen nu open. Beschietingen van het Hoornwerk aan de voet van de Grebbeberg konden beginnen. De Duitsers probeerden met pantserwagens naar het Hoornwerk en de Grebbeberg te rijden maar het materieel werd beschoten door Nederlandse PAG's aan de voet van de berg. De Nederlanders in deze tweede stelling van de linie werden echter ook geplaagd door een gebrekkige munitieaanvoer en vastlopende mitrailleurs. Nog voor het einde van de avond werd ook de tweede linie ingenomen. Een nieuwe brug moest worden geslagen bij het Hoornwerk aan de voet van de Grebbeberg, aangezien die was vernield.
12 & 13 mei
Het is 's ochtends 12 mei wanneer het granaten regent op de stoplinie op de berg. De stoplinie bestond voornamelijk uit een langgerekte loopgraaf die over de berg heen liep, een vrij primitieve verdedigingsstelling. Verder waren er enkele bunkers waar vanuit kon worden geschoten op naderende troepen. Hoewel de oprukkende Duitsers kwetsbaar waren voor het Nederlandse geschut, in de polders sneuvelden velen, werden de Nederlanders al snel verdreven uit hun bunkers. In de loopgraven ging de strijd door. Omdat er geen enkele communicatie was, had men geen benul van de aantallen Duitsers waar men tegen streed. Gedacht werd dat het om een paar honderd man ging, hoogstens. Schattingen achteraf spreken van zo'n 2000 soldaten.
Terugtrekkende Nederlandse eenheden kwamen op een zeker moment bij een achterhoede, bij de brug over de doorgaande weg van Rhenen. Het werd ze verboden de brug over te komen, onder het bevel dat 'eenieder die de brug passeert wordt afgeschoten'. Het bevel luidde om terug te keren naar de Grebbeberg. In deze actie komen dertien terugtrekkende Nederlandse soldaten om door vriendschappelijk vuur.
De stoplijn werd in de avond van 12 mei doorbroken en de Nederlanders vielen terug tot voorbij de Grebbeberg. Onder aanrukkende versterkingen uit de Maaslinie is 's ochtends vroeg op 13 mei een Nederlandse tegenaanval gedaan. De Duitsers zetten vliegtuigen in om deze te breken. Rond het middaguur liep de tegenaanval vast. De Duitsers zullen nu snel door kunnen breken richting Vesting Holland.
Schattingen over het aantal slachtoffers tijdens de slag om de Grebbeberg lopen uiteen. Op de berg is een militaire begraafplaats aangelegd waar zo'n 850 Nederlandse militairen liggen begraven. Er is ook een monument opgericht.
Lees verder