Schilderkunst 17e eeuw: Architectuurschilderkunst
De meest begaafde schilder van bepaalde gebouwen in Nederlandse steden en van interieurs van sobere, witgekalkte protestantse kerken was Pieter Jansz Saenredam. Ook andere uitstekende schilders specialiseerden zich in dit aparte specialisme. In de loop van de zeventiende eeuw nam de vraag naar schilderijen van kerkinterieurs af. Er was nog wel vraag naar stadsgezichten. De gebroeders Berckheyde waren hierin erkende meesters.
Een apart specialisme
In de zeventiende eeuw werden (interieurs van) gebouwen door een beperkt aantal schilders als specialiteit gekozen. Tot deze schilders behoorden uitstekende vakmensen als Pieter Saenredam, Emanuel de Witte en Gerard Houckgeest. Hun schilderijen werden 'perspectieven' (doorkijkjes) genoemd. Het zijn geen willekeurige afbeeldingen van interieurs en gebouwen, maar zorgvuldig opgebouwde constructivistische meesterwerken.
Architectuurschilders uit de zeventiende eeuw
Dirck van Delen (1605-1671)
De eerste architectuurschilders uit de zeventiende eeuw schilderden gefantaseerde gebouwen, waarin allerlei verzonnen architectuurelementen zijn verwerkt. Een bekend voorbeeld van een schilderij met gefantaseerde architectuur is
Een familiegroep bij het praalgraf van Willem van Oranje in de Nieuwe Kerk in Delft uit 1645. Het door Hendrick de Keyser ontworpen praalgraf, waarvan de voorzijde op dit schilderij in zijn geheel zichtbaar is, is overigens wel nauwkeurig weergegeven (dus niet gefantaseerd). De op het schilderij afgebeelde familiegroep is wellicht door een andere schilder geschilderd.
Barthold van Bassen (circa 1590-1652)
Verschillende architectuurschilders waren tevens architect. Als architect werkte Barthold van Bassen aan de voor protestanten bestemde Nieuwe Kerk in Den Haag, die tussen 1649 en 1655 werd gebouwd. In 1650 vervaardigde hij, in opdracht van de burgemeesters van die stad, een schilderij met het ontwerp van de Nieuwe Kerk aan het Spui in Den Haag. Hij maakte de voltooiing van de kerk niet mee.
Pieter Jansz Saenredam (1597-1665)
De schilder Pieter Jansz Saenredam vervaardigde schilderijen van werkelijk bestaande kerkinterieurs. Hij had een zorgvuldige werkwijze. Hij maakte eerst tekeningen van (gedeelten van) het interieur van door hem bezochte kerken. Ook verrichtte hij opmetingen. De tekeningen werden pas veel later gebruikt als basis voor een schilderij. Zo gebruikte hij een in 1634 gemaakte tekening van de Sint Odulphuskerk in zijn woonplaats Assendelft in 1649 als uitgangspunt voor een schilderij van het sobere interieur van die protestantse kerk.
Het schilderij
Interieur van de Sint Odulphuskerk te Assendelft (1649) wordt beschouwd als een van zijn mooiste schilderijen. Alvorens te beginnen met schilderen maakte hij, op basis van de reeds genoemde in 1634 gemaakte tekening en toentertijd verrichtte opmetingen, een volgens de perspectiefregels vervaardigde constructietekening, met daarop hulplijnen en verdwijnpunten. Deze zorgvuldige werkwijze resulteerde in een schilderij dat in alle details lijkt te kloppen: het houten tongewelf, de rouwborden aan de rechterkant van de kerk en het prachtige welhaast hemelse licht dat door de ruimte schijnt. Het door de schilder gekozen overhoekse breedteperspectief laat het oog vallen op de constructie van het dakgebinte. Door de sobere kleurstelling en de vrijwel ontbrekende schaduwpartijen is een hoge, stille ruimte ontstaan, waarin de mensen verloren lijken te gaan. Saenredam heeft in dit realistisch lijkende schilderij enkele kleine veranderingen in de werkelijkheid aangebracht. Dat deed hij om de compositie te verbeteren. Als in de kerk aanwezige toeschouwer is het op het schilderij weergegeven brede zicht op het interieur van de kerk niet mogelijk.
In 1657 vervaardigde Pieter Jansz Saenredam het schilderij
Het oude stadhuis in Amsterdam. Ook dit schilderij wordt beschouwd als een meesterwerk. Het is gebaseerd op een door hem gemaakte tekening uit 1641. Het oude middeleeuwse stadhuis was in 1652 door een felle brand verwoest. Het schilderij van het stadhuis is licht en gevarieerd van kleur. In 1658 werd het schilderij gekocht door de stad Amsterdam. De schilder ontving 400 gulden, voor die tijd een aanzienlijk bedrag.
Waarschijnlijk heeft Piet Mondriaan zich laten inspireren door de schilderijen van kerkinterieurs, met name door de schilderijen van Pieter Jansz Saenredam, met hun heldere, geometrische opbouw en patronen.
Gerard Houckgeest (1600-1661)
De schilder begon als schilder van gefantaseerde interieurs. Vanaf 1650 schilderde de dan in Delft wonende schilder nauwkeurig afgebeelde binnenruimten van bekende Delftse kerken. Door de keuze van het perspectief wekken de afgebeelde binnenruimten een spontane en levendige indruk. Ook deze schilder besteedde aandacht aan het licht. De door hem weergegeven taferelen worden verlevendigd door het invallende licht.
In de door deze schilder vervaardigde kerkinterieurs kijkt de toeschouwer schuin de kerk in. Daardoor zien we op zijn schilderijen een ingewikkeld spel van licht en schaduw. Op het schilderij
Het graf van Willem de Zwijger in de Nieuwe Kerk in Delft (1651) gaat het graf deels schuil achter de naast elkaar staande zuilen. Het beroemde graf is daardoor niet in zijn geheel, zoals op het al genoemde schilderij van Dirck van Delen, maar slechts gedeeltelijk zichtbaar.
Ook de schilder
Emanuel de Witte (1616-1692) was rond 1650 in Delft werkzaam. Hij schilderde compositorische ingewikkelde kerkinterieurs van Delftse kerken. Na zijn verhuizing naar Amsterdam bleef hij kerkinterieurs schilderen. De kerk is meestal niet te herkennen, omdat de geschilderde kerkinterieurs vaak zijn ontsproten aan zijn fantasie, of zijn samengesteld uit onderdelen van diverse bestaande kerken.
De schilder schilderde overigens ook huiselijke interieurs. Een mooi voorbeeld is
Interieur met vrouw aan het virginaal (1665-1670). We zien een vrouw die, in een rijk gestoffeerd huis, op een virginaal speelt. Haar gelaat is in de spiegel zichtbaar. Geheel links zien we een man die op bed ligt. Door de ramen valt zonlicht op de zwart-witte marmeren vloer.tegels. Dit zorgt voor een boeiende ruimtelijke werking. We kunnen een kijkje nemen in een tweede kamer, waar een dienstmeid de vloer aan het vegen is.
Gedurende de tweede helft van de Gouden eeuw was er steeds minder belangstelling voor schilderijen van kerkinterieurs. Het publiek had nog wel belangstelling voor stadsgezichten. De Haarlemse schilder
Job Berckheyde (1630-1693) schilderde nog enkele kerkinterieurs. Hij is echter, net als zijn jongere broer
Gerrit Berckheyde (1638-1698), bekend geworden door zijn stadsgezichten. Beide broers waren hierin erkende meesters. Een bekend stadsgezicht van Gerrit Berckheyde is
De Nieuwezijds Voorburgwal vlakbij de bloemenmarkt in Amsterdam (circa 1675) Op dit schilderij is de achterzijde van het stadhuis op de Dam (nu Paleis op de Dam) te zien.
Lees verder