Moderne schilderkunst: het Duitse expressionisme
Het Duitse expressionisme was nieuw en vernieuwend. De leden van de kunstenaarsgroepen Die Brücke en Der Blaue Reiter kozen bewust voor een positie in de artistieke voorhoede van hun tijd. Ze zochten naar nieuwe vormen die beter pasten bij hun eigen tijd. Ze vonden dat een kunstenaar in alle vrijheid, niet gebonden en beperkt door regels, moest kunnen uitdrukken wat hem bewoog. Een eerste kennismaking met de schilders van het Duitse expressionisme is zeker de moeite waard.
Zoeken naar een adequate vorm
De Duitse expressionistische schilders wilden niet de wereld zelf weergeven, maar de wijze waarop ze die ondergingen. Ze wilden dat wat hun bezig hield, hun emoties en indrukken (hun zinnelijke belevenis), tot uitdrukking brengen. Ze zochten voor elke zinnelijke belevenis een adequate vorm. Daar waren geen wetten of regels voor. Dit had tot gevolg dat er nieuwe vormen ontstonden. Er was sprake van deformatie van de geschilderde voorwerpen en figuren. Vaak waren ze nauwelijks nog herkenbaar. Ook de kleuren kregen in de expressionistische schilderkunst een geheel eigen gevoelswaarde, die geheel los kon staan van de waarneembare werkelijkheid. Door het zoeken naar een geëigende wijze (een adequate vorm) om hun zinnelijke belevenis weer te geven onderscheidden de expressionisten zich van hun negentiende-eeuwse voorgangers, die immers nog teruggrepen naar een traditionele vorm.
Inspiratiebronnen
De schilders Ludwig Kirchner, Erich Heckel en Max Pechstein, leden van de kunstenaarsgroep
Die Brücke, zochten inspiratie bij dezelfde bronnen: niet-westerse kunst, Duitse beeldhouwkunst uit de gotiek, Duitse houtsnijkunst uit de vijftiende en zestiende eeuw en volkskunst. Deze schilders maakten zich verschillende primitieve technieken eigen, zoals de houtsnijkunst. De door hen vervaardigde beelden van menselijke figuren, met hun verwrongen hoekige lijnen waardoor de figuren bijna werden vervormd door karikaturen, vertoonde veel overeenkomsten in vorm en expressie met de gebruikte Afrikaanse voorbeelden. De schilder Emil Nolde gebruikte Afrikaanse kunst als inspiratiebron voor zijn schilderijen. Van verschillende aan Afrikaanse voorbeelden ontleende beeldelementen maakte hij een eigen primitieve compositie.
Ook de kunstenaars van
Der Blaue Reiter putten uit primitieve inspiratiebronnen Zo werd er geput uit de Beierse en (door Kandinsky) uit Russische volkskunst. De kunstenaars van de
Der Blaue Reiter (o.a. Paul Klee) hadden ook belangstelling voor de kunst van geesteszieken en de artistieke producten van kinderen (o.a Gabriele Münter).
Die Brücke (1905-1913)
Oprichters en leden
Oprichters van de in 1905 in Dresden opgerichte kunstenaarsgroep
Die Brücke waren de architectuurstudenten Ernst Ludwig Kirchner, Erich Heckel, Karl Schmidt-Rottluff en Fritz Bleyl. Later traden schilders als Max Pechstein, Emil Nolde en Kees van Dongen toe. De schilders van
Die Brücke, die de voorkeur gaven aan harde, emotioneel geladen kleuren, zagen hun kunst als een brug tussen de oude en de nieuwe kunst.
Post-expressionisme
Tot 1908 was er overigens eerder sprake van post-expressionisme. De schilders bouwden voort op de verworvenheden van Van Gogh en Gaugain, en sloten aan bij stromingen als symbolisme en Jugendstil.
In het schilderij
De steenfabriek (
Dangast) van Erich Heckel is nog geen sprake van de voor expressionisten kenmerkende deformatie. De penseelstreek, de lijnenstructuur en de complementaire kleuren vertonen veel overeenkomst met de schilderijen van de late Van Gogh. De kleuren zijn feller en de penseelstreken wat minder beheerst dan die van het grote voorbeeld, maar de fabrieksarchitectuur is nog min of meer correct weergegeven.
De schilders van Die Brücke
Ernst Ludwig Kirchner (1880-1938)
In het Duitse expressionisme speelde de relatie tussen man en vrouw een niet onbelangrijke rol. De relatie tussen de seksen speelde zich soms af in de vrije natuur. In Kirchners schilderij
Naakten onder een boom uit 1910 is een van beide paren in omhelzing weergegeven. Het motief van het liefdespaar gaat in dit schilderij op in het thema van de eenheid van mens en natuur. Begin twintigste eeuw geloofde men dat excursies in de 'open lucht' de de gezondheid ten goede kwam. Het werk van de Brücke-leden vertonen dan ook beelden van stadsbewoners die in de natuur van hun lichaam genieten. De afgebeelde mannen en vrouwen op Kirchners schilderij gedragen zich alsof ze zich nauwelijks iets van de toeschouwer aantrekken.
Erich Heckel (1883-1970)
Na 1908 is er bij de de schilders van Die Brücke sprake van deformatie. Erich Heckel schilderde in 1911
Trambaan in Berlijn, een schilderij waarin noch de kleuren, noch de weergave van gebouwen en personen de kijker enig houvast geven. De huizenblokken zijn in extreme verkorting weergegeven. De in de verte samenvallende huizenblokken lijken op grof beschilderde dikke planken. De lucht is oker en het wegdek is blauw en groen. De figurengroep aan de linkerkant is nog als zodanig herkenbaar, terwijl de figurengroep in het midden vrijwel onherkenbaar is.
Karl Schmidt-Rottluff (1884-1976)
De expressionistische kunst heeft ook opvallend veel schilderijen zonder afbeeldingen van mensen voortgebracht. Het landschap is, evenals het stilleven, een terrein om te experimenteren. de expressionistische schilder ging op zoek naar oplossingen voor artistieke problemen met betrekking tot compositie en het gebruik van kleuren. In expressionistische schilderijen waar de mens afwezig is, is de persoon van de kunstenaar vaak uitdrukkelijk aanwezig. Menig schilderij van een landschap is een portret van de ziel van de kunstenaar. Het schilderij
Rivierlandschap met brug en trein van Karl Schmidt-Rottluff is waarschijnlijk niet alleen bedoeld om deze plek topografisch vast te leggen.
Max Pechstein (1880-1938)
De kunstenaars van
Die Brücke maakten op tentoonstellingen, in het variététheater en in het circus kennis met niet-Europese volkeren. Hun werken tonen de in het begin van de twintigste eeuw gebruikelijke opvatting dat er een principieel verschil was tussen primitieve en geciviliseerde mensen. Het (blanke) Europese ras werd gezien als superieur. Lichamen uit de Derde Wereld werden 'primitief' genoemd. Hun lichamen werden daarom door schilders vervormd. Er werd nadruk gelegd op het exotische. Hun anders zijn werd benadrukt. Op die manier werd de aanspraak op Europese superioriteit bevestigd. Ook in Pechsteins
Somalische dans, een kleurenhoutsnede uit 1910, wordt duidelijk het accent gelegd op het exotische.
Emil Nolde (1867-1956)
Emil Nolde had al vroeg de natuurgetrouwe weergave van de werkelijkheid vaarwel gezegd, zowel wat betreft vorm als als wat betreft kleurgebruik. Hij verlangde naar een volmaakte vorm voor de overdracht van zijn gevoelens. Bovendien was hij een bewonderaar van de zich sinds de Jugendstil snel ontwikkelende dansvormen. De zoektocht naar een volmaakte vorm leidde tot het schilderij
Kaarsendanseressen uit 1912. Het toont de kracht van de exotisch-primitieve dans.
Der Blaue Reiter (1911-1914)
Leiders en leden
De kunstenaarsgroep
Der Blaue Reiter zetelde in München. De leiders van deze kunstenaarsgroep waren Wassily Kandinsky en Franz Marc. Ze organiseerden tweemaal een tentoonstelling, in december 1911 en in het voorjaar van 1912, waarvoor ze naar eigen goeddunken kunstenaars uitnodigden. Andere leden van de kunstenaarsgroep
Der Blaue Reiter waren August Macke, Paul Klee en Gabriele Münter. De leden van
Der Blaue Reiter wilden spirituele waarden in de kunst uitdrukken. Om dit te bereiken gebruikten ze abstractie, simplificatie en de kracht van kleuren.
Almanak
Na de tweede tentoonstelling verscheen in mei 1912 de almanak
Der Blaue Reiter. In deze almanak waren artikelen en illustraties van de leden van
Der Blaue Reiter en een toneelstuk van Kandinsky opgenomen. Op het omslag van de almanak prijkt een schilderij van Wassily Kandinsky. Van dit schilderij is hun naam afgeleid. De dierenliefhebber Franz Marc had de stroming overigens graag naar het paard genoemd, maar Wassily Kandinsky hield vast aan de ruiter. Omdat blauw de favoriete kleur van beide schilders was, werden ze het wel eens over de kleur.
Kandinsky,
Impressie III (Concert) /
Bron: Wassily Kandinsky, Wikimedia Commons (Publiek domein)De schilders van Der Blaue Reiter
Wassily Kandinsky (1866-1944)
Deze Russische schilder woonde van 1906 tot 1914 en van 1923 tot 1933 in Duitsland. Hij legde, onder invloed van theosofie en antroposofie, geleidelijk de weg af van figuratie naar abstractie. In zijn bijdrage aan de almanak
Der Blaue Reiter had Kandinsky gesproken over de innerlijke klank van lijnen, vormen en dingen. Hij ondernam pogingen om muziek zichtbaar te maken. Schilderijen met als titels
Bazuingeschal (grote opstanding) en
Impressie III (Concert) kunnen beschouwd worden als equivalenten van muzikale ervaringen.
Franz Marc (1880-1916)
Franz Marc legde zich vooral toe op het schilderen van dieren. Hij zocht achter hun verschijningsvorm naar de 'verborgen dingen in de natuur'. Door zich te proberen in te voelen in de lucht, in de bomen en in de dieren, gaf hij het dierstuk een nieuwe inhoud. Hij vroeg zich af of wij ons kunnen voorstellen hoe een dier ons en de omringende wereld ziet. Hij probeerde die gedachte te verbeelden met nieuwe vormen en nieuwe kleuren. Voor het schilderij
Hond van de wereld uit 1912 stond zijn eigen Siberische herdershond
Russi model. De hond heeft een melancholieke houding. Zijn blik loodst de toeschouwer naar een ver verschiet.
August Macke (1887-1914)
August Macke had een positieve relatie met het leven in de stad. Hij woonde in het toen nog landelijke Bonn. Desondanks kende hij de grote steden goed. We vinden in zijn werk, waarin altijd een paradijselijke vrijetijdssfeer heerst, veel stedelijke motieven als parken, moderne winkelstraten en passages, altijd bevolkt door goedgeklede mannen en vrouwen uit de gegoede burgerij. Ze gaan op in een spel van zorgvuldig gecomponeerde kleurvlakken, zoals ook te zien is in het schilderij
Drie meisjes met gele strohoeden I uit 1913. Door het kleurgebruik versmelten de verschillende figuratieve elementen tot een eenheid. Er is sprake van een samenhang tussen vorm en kleur.
Paul Klee (1879-1940)
Het (zelf)portret heeft bij de Duitse expressionisten veel aandacht gekregen. Dat is niet verwonderlijk. De Duitse expressionisten kennen zichzelf en hun emoties immers een centrale plaats in hun werk toe. Veel schilderijen drukken, zoals we hebben gezien, hun eigen, persoonlijke geestestoestand uit. De Zwitserse kunstenaar Paul Klee maakte in 1919
Meditatie, een meditatief zelfportret. De ets toont de concentratie van de kunstenaar op de niet-zichtbare werkelijkheid. Karakteristieken van het eigen gelaat maken het proces van concentratie zichtbaar. Door abstrahering (het abstract weergeven) van het gelaat probeert Klee de de functie van het denken en mediteren bloot te leggen.
Gabriele Münter (1877-1962)
Gabriele Münter was van 1903 tot 1914 partner en minnares van Wasily Kandinsky. Ze werd sterk beïnvloed door het fauvisme. Ze schilderde levendige, oorspronkelijke en kleurrijke stillevens en landschappen. Zo vervaardigde ze in 1911
Stilleven van Sint-Joris. Hierop staan diverse voorwerpen afgebeeld: twee beeldjes van de Madonna, twee gebeeldhouwde figuren uit een kersttafereel en een gebeeldhouwde hen. In de linkerbovenhoek van het schilderij is op de achterwand een afbeelding met Sint-Joris geschilderd. Het is een kopie van een door een Duitse handwerksman gemaakt portret. Gabriele Münter gebruikte dus Duitse volkskunst als inspiratiebron.
Lees verder