Griekse bouwkunst: soorten bouwwerken, zuilen en kenmerken
De klassieke bouwkunst van de Grieken was een inspiratiebron voor tal van andere volkeren. Vandaar dat typisch Griekse bouwelementen zoals dwarsbalk, fries, fronton en zuilen vaak terug te vinden zijn bij de Romeinen of terugkomen in stijlen zoals het hellenisme, classicisme of de renaissance. De Griekse bouwkunst evolueerde door de tijd heen en men ontwikkelde dan ook drie soorten zuilen. Het Pentelicusmarmer zorgde voor de nodige uitstraling. Hoe bouwden de Grieken hun bouwwerken? Wat is het verschil tussen de drie soorten zuilen? Welke soorten bouwwerken hadden ze?
Monumentale kunst
De Grieken bouwden graag grote monumentale bouwwerken. Tal van bouwwerken zijn hier een voorbeeld van. Zo had je theaters, de tempels op de Acropolis, de stadions en nog tal van andere zaken. De bouwwerken namen dan ook een belangrijke plaats in bij de Grieken. Deze bouwwerken waren niet enkel functioneel maar straalden ook macht en rijkdom uit. Het inspireerde andere volkeren zoals de Romeinen om die imponerende bouwwerken te overtreffen. Ook later bleken de typische kenmerken van de klassieke Griekse bouwstijl andere architecten te inspireren. Dit uitte zich in de classicistische stijl waarbij zaken zoals zuilen en fronton vaak terugkeerden. Ook het streven naar evenwicht en harmonie kwam voor in deze stijl.
Soorten bouwwerken
Tempels, tempels en nog eens tempels
De Grieken bouwden heel vaak tempels omdat ze zo hun goden eerden. Aangezien de Grieken geloofden in meerdere goden zijn er dan ook tal van tempels waar de Grieken naartoe konden om offers te brengen of te bidden. Goden waren belangrijk voor de Grieken en dit verklaart dan ook waarom ze zoveel geld stopten in het bouwen van hun tempels. De opbouw van een tempel bestond steeds uit drie delen.
De Acropolis
Een bekende tempel is het
Parthenon gelegen op de Acropolis in Athene. Dat Parthenon is niet enkel de grootste tempel in geheel Hellas, het was ook het pronkstuk van het Acropolisproject. In de tempel kan men zowel Dorische als Ionische elementen zien. Het werd een monument van eenheid en trots en werd gewijd aan Athena, de beschermgodin van Athene. Pericles, de beroemde en populaire strateeg, zorgde voor het nodige geld om de werken van de Acropolis uit te voeren.
Het Parthenon is omringd door nog tal van andere bouwwerken zoals het Erechteum en het Nikétempeltje. Het
Erechteum is gekend omwille van zijn vier zuilen. Deze zuilen nemen de vorm aan van vrouwen,
kariatiden genoemd, en wijken hiermee dus af van de doorsnee Dorische, Ionische of Corintische tempelzuilen. De vrouwen werden niet afgebeeld zoals ze waren maar zoals de beeldhouwers ze wilden, namelijk volmaakt. Het Erechteum werd genoemd naar
Erechtheus, die werd beschouwd als de eerste koning van Athene.
Verder kon men op de Acropolis, de verhoogde plek in Athene waar men deze bouwwerken kan aantreffen, ook nog de toegangspoort of de
Propyleeën aantreffen. Men kon de Acropolis bezichtigen nadat men de lange toegangstrappen had opgelopen. De Propyleeën werden gebouwd na het Parthenon en het geld van Athene begon op te raken. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de Propyleeën nooit afgewerkt werden. Wat wel schitterend is aan de toegangspoort zijn de laatste vijf treden. Die werden speciaal hoger uitgewerkt zodat de gang van de bezoeker werd afgeremd. Deze betrad namelijk gewijde grond en werd door de verhoging hieraan herinnerd.
Het Parthenon was gewijd aan de godin van de wijsheid en oorlog, Athena. Ooit heeft er een groot standbeeld gestaan van Athena die uit hout was gemaakt en bedekt was met goud en ivoor. Van dat beeld zijn enkel nog schriftelijke bronnen over.
Stadions
Sporten was belangrijk voor de Grieken. Zo streefden ze naar een gezonde geest in een gezond lichaam. Men ging sporten dan ook zien als een medium om dit streven te bereiken. Vandaar dat men ook sportte ter ere van de goden en dus de Olympische Spelen werden georganiseerd als een Panhelleens feest.
Om te kunnen wedijveren met elkaar moesten ze de nodige bouwwerken ontwerpen en bouwen. Zo bouwde men stadions. Deze werden gebruikt voor loopwedstrijden en waren rechthoekig van vorm. Het begin- en eindpunt duidde men vaak aan met een zuil. Langs de lange zijkanten van het stadion konden toeschouwers zitten op houten tribunes die tot 38 meter hoog waren. Op het eindpunt van het stadion kon men een andere vorm hebben. Deze vorm leek dan op een halve cirkel en het was de plaats waar men worstelde of waar de scheidsrechters stonden. Een stadion had meestal de lengte van 185 meter.
Theaters
Grieken ontspanden zich vaak met theater. Het theater werd gebouwd op de flank van een heuvel waardoor deze als natuurlijke ondersteuning kon dienen voor de zitjes van het publiek. Uiteraard gebruikte men eveneens zuilen om de constructie mee te ondersteunen. Bogen werden in de Griekse bouwkunst niet gebruikt. Dat zal een techniek zijn die de Etrusken en later de Romeinen heel vaak gaan gebruiken bij het bouwen van aquaducten of amfitheaters.
Omdat het publiek hoog zat konden ze een mooi overzicht behouden van wat er op de scène gebeurde. Een Grieks theater was een open constructie en had de natuur als achtergrond. Men werkte wel met doeken maar men ging geen muren bouwen als achterwand.
De acteurs, de enkel mannen mochten zijn, zongen of dichten hun tekst en droegen een masker tijdens het acteren. Dit masker was beschilderd met het gevoel die meer tot uiting moest komen bij de tekst. Zo konden ook de mensen die bovenaan zaten in het theater ook de emoties zien. De maskers hadden nog een tweede functie. De mondholte van de maskers zorgde ervoor dat het geluid verder werd gedragen zodat de mensen die bovenaan zaten ook alles konden horen.
Er waren twee soorten toneel. Men speelde een tragedie, een treurspel, of een komedie, een blijspel.
Het bouwwerk was zo groot dat het plaats kon bieden aan wel 15.000 toeschouwers.
Stoa’s, een ware ontmoetingsplek
Men bouwde eveneens heel wat stoa’s in Griekenland. Een
stoa is een zuilengang waar men vaak politieke discussies hield. In de stoa’s boden tevens schrijvers hun diensten aan. Per document dat ze schreven werden ze vergoed omdat heel wat Grieken niet konden schrijven. Ook leerkrachten konden er hun diensten aanbieden. Deze leerkrachten werden eveneens per les betaald en er was geen school zoals we die nu kennen. Er werd vaak lesgegeven in de stoa of een aparte kamer in het huis van de leraar.
Opbouw van een tempel
Het eerste deel van een tempel
De tempel was gemaakt van kalksteen en marmer bestond uit drie delen. Het eerste deel is een drie-tredige trap die je rondom de tempel kan zien.
Het tweede deel van een tempel, streven naar harmonie en evenwicht
Het tweede deel bestond uit zuilen waarbij men rekening hield met maat en harmonie. Men plaatste de helft van de zuilen vooraan en het dubbele hiervan aan de zijkanten. Zo zal je steeds volgende verhoudingen terugvinden: 4 vooraan 8 zijlings, 6 vooraan 12 zijlings of 8 vooraan en 16 zijlings. Deze verdubbeling zorgt voor een harmonieus effect en helpt ook het dak te ondersteunen.
Het derde deel van een tempel
Het derde deel bestaat uit een dwarsbalk, een fries en een fronton. De dwarsbalk steunt op het kapiteel van de zuilen. Bovenop de dwarsbalk ligt het fries. Dat fries was vaak versierd met een patroon van trigliefen of metopes.
Een triglief is een versiering die bestaat uit drie verticale lijnen. Deze lijnen waren uitgehouwen en bedenkt met een laagje verf. De metope had de vorm van een cirkel en was bedekt met een laagje bladgoud. Indien er geen metopes aanwezig waren kon het zijn dat er kleine beeldhouwwerken tussen de trigliefen stonden. Deze beelden stelden dan vaak goden of godentaferelen voor. Ook de taferelen of goden werden geschilderd. Zo kreeg je een mooi geheel van de witte kalksteen en de geverfde onderdelen.
Het fronton heeft een driehoekige vorm. In het fronton kon men eveneens beeldhouwwerken van goden terugvinden. Het fronton kreeg dezelfde harmonische kleuren als het fries.
Soorten zuilen
Men had een evolutie in de stijlen van de zuilen. Met de Dorische zuil streefde men naar eenvoud. Later gaat men al meer versiering aanbrengen met de Ionische stijl en uiteindelijk gaat men overdreven versieren in het ontwerp van de Corintische zuil.
De Dorische zuil
De Dorische zuil was zwaar en oogde lomp. De zuilen waren breed en hadden ondiepe schaduwgroeven die voor dit lompe effect zorgden. Ze waren bovendien rechtstreeks op de drie-tredige trap gezet en werden dus niet slanker gemaakt door een voetstuk.
Een Dorische zuil heeft een eenvoudig kapiteel. Een kapiteel is het bovenstuk van de zuil die als verbinding dient tussen de zuil en de dwarsbalk.
De Ionische zuil
De Ionische zuil oogde slank omdat die iets smaller was en diepe schaduwgroeven had. Bovendien werd de Ionische zuil op een voetstuk gezet. Beelden of zuilen die op een voetstuk gezet worden, ogen sowieso slanker. De Ionische zuil heeft een spiraalvormig kapiteel wat ervoor zorgt dat deze zuil verfijnder is.
De Corintische zuil
De Corintische zuil was net zoals de Ionische slank. Het voetstuk blijft behouden alsook de diepe schaduwgroeven om dit slank effect te bekrachtigen. In tegenstelling tot de Ionische zuil heeft de Corintische een bladvormig kapiteel.
Het maken en plaatsen van de zuilen, een grondig karwei
Zuilen waren de stevigheid van de constructie en droegen dus het dak. Dit betekende dat ze dik genoeg moesten zijn en dicht bijeen moesten worden geplaatst. Een zuil bestond uit meerdere delen en werd zo op elkaar geplaatst alsof het leek te bestaan uit één geheel.
Plaatsen van de zuilen
Om de verschillende stukken zuilen op elkaar te zetten maakte men gebruik van kranen en katrollen. Zo bevestigde men een frame rondom het marmer. Zo kon men het marmer makkelijker transporteren. Om het dan op te heffen hing men touwen aan de uiteinden. Deze touwen kruisten elkaar en een haak in het midden moest alles vasthouden. Daarna werd de haak in de katrol gestopt en kon men dit stelselmatig opheffen dankzij de windassen van de kraan. De uiteinden die oorspronkelijk om de blokken marmer zaten, werden achteraf afgeschuurd.
Geen cement, wel houtblokken
De zuilen werden op elkaar geplaatst maar men gebruikte geen cement om de nodige versteviging aan te brengen. Men werkte wel met een systeem van houtblokken. De ene helft van de blok had een pin en de andere het gat waar de pin of staaf in paste. De staaf was van metaal. Het segment van de zuil die onderaan kwam kreeg het blokje met de pin die men in het midden van het segment plaatste. Het zuildeel die erboven kwam kreeg het houten blokje met het gat. Zo zorgde de pin in het gat van het houten blokje voor de nodige stevigheid.
Schaduwgroeven
Eens de zuil er stond schuurde men er schaduwgroeven in. Men baseerde zich hier op de onderste steen van de zuil om zo mooie rechte lijnen te hebben. De diepte van de lijnen was afhankelijk van de stijl die men wou. Hoe dieper de schaduwgroeven, hoe slanker de zuil zal lijken.
Materiaalkeuze
Pentelicusmarmer
In Attica, de polis waartoe Athene behoorde, had een aantal gebergtes waarvan het Pentelicusgebergte er één van was. Dit gebergte zorgde niet enkel voor een natuurlijke verdediging op militair vlak. Op economisch vlak was het eveneens een meerwaarde omdat men er marmer kon ontginnen. Het witte marmer werd gebruikt om onder andere het Parthenon de nodige uitstraling te geven. Naar schatting werd 22.000 ton marmer gebruikt.
Transportproblemen werden opgelost
Het Pentelicusgebergte was ongeveer 13 km van Athene verwijderd. De marmerblokken werden in de groeve op maat gezaagd, met kleine uitsteeksels aan de kanten voor vervoer. Deze uitsteeksels noemt men ook
ancones. Rond deze ancones legde men touwen die op hun beurt aan haken werden bevestigd. Met een soort kraan die werkte op basis van windassen en katrollen zorgde men ervoor dat de marmeren blokken op hun plaats kwamen te liggen. Later verwijderde men dan de ancones door ze af te schuren.
De blokken werden vervoerd met sleden en ossenkarren. Een andere mogelijkheid om ze te transporteren waren houten schijven waardoor de blokken verrold werden. Het houten frame werd bevestigd aan de marmeren blokken en zo de helling van de Acropolis opgerold of versleept.
Lees verder