De vrouwen van Koning Willem I - Wilhelmina (Mimi)
De eerste echtgenote van Willem Frederik van Oranje- Nassau, Koning Willem I (1772-1843) en daarmee ook de eerste koningin der Nederlanden was Wilhelmina van Pruisen; 'Mimi' ter onderscheiding van haar schoonmoeder (en tevens haar tante) die dezelfde naam had. Gravin Henriëtte d’Oultremont de Wégimont was de tweede echtgenote. Maar er was ook een buitenechtelijke relatie waaruit kinderen geboren werden. Willem I heeft in meerdere opzichten een veel bewogen, turbulent en avontuurlijk leven geleid. Ook wat betreft zijn relaties met vrouwen dus.
Hoofdstukken
Als er sprake is van 'zijn relaties met vrouwen’ zouden we ook kunnen denken aan de moeder, zuster Louise, dochters en andere familieleden van Willem Frederik. Het zal duidelijk zijn: die vrouwen bedoelen we niet (hoewel hij een hechte relatie had met zowel zijn moeder als zijn zuster). We bedoelen hier in de eerste plaats zijn twee echtgenotes; maar zijn buitenechtelijke relatie laten we in dit verband natuurlijk ook niet onbesproken - het is trouwens niet uit te sluiten, dat er meer dan één buitenechtelijke relatie was.
Dit artikel gaat over Wilhelmina van Pruisen (Mimi).
Mimi
Er valt veel voor te zeggen om Mimi de kwalificatie 'belangrijkste vrouw in het leven van Koning Willem I' mee te geven. Met haar was de koning 46 jaar getrouwd, zij was de moeder van zijn wettige kinderen, inclusief de erfopvolger; het paar deelde een turbulent leven en bleven bij elkaar, ondanks alles.
Deze eerste echtgenote van Willem Frederik heette - tot zij in 1815 koningin werd - Prinses Wilhelmina van Pruisen. Dat was (en is) verwarrend omdat zijn moeder ook zo heette - dìe Wilhelmina (1751-1820) was een zuster van de Pruisische koning Friedrich Wilhelm II. Om de twee Wilhelmina’s uit elkaar te houden krijgt de vrouw van Willem I in de literatuur meestal de toevoeging ‘Mimi’. In dit artikel wordt zij kortweg Mimi genoemd
Maar laten we bij het begin beginnen. Mimi werd geboren, in 1774, als Prinses Frederika Wilhelmina Louise van Pruisen. Zij was een dochter van een broer van Willem Frederiks moeder: Friedrich Wilhelm II (1744-1797), koning van Pruisen van 1786-1797. Dus Mimi was een volle nicht van haar echtgenoot.
Huwelijk
Toen erfprins Willem Frederik een reis (een soort studiereis) maakte naar Duitsland, in 1788-1789, ontmoette hij daar meteen Mimi, die toen veertien jaar was. Dat was zo gepland - met name Willems moeder Wilhelmina (1751-1820) had daar de hand in. Het was dus een gearrangeerd huwelijk, maar daar had Willem Frederik geen problemen mee. In tegendeel, hij was meteen enthousiast over zijn nicht en toekomstige echtgenote. In J. Koch,
Willem I, lezen we wat hij schreef aan zijn vader: 'Ik geloof dat haar inborst gelijk is aan die van mijn zus.' (Met die zus bedoelde hij Louise, op wie hij zeer gesteld was.) En ook: ‘Haar voorkomen en haar onderhoudende conversatie zijn oneindig aangenaam.'
Hij wilde graag zo spoedig mogelijk met haar trouwen. Maar vader Willem V had niet zo’n haast. Dat gaf wrijving tussen vader en zoon. Uiteindelijk gelukte het de zoon het huwelijk een jaar eerder te laten voltrekken dan vader gewild had. Er werd een huwelijkscontract gesloten en Willem en Mimi trouwden op 1 oktober 1791 in het koninklijk slot in Berlijn. Vervolgens was het dagenlang feest in de stad. Op 18 oktober van dat jaar vertrokken Willem Frederik en Mimi naar de Republiek (der Zeven Verenigde Nederlanden). Ze vestigden zich in Den Haag, in het
Oude Hof (later Noordeinde genoemd).
Mimi in de Republiek
Het zal niet verbazen dat Willems kordate moeder (en Mimi’s tante) Wilhelmina de prinses goed in de gaten hield. Zij maakte zoon en schoondochter spoedig duidelijk dat hun toekomstige positie als stadhouderlijk paar grote verantwoordelijkheden en veel verplichtingen en opofferingsgezindheid met zich meebracht. Wat die verplichtingen betreft: het zorgen voor een opvolger, niet in de laatste plaats om de dynastieke belangen veilig te stellen, hoorde daar natuurlijk ook bij. Spoedig bleek dat het jonge paar daaraan kon voldoen. Op 6 december 1792 werd Willem Frederik George Lodewijk geboren (de latere
Willem II) en in 1797 een tweede zoon:
Frederik.
Minder voorspoedig ging het met het
stadhouderschap van de Oranjes in de Republiek. Er heerste veel onvrede in het land; anti-orangistische patriotten en hun vrijcorpsen traden steeds driester op. De vader van Mimi had als koning van Pruisen in 1787 de Oranjes wel weer in het zadel geholpen, maar echt rustig was het sindsdien nooit weer geweest. En waar een revolutie toe kon leiden hadden de gebeurtenissen in Frankrijk in 1789 wel duidelijk gemaakt (!). In 1793 verklaarde het revolutionaire bewind in Frankrijk de oorlog aan Willem V. Een Frans leger trok, samen met een ‘Bataafs Legioen’, op naar de Republiek. In 1795 al was er geen redden meer aan en de stadhouderlijke familie vertrok naar Engeland.
In Engeland, Pruisen en Fulda
Stadhouder Willem V legde zich op den duur neer bij de nieuwe situatie. Erfprins Willem Frederik niet. Die zette alles op alles om hetgeen voor hem en zijn familie verloren ging, terug te krijgen. Daarvoor was hij heel actief, zowel in Engeland als in Duitsland (Pruisen met name) en later ook in Frankrijk (ten tijde van het bewind van Napoleon).
Toen de erfprins in 1796 in Berlijn verbleef liet hij zijn vrouw en zoon overkomen. Daar beviel Mimi in 1797 van een tweede zoon:
Frederik (Fritz). In 1800 – vader Willem verbleef in die tijd in Engeland om zijn zaak te bepleiten - volgde een meisje: Pauline. Het gezin had ondertussen de beschikking gekregen over een eigen huis in Berlijn. Niet dat ze daar altijd aanwezig waren. Willem Frederik verbleef in de periode 1803-1806 een deel van het jaar in zijn nieuw verworven vorstendom: Fulda. Mimi hield hem dan ook vaak gezelschap.
Misère in Duitsland
In 1806 vocht de erfprins in de slagen bij Jena en Auerstedt aan Pruisische zijde mee tegen het Franse leger van Napoleon. Napoleon overwon en verklaarde de erfprins vervallen van zijn rechten in de Duitse landen. Zo verloren de Oranjes na de Nassause bezittingen ook nog Fulda. Willem Frederik ging voor de keizer diep door het stof, maar ’t mocht niet baten. Omdat de Fransen ook Berlijn bedreigden was Mimi met de kinderen naar Koningsbergen, in het noordoosten van Pruisen, vertrokken. Willem Frederik reisde, na de vernedering door Napoleon, zijn gezin achterna. Nog voor Koningsbergen kon hij zich begin december 1806 bij zijn vrouw en kinderen voegen. Het werd geen vrolijke hereniging: de kleine prinses Pauline was tijdens de reis ziek geworden en overleed eind december van het jaar.
Mogelijk vanwege het overlijden van haar dochtertje stond Napoleon aan Mimi en haar twee overgebleven kinderen toe, zich weer in Berlijn te vestigen. Vader Willem Frederik werd niet zo voorkomend behandeld. Hij was dus gedwongen weer gescheiden van zijn gezin te leven. Bovendien werden hem zijn Pruisische bezittingen ontnomen. In de loop van 1807 kon Willem Frederik zich weer bij zijn gezin voegen. De familie had zoveel verloren, ook materieel, dat er (relatief) zuinig geleefd moest worden.
Het leven in Berlijn na 1807
In ieder geval had vader nu de tijd om zich aan zijn gezin te wijden. De opvoeding van de kinderen had zijn warme belangstelling. Of Mimi altijd in alle opzichten gelukkig was met de bemoeienissen van haar echtgenoot kan betwijfeld worden. Wel lijkt duidelijk dat ze op haar gemak was in de stad van haar jeugd, te midden van haar Pruisische familie. Sowieso zal ze zich bevrijd hebben gevoeld van een bemoeizuchtige schoonmoeder / tante – die was in Engeland.
J. Koch stelt in zijn boek
Koning Willem I – 1772-1843 (2013) dat er wel vaak een ideaalbeeld van Mimi als echtgenote van de koning is geschetst, maar dat we eigenlijk niet echt goed na kunnen gaan hoe zij werkelijk was. Na haar dood namelijk liet Willem I haar privé-correspondentie vernietigen. Voor informatie over de eerste koningin der Nederlanden zijn we vooral afhankelijk van beschrijvingen van anderen, onder meer haar schoonmoeder en schoonzuster Louise. Mimi lijkt weinig belangstelling voor en betrokkenheid bij politieke zaken gehad te hebben. Des te meer had zij dat bij het hofleven. Ze hield van de ontvangsten, de bals en het theaterbezoek en bewoog zich graag en gemakkelijk in dat milieu. Ze schijnt bovendien een aantrekkelijke verschijning geweest te zijn die veel tijd aan het kleden en de opmaak besteedde.
Hofleven; verveling, vermaak en liaisons
Aan de hoven heerste over het algemeen een libertijnse sfeer wat de huwelijksmoraal betreft. Zeker ook aan het hoven van de Pruisische koningsfamilie. Verveling, afgunst, intriges, liaisons, hofmakerij, maîtresses – het hoorde er allemaal bij. En zeker de koning kon zich wat dat betreft heel wat veroorloven.
Was het daarom dat Mimi de avontuurtjes van haar echtgenoot leek te accepteren? Hij onderhield in ieder geval een intieme relatie met een dame, mogelijk met meerdere (hof)dames. (We moeten trouwens niet uitsluiten dat Mimi ook wel eens een liaison heeft gehad.) Het feit dat het paar zo vaak voor langere tijd, door de omstandigheden gedwongen, van elkaar gescheiden was, zal dat alles mede in de hand gewerkt hebben Toch is er altijd duidelijk een hechte band tussen Mimi en Frederik Willem blijven bestaan, ondanks alle problemen waarmee ze in hun leven werden geconfronteerd. En, om in positieve sfeer te blijven: in 1810 werd er weer een kind van Willem Frederik en Mimi geboren, namelijk Prinses Marianne (1810-1883).
Julie von der Goltz
Wat de buitenechtelijke escapades van Willem Frederik betreft, in het genoemde boek van J. Koch kunnen we lezen (p. 187-188) dat hij tussen de herfst van 1807 en de zomer van 1812 viermaal vader werd bij een andere vrouw. Twee dochters en twee zoons verwekte hij. Ze werden gedoopt en ingeschreven onder de achternaam Von Dietz (naar een titel van Willem Frederik uit de Nassause tak van zijn familie).
Als moeder van de vier kinderen werd ene Maria Hoffmann genoemd. Er wordt beweerd dat het een schuilnaam was voor een hofdame van Mimi, namelijk
Julie von der Goltz (zie J. Koch p. 1991 e.v.). De historici zijn het er niet over eens of dat klopt, maar dat er een hechte relatie was tussen Willem I en hofdame Julie lijkt duidelijk. Opvallend is tenminste dat Julie diep gegriefd was en onmiddellijk haar koffers pakte toen, na het overlijden van Mimi, de koning in 1841 niet voor haar koos als tweede echtgenote, maar voor een andere hofdame: Henriëtte d’Oultremomt.
Koning en koningin der Nederlanden
Met de val van het Franse Keizerrijk van Napoleon in 1813 werd een periode in de geschiedenis van Europa en ook in de geschiedenis van de Oranjedynastie afgesloten. De periode van ‘restauratie’ brak aan. Willem Frederik was nauw bij die Europese restauratie betrokken, maar voor hem en zijn familie leidden de ontwikkelingen tot iets wat eerder de aanduiding 'fundamentele verandering' verdient dan ‘restauratie’. We doelen hier natuurlijk op het feit dat de Oranjes weer aan de macht kwamen in de
Lage Landen, niet als stadhouders, maar als vorsten, soevereine vorsten. En zoals we weten: Willem Frederik werd uiteindelijk (officieel in 1815)
de eerst koning der Nederlanden en daarmee zijn vrouw Mimi de eerste koningin der Nederlanden.
Wat dat betreft kwam het dus toch nog allemaal goed met Willem Frederik en Mimi, en zeker ook wat betreft de ambities van de eerste.
Kanttekeningen bij een gunstige ontwikkeling
Hoewel, bij ‘allemaal goed’, kunnen heel wat kanttekeningen geplaatst worden. Als we de Pruisische generaal Roeder mogen geloven, had de koning een onaangenaam karakter – hij observeerde de Koninklijke familie aan het hof in Brussel en bracht rapport uit over zijn bevindingen. Over Mimi (‘de meest eerbiedwaardige aller vrouwen’) deelde hij onder meer mee, dat ze een’koude ernst’ uitstraalde. Geen wonder, want de koningin, die in Duitsland zo had genoten van een hofleven dat veel vertier met zich meebracht (zie hiervoor), moest het volgens hem nu doen met een saai bestaan; buiten de officiële audiënties en diners ‘zien beide hoogheden niemand’. (Koch, p. 323) Ook het gegeven dat de koning een slechte verhouding had met zijn oudste zoon – de twee leefden, zeker na 1813, eigenlijk continu met elkaar in onmin – zal voor Mimi een bron van zorg geweest zijn.
De laatste jaren van Mimi
En de spanningen en perikelen rond de Belgische opstand in 1830-1831 en de daaruit voortvloeiende afscheiding van België van het koninkrijk der Nederlanden hebben natuurlijk ook niet bepaald bijgedragen aan het levensgeluk van de koningin van die Nederlanden. Wel was er een gelegenheid om, in ieder geval tijdelijk, aan het bestaan in de Nederlanden te ontsnappen: elk jaar maakte Mimi een reis naar Berlijn en logeerde dan bij familie. Ook vervulde ze dan representatieve taken voor haar broer, de koning van Pruisen. In 1836 ging ze voor het laatst. Al geruime tijd kwakkelde ze met de gezondheid; ze was niet meer in staat om de reis te ondernemen.
Mimi wordt in de literatuur getekend als ‘koningin op de achtergrond’; een vrouw die eigenlijk bescheiden was, dienstbaar zo nodig. Iemand die zich, zeker ook sinds ze door afnemende gezondheid werd belemmerd in haar doen en laten, nauw betrokken betoonde met het wel en wee van mensen in haar omgeving.
In oktober 1837 overleed ze op paleis Noordeinde. Na haar dood werd ze in Delft bijgezet in de grafkelder van de Oranjes in de Nieuwe Kerk. Zoals we hiervoor lazen: van Mimi is vaak een ideaal beeld geschetst. Daarbij kan ongetwijfeld ook gerekend worden wat er in een (anoniem) geschrift uit die tijd over haar werd geschreven: Ze was de ‘stille weldoenster en moeder van de armen’, de ‘braafste Moeder des Vaderlands’ en de ‘deugdzaamste Moeder des volks’.
Lees verder