Griekse goden: Van Zeus tot Apollo, een fascinerend palet
Goden zijn de leidraad geweest tijdens het leven van de oude Grieken. Zo organiseerden ze feesten, bouwden ze tempels of brachten offers om hun goden gunstig te stemmen. Het orakel van Delphi en bedevaartsplaats Epidaurus waren belangrijke heilige plaatsen voor de Grieken. Hun goden bleven eeuwig jong en benaderden het ideaal. Bovendien werden ze voorgesteld als één familie en hadden ze menselijke kwaliteiten of gevoelens zodat de Grieken zich beter met hen konden identificeren. Zo waren ze jaloers, verliefd, pleegden ze overspel, waren ze machtslustig of hadden ze een kind of een relatie met een sterveling. Niet enkel de Grieken werden door hen beïnvloed. Ook de Romeinen raakten gefascineerd en namen de verhalen van de goden en nogal wat elementen van de Griekse godsdienst over maar bedachten wel andere naam voor de goden. Wie waren deze goden en hoe leefden ze?
Het leven van de goden op de Olympus
Het leven op de top
De Grieken dachten dat hun twaalf goden op de top van de berg Olympus woonden. De Olympus is de hoogste berg van Griekenland. De berg staat symbool voor het onbereikbare. De goden leefden er volgens de Grieken van ambrozijn en nectar. Door het eten en drinken van deze zaken werden ze onsterfelijk. Op de berg hadden ze ook een reeks dienaren die zich moesten bekommeren om het welbehagen van de goden. De goden hadden ook hun entertainment dankzij de Charites die er dansten en de muzen die er zongen. Die laatsten werden begeleid door Apollo, de god van licht en muziek.
Ritje naar de aarde?
Goden bleven niet altijd op de top van de berg. Vaak wilden ze naar de stervelingen om ze uit te dagen of er wat avonturen mee te beleven. Om dit te doen klommen ze in hun wagens die door paarden of dolfijnen werden voortgetrokken. Uiteraard konden ze niet in hun gewone gedaante verschijnen dus vermomden ze zich als dieren of namen de gedaante van een mens aan. Zo maakte Zeus hier regelmatig gebruik van om stervelingen het hof te maken en veranderde hij zich in een stier of een zwaan.
Goden konden stervelingen eeuwig leven geven
Eeuwig jong of eeuwig leven is vaak een gedachte of verlangen dat ook nu nog in onze samenleving leeft. Ook de Grieken hielden van dat idee. Sommigen kregen ook die eeuwigheid, maar wel na hun dood. Er waren stervelingen die zo geliefd waren door de goden dat ze na hun dood veranderden in bloemen, zoals Narcisus of Hyacintus. Andere stervelingen veranderden in namen van sterrenbeelden zoals Orion.
Nog veel meer goddelijk gezelschap dan de verkoren twaalf
Er waren veel meer goddelijke wezens op aarde dan de twaalf belangrijke goden die op de Olympus woonden. Zo had je de nimfen en de sirenen die vaak even fascinerend waren als de machtige goden.
Nimfen
Nimfen namen de gedaante aan van mooie, jonge vrouwen. Ze waren de godinnen van de natuur en verbleven in bossen, gebergte, rivieren en bronnen. Er woonden ook nimfen in de zee en die werden
oceaniden of
nereïden genoemd.
Sirenen
Sirenen waren wezens die het lichaam van een vis of vogel hadden maar het hoofd van een vrouw. Ze waren in staat om zeemannen te betoveren met hun gezangen. Wanneer dit gebeurde, zonk het schip van de zeelui en namen ze hen mee naar de bodem van de oceaan.
De belangrijkste goden op een rijtje
Zeus
De oppergod,
Jupiter genoemd door de Romeinen, was alleswetend en rechtvaardig maar ook wellustig en opvliegend. Hij had een scepter, bliksemschichten en een adelaar als attributen.
Toen Zeus geboren werd, verborg zijn moeder hem en gaf hem aan de nimfen om te voorkomen dat zijn vader hem zou opeten. Zijn vader Chronos, was namelijk verteld dat één van zijn kinderen hem ooit van de troon zou stoten en daarom at hij telkens elke boorling op om dit te voorkomen. Toen Zeus oud genoeg was, vermoorde hij zijn vader en redde zijn broers en zussen.
Omdat hij de oppergod was, twijfelde niemand aan zijn autoriteit. Iedereen schikte zich naar hem en naar zijn wil. Hij regeerde over de hemel, de aarde en de natuurkrachten. Om orde te creëren, gebruikte hij de bliksem.
Zeus was een god die er veel avontuurtjes op nahield ondanks zijn huwelijk met Hera. Ook had hij heel wat onwettige kinderen. Om vrouwen te misleiden, nam hij vaak andere gedaantes aan zoals die van een zwaan, een stier en een vogel en zelfs eens van gouden regen. Hij deed dit omdat de stervelinge die hem wel in zijn ware gedaante zag onmiddellijk stierf.
Hera
Deze godin was gehuwd met Zeus en was dan ook de godin van het huwelijk en vrouwelijkheid. Ze regeerde samen met Zeus op de Olympus maar de manier waarop ze zijn echtgenote werd raakte was nogal bizar. Op een winterse koude dag kwam er een verkleumde koekoek op haar schouder zitten. Ze nam het vogeltje en drukte het tegen haar buik om het op die manier te verwarmen. Het vogeltje veranderde echter van gedaante en werd Zeus. Hij zei haar dat hij haar wou huwen. Ze gaf toe aan zijn charmes.
Hun huwelijk was echter nogal bewogen en ze maakten vaak ruzie omdat Zeus nogal overspelig was, vooral met stervelingen en nimfen. De maîtresses van Zeus kregen het vaak hard van haar te verduren alsook de onwettige kinderen die uit zijn avontuurtjes ontstonden.
Ze werd vaak afgebeeld met een scepter en een diadeem. De koe, symbool voor vruchtbaarheid, en de granaatappel, symbool voor trouw, waren haar attributen. De Romeinen noemden haar
Juno.
Poseidon
Poseidon, de broer van Zeus, was de god van de zee, meren, rivieren en stromen. De Romeinen noemden hem
Neptunus. Hij was niet enkel in staat om de zee te beheersen maar kon ook voor aardbevingen zorgen. Hij was gehuwd met een nimf en had een kind, Triton, die het lijf had van een mens en de staart van een vis.
Hij hield ervan om in een gouden pantser en met zijn drietand over de golven te varen in een wagen die door paarden werd voortgetrokken. Vandaar dat hij altijd werd afgebeeld met zijn drietand en een paard. Hij was machtig en ambitieus maar werd snel kwaad. Zijn woedebuien konden stormen veroorzaken.
Hades
Hades was eveneens een broer van Zeus. De Romeinen noemden hem
Pluto. Hij kreeg de onderwereld om over te regeren nadat hij Zeus had geholpen bij de overheersing van de wereld. Hij waakte er over de doden. Hij was een somber en duister figuur die steeds werd afgebeeld met een helm en een scepter.
Zijn koninkrijk, Tartarus, bevond zich in het midden van de aarde. Om er bij te komen, moest men doorheen onderaardse gangen waar men geen licht had. Er wou hierdoor niemand bij Hades leven vandaar dat hij meisjes, zoals de dochter van Demeter, ontvoerde.
De ingang van het dodenrijk werd bewaard door
Cerberus, een hond met drie koppen. Iedereen die probeerde te ontsnappen uit het dodenrijk werd door hem verslonden en hij voorkwam eveneens dat stervelingen de onderwereld betraden.
Hestia
Hestia was de oudere zus van Zeus en Hera en nam een ereplaats in het midden van de goden. Haar wil werd nooit betwist Ze droeg bovendien zorg voor het vuur op de Olympus. Ze bracht echter ook licht en warmte en waakte over de huiselijke haard waardoor haar beeld dus in elk huis stond zodat men haar kon aanbidden. Haar attribuut was uiteraard vuur en ze werd beschouwd als een wijze, teruggetrokken maar vredelievende godin.
Haar leven was avontuurloos. Ze weigerde te huwen met Apollo of Poseidon omdat ze maagd wou blijven. De Romeinen noemden haar
Vesta. In Rome had ze zelfs volgelingen, Vestaalse maagden genoemd. Dit waren jonge meisjes uit de beste families, die niet huwden en hun leven toevertrouwden en toewijdden aan Vesta.
Demeter
Demeter was de godin van de oogst en de landbouw. Ze was de zus van Zeus en waakte over alles wat groeide en bloeide in de natuur. Ze was een liefhebbende, genereuze maar tevens wraakzuchtige godin. Ze werd vaak afgebeeld met graanstengels en een sikkel in de hand.
De liefde voor de aarde was even groot als de liefde voor haar dochter, Persephone. Het volgende verhaal verduidelijkt dit.
Op een dag ontvoerde Hades, de god van de onderwereld en broer van Demeter, Persephone. Hij wou haar huwen. Demeter die dankzij de zonnegod wist waar Persephone was, smeekte Zeus, de vader van Persephone, haar terug te halen. Hij weigerde dit echter waardoor Demeter ongelooflijk verdrietig werd. Ze verliet de Olympus en veranderde in een oude verdrietige vrouw die de hele wereld afreisde. Omdat ze zo gefocust was op haar verdriet waakte ze niet meer over de oogst waardoor er geen graan meer groeide en de aarde onvruchtbaar werd. Overal heerste er ellende en hongersnood. Uiteindelijk greep Zeus dan toch in en overtuigde hij Hades om Persephone terug te laten keren naar Demeter. Hades stemde wel toe om haar terug te geven maar liet haar voor ze vertrok pitten eten van een granaatappel. Dit zorgde ervoor dat ze hem trouw bleef en steeds 3 maanden van het jaar opnieuw bij hem verbleef. Demeter die blij was met de terugkeer van haar dochter liet opnieuw zaken bloeien.
Het verhaal probeert niet enkel de band tussen de liefde voor haar dochter en de natuur te verduidelijken maar probeert ook de seizoenen te verklaren. In de lente beginnen zaken opnieuw te groeien omdat Demeter blij is dat ze Persephone terug heeft. Naarmate Persephone langer bij haar moeder verblijft, wordt ze blijer en kan men oogsten, zomer dus. Hoe meer de drie maanden van afscheid dichterbij kwamen hoe triester Demeter wordt waarmee de herfst begint. De drie maanden dat Persephone bij Hades is, stelt dan de winter voor.
Apollo
Apollo was de god van het licht, muziek en poëzie. Hij was de tweelingbroer van Diana en stelde jeugd, kennis schoonheid en perfectie voor. Hoewel hij beschouwd werd als wijs en vrolijk kon hij ook jaloers zijn. Hij had de lier, lauriertak, een boog en een zwaan als attributen.
Hij stond aan het hoofd van de negen muzen en kreeg veel respect van andere goden. Toch liep niet alles vlekkeloos voor Apollo. Zo had hij een zoon, Asclepius die als god van de geneeskunde in staat was om zieken te genezen en doden weer tot leven te wekken. Omwille van zijn krachten was hij heel populair bij de stervelingen. Zeus was jaloers op die populariteit en doodde hem. Hierop besloot Apollo wraak te nemen en doodde hij de cyclopen, de éénogige reuzen, die gezien werden als de kinderen van de oermoeder en waar Zeus zijn bliksemschicht aan te danken had.
De reactie van Zeus bleef niet uit. Apollo werd verbannen naar de aarde en moest er de wereld voorzien van licht tijdens zijn ballingschap. Dankzij het licht dat hij gaf, kregen waarzeggers de gave om de toekomst te zien. In Delphi richtte hij een heiligdom op, het orakel, waar een priesteres, de pythia, de toekomst voorspelde.
Artemis
Artemis was de godin van de jacht en de maan en werd door de Romeinen
Diana genoemd. Ze droeg steeds een boog en een pijlkoker bij zich en werd vergezeld door een hinde en een halve maan. Deze godin hield van de natuur en werd atletisch voorgesteld. Wat gevoelens betreft, was ze afstandelijk en snel kwaad.
Ze was de tweelingzus van Apollo maar vreemd genoeg was ze een dag eerder geboren dan hem. Ze hielp haar moeder om Apollo op de wereld te zetten en was zo onder de indruk van de pijn die dit met zich mee had gebracht dat ze Zeus vroeg om eeuwig maagd te mogen blijven.
Haar focus lag op jagen in de bossen en hierbij werd ze vergezeld door de nimfen. Toen ze ooit betrapt werd tijdens het baden door een jonge jager veranderde ze deze in een hert en liet ze hem verscheuren door haar honden.
Dionysos
Dionysos,
Bachhus voor de Romeinen, was de god van de wijngaarden en van de wijn. Hij was de zoon van Zeus en Semele, een stervelinge en de dochter van een koning van Thebe. Hij is een behoorlijk speciale god aangezien hij tot twee keer toe geboren werd. De eerste keer wou Semele, zijn zwangere moeder, Zeus in zijn volle glorie bekijken. Ze deed dit echter bij een hevig onweer met bliksemschichten waarbij Semele tot as werd gereduceerd. Zeus haalde echter Dionysos uit de buik van zijn moeder en stopte hem in zijn dij zodat hij voldragen kon worden.
De opvoeding van Dionysos werd in handen gegeven van bosnimfen. Hij ontdekte tevens het geheim van wijn en zag het als zijn missie om de hele wereld af te reizen en te informeren over de teelt van druiven om wijn te maken. Hierbij werd hij vergezeld door dronken vrouwen. Dionysys huwde met Ariadne nadat Theseus haar had verlaten. Hij was een vrolijke god die ongenadig was tegenover zijn vijanden. Hij werd vaak afgebeeld met een wijnrank, een roos en klimop.
Dionysos was tot heel wat in staat. Zo gaat het verhaal dat hij koning Midas, die hem heel gastvrij had ontvangen, een wens liet vervullen. Koning Midas wou dat alles wat hij aanraakte, veranderde in goud. Koning Midas vond het schitterend dat zijn wens vervuld werd maar kwam er al snel achter dat werkelijk alles veranderde in goud, dus ook het eten en drinken dat hij aanraakte. Bang om te sterven van honger en dorst vroeg hij Dionysos om de wens ongedaan te maken. Hierop moest hij van Dionysos in de rivier Paktolos springen waardoor er sindsdien goudstof zou liggen in die rivier.
Ares
Ares was de god van de oorlog. Bij de Romeinen noemde hij
Mars. Hij was de zoon van Zeus en Hera en bevond zich het liefst op het slagveld.
Hij had een wrede en meedogenloze persoonlijkheid en kon heel woest zijn. Hij werd dan ook altijd afgebeeld met een schild en een wapen. Hij beschikte over buitengewone krachten en zat vol haat. Hij zaaide overal verslagenheid en gebruikte brute kracht om oorlog te voeren. Wel bizar dat net hij in staat was om Aphrodite te verleiden waarmee hij samen een zoon kreeg, Eros. Van uitersten gesproken!
Eros
Deze god is ook nu nog steeds populair maar dan onder de naam
Cupido, zoals de Romeinen hem noemden. Hij wordt afgebeeld als een boogschutter van de liefde met vleugels, pijlen en een pijlkoker als attributen. Deze god verspreidde dan ook met zijn pijl en boog liefde en blijdschap over de aarde. Hij gebruikte zijn charme om het hart van de mensen te beïnvloeden.
Zijn moeder,
Venus, werd door hem bijgestaan. Wanneer zijn moeder het hem vroeg, schoot hij pijlen af met een gouden punt om harten in vuur en vlam te zetten. Wanneer de pijlen een loden punt hadden, was het de bedoeling dat het liefdesvuur gedoofd werd.
Bron: Jastrow, Wikimedia Commons (Publiek domein) Athena
De Romeinen noemden haar
Minerva maar voor de Grieken was ze Athena. Ze was de godin van de wijsheid en oorlog. In tegenstelling tot Ares, die zijn brute kracht gebruikte tijdens een oorlog, dacht zij eerst na voor ze overging tot actie.
Athena werd op een bizarre manier geboren. Zo had Zeus de moeder van Athena ingeslikt waarna hij barstende hoofdpijn kreeg. Hij vroeg Hephaestus om met een bijl zijn schedel te openen. In zijn schedel zat Athena, gekleed in wapenuitrusting en met een schild in de hand. Athena streed voor rechtvaardigheid en was wijs. Ze wordt dan ook vaak afgebeeld met een uil. Ook draagt ze meestal een helm en heeft ze een schild of wapen bij zich.
Hermes
Hermes,
Mercurius genoemd bij de Romeinen, was de god van de herders, reizigers, dieven en kooplui. Hij was een vrolijke god en leuk gezelschap. Hij had sandalen met vleugeltjes, een hoedje en een staf in de hand. Hij was een zoon van Zeus en was eveneens de boodschapper van de goden.
Aphrodite
Aphrodite,
Venus voor de Romeinen, was de godin van de liefde. Ze werd geboren uit het schuim van de zee en werd aanbeden door alle goden. Ze maakte bij hen maar ook bij stervelingen heel hevige gevoelens los en waakte over het geluk van echtparen. Zelf was ze niet altijd trouw. Zo was ze gehuwd met Hephaestus maar had ze een affaire met Ares en kreeg ze er zelfs een kind van, Eros. Ze wekte met haar schoonheid jaloezie op bij andere godinnen zoals Hera en Athena. Ze was verleidelijk en genereus. Haar attribuut is een duif en ze wordt heel vaak naakt afgebeeld.
Hephaestus
Hephaestus was de god van het vuur en de smeedkunst. De Romeinen noemden hem
Vulcanus. Hij was de zoon van Zeus en Hera maar hij was lelijk. Hij was zelfs zo lelijk dat heel wat goden hem niet durfden aankijken. Nadat Hera bij de bevalling haar baby aankeek en zag dat hij zo misvormd was, gooide ze hem van de Olympus. Aangezien goden onsterfelijk waren, doodde deze daad hem niet maar hij werd er wel mank van.
Hij had misschien geen uiterlijke schoonheid maar hij was wel getalenteerd. Zo maakte hij sieraden en een gouden scepter voor Zeus. Ook maakte hij pijlen voor Apollo en een wapenuitrusting voor Achilles. Vandaar dat hij steeds afgebeeld wordt met een hamer en een aambeeld.
Hoewel hij vredelievend was, vergaf hij zijn moeder niet voor de daad die ze stelde toen hij een baby was. Hij nam wraak door een gouden troon te maken. Toen ze erop ging zitten, kon ze er niet meer af. Onzichtbare banden hadden haar namelijk vastgebonden. Hij wou haar slechts vrijlaten indien ze hem op dezelfde manier zou behandelen als de andere goden. Hierop gaf Zeus hem Aphrodite, de godin van de schoonheid, en liet hij hen huwen.
Familiebanden?
De goden werden voorgesteld als één familie waarin je goede en minder goede familieleden had. De goden hadden menselijke gevoelens zoals trots, jaloezie, verlangen, boosheid, … Zo was het makkelijker voor de Grieken om zich te identificeren met hun goden.
Broers en zussen?
Chronos, de god van de tijd, en zijn zus Rhea waren gehuwd. Het klinkt nogal bizar om een huwelijk te hebben met je broer of zus maar bij de goden was dat normaal omdat er maar weinig andere mogelijkheden waren. Chronos verslond al zijn kinderen die Rhea baarde omdat hij dan niet moest vrezen voor bedreigingen van zijn opvolgers. Toen Zeus geboren was, verving Rhea de baby door een steen en liet de nimfen instaan voor de opvoeding van haar kind. Telkens als hij huilde, sloegen de Corybanten op hun schilden om te voorkomen dat Chronos het zou horen.
Het lukte om Zeus op die manier groot te brengen en toen hij oud genoeg was versloeg hij zijn vader en verplichtte hem om alle eerder gebaarde kinderen uit te spuwen. Deze kinderen waren Hera, Demeter, Poseidon en Hades. De wereld werd onder de drie mannelijke kinderen van Chronos verdeeld.
Verdeel en heers?
De wereld was verdeeld onder de drie broers. Zeus was de oppergod en heerste over goden en stervelingen. Poseidon heerste over de zee en het water. Stervelingen of steden werden dan ook vaak geïntimideerd omdat het water vernietigende gevolgen kon hebben en hij dus machtig was. De onderwereld lag dan weer in de handen van Hades.
Heilige plaatsen
Epidaurus
Lourdes is, wat Epidaurus voor de Grieken was. Het was dus een plaats waar mensen naartoe trokken om genezing te verkrijgen van de god Asclepius. Men had in Epidaurus dan ook een gewijde tempel staan die versierd was met goud en ivoor. Bovendien organiseerde men er elke vier jaar Panhelleense feesten. Deze feesten waren voor alle Grieken en bestonden oorspronkelijk uit paardenrennen maar werden in de vierde eeuw vervangen door poëziewedstrijden. De feesten werden de Asklepieia geheten en toonden aan hoe populair Asclepius wel was.
De pythia voorspelt de toekomst /
Bron: Kodros Painter, Wikimedia Commons (Publiek domein) Orakel van Delphi
De Grieken geloofden dat men het noodlot van een mens niet kon veranderen. Ze dachten dat de levensloop vast stond bij de geboorte. Wanneer een Griek iets wou weten over zijn toekomst, dan raadpleegde hij een orakel.
Eerst bracht men een offer om de god gunstig te stellen en vervolgens kreeg men via een priesteres, ook pythia genoemd, een antwoord op hun vraag. De uitspraak, alsook de plaats waar je dat antwoord kreeg, heette 'orakel'. De antwoorden waren echter vaak dubbelzinnig. Het orakel van Delphi was de bekendste uit de Oudheid. Zelfs niet-Griekse koningen kwamen raad vragen voor ze een belangrijke beslissing namen.
Ook de gewone man van de straat raadpleegde het orakel. Wanneer iemand het geslacht wou weten van zijn ongeboren baby bijvoorbeeld. De priesteres gaf hen dan meestal volgend antwoord: jongen niet meisje. De man wist bij het buitenkomen dus nog evenveel als ervoor aangezien het afhankelijk is waar men de rustpauze of komma inlast. Jongen, niet meisje of jongen niet, meisje.
Lees verder