Schrijvers 20e eeuw: Willem Elsschot - verhalen en romans
De verhalen en romans van Willem Elsschot gaan vaak over de kleine man die wat wil bereiken, maar die daarin niet slaagt. Wat rest is een terugkeer naar het gewone leven. In deze tragikomische verhalen speelt de wat hulpeloze Frans Laarmans vaak de hoofdrol. Tegenover hem staat de gewiekste zakenman Karel Boorman. De eerste romans van Elsschot, over 'kleine' mensen met kleine problemen en geschreven in gewone, niet versierde taal, werden door het publiek nauwelijks opgemerkt. Pas in de jaren dertig van de vorige eeuw, de tijd van de nieuwe zakelijkheid, werden zijn boeken door lezers gewaardeerd.
Willem Elsschot, een aanvankelijk onopgemerkte auteur
De verhalen en romans van Willem Elsschot (schuilnaam van de Antwerpse zakenman Alfons de Ridder) zijn zo gewoon mogelijk geschreven. De auteur die zich liet inspireren door het alledaagse leven, had een voorkeur voor het gewone woord, voor taal die niet is opgesierd. Zijn tamelijk eenvoudige verhalen en romans, geschreven in een nuchtere, ironische stijl, gaan over 'kleine' mensen met kleine problemen in een huichelachtige, potsierlijke wereld.
De eerste boeken van Willem Elsschot verschenen kort voor en na de Eerste Wereldoorlog. Ze weken af van het werk van andere auteurs uit die tijd, die hun inspiratie vooral zochten in verheven fantasieën, en die hun romans en verhalen schreven in een mooie, dichterlijke taal. De boeken van Elsschot over het alledaagse leven, met woorden die men in die tijd wel zei maar nooit schreef, werden aanvankelijk niet gerekend tot de literatuur. Gevolg was dat het publiek weinig waardering kon opbrengen voor zijn boeken. Lezen deed men zijn boeken nauwelijks.
Pas in de jaren dertig van de vorige eeuw, de tijd van de nieuwe zakelijkheid, toen veel lezers de voorkeur gaven aan een gewone manier van schrijven, ontstond er bij de lezers enthousiasme voor zijn werk. Willem Elsschot werd een van de meest geliefde Vlaamse auteurs. Zijn in 1957 in een deel uitgegeven
Verzameld werk werd in een half jaar tijd drie keer herdrukt.
Villa des Roses
In 1913 debuteerde Elsschot met
Villa des Roses. Het is een sober vertelde, trieste geschiedenis. Het publiek hield in die tijd van romantische of nostalgische verhalen. Elsschot negeerde de 'smaak' van de lezers. De door de auteur gebruikte zakelijke stijl, de onderkoelde toon en het decor (de plaats van handeling) maakte dat zijn debuut nauwelijks werd opgemerkt.
Het verhaal speelt zich af in het Parijse pension van het echtpaar Brulot. De talloze verwikkelingen in het ogenschijnlijke vreedzame pension worden met veel humor beschreven. De gasten lijken niets met elkaar gemeen te hebben. Langzamerhand wordt duidelijk dat hun levens met elkaar verbonden zijn, en dat ze elkaar ten goede en ten kwade beïnvloeden. Tot de gasten behoort de stokoude mevrouw Gendron, die door Brulot wordt beledigd als ze sinaasappelen steelt. Ze neemt wraak door Chico, het aapje van het echtpaar Brulot, in het vuur te gooien. Richard Grünewald, een andere gast in het pension, begint een verhouding met het kamermeisje Louise. Het meisje raakt zwanger en ondergaat een abortus. Als het pension gesloten wordt keert Louise, in de steek gelaten door Grünewald, naar haar geboortedorp terug.
Willem Elsschot verbleef enige tijd in een tweederangs familiepension in Parijs in de Rue d'Armaillé. In
[Villa des Roses, dat Elsschot schreef toen hij was aangesteld als chef-correspondent in Rotterdam, verwerkte hij zijn Parijse herinneringen. Een meisje dat hij toentertijd in Parijs kende stond model voor Louise, het kamermeisje in de roman.
Een ontgoocheling
In
Een ontgoocheling weet sigarenfabrikant Louis de Keizer zijn sigaren uitsluitend aan familie en kennissen te slijten. Hij hoopt dat zijn zoon Karel advocaat wordt. Zijn zoon maakt zijn hoge verwachtingen niet waar. Hij blijft drie keer zitten in de eerste klas van de middelbare school. De Keizer krijgt nog een tweede teleurstelling te verwerken, als hij het voorzitterschap van de kaartclub kwijtraakt. Korte tijd later komt hij te overlijden. Bij zijn begrafenis beleeft hij zijn grootste triomf, als hij door honderden kaartspelers in het hele land ten grave wordt gedragen.
Ook voor
Een ontgoocheling heeft Elsschot ervaringen uit zijn eigen leven gebruikt. De auteur, leerling aan aan het Koninklijk Atheneum te Antwerpen, had vier jaar gedaan over de eerste twee klassen en was daarna wegens baldadig gedrag van school verwijderd. Ook de vader van Elsschot zag de gedroomde carrière van zijn zoon mislukken.
Lijmen
in de roman
Lijmen (1934), zijn meest gelezen boek, geven Karel Boorman en Frans Laarmans een eigen blad uit. Dit blad, het 'Algemeen Wereldtijdschrift voor Financiën, handel, Nijverheid, Kunsten en Wetenschappen', heeft geen abonnees. Aan firma's wordt een 'speciaal' en uiterst vleiend artikel gewijd. In feite zijn het echter standaardartikelen die eenvoudig kunnen worden aangepast, zodat het artikel uitsluitend op één bepaald bedrijf van toepassing lijkt te zijn. De gewiekste Boorman slaagt er regelmatig in om tienduizenden exemplaren van het blad te slijten. Aan de weduwe Lauwereyssen, administratrice van een smederij, weten ze zelfs honderdduizend exemplaren van het Wereldtijdschrift te verkopen.
De personage Laarmans duikt ook op in later door Elsschot geschreven romans. Hij is een soort dubbelganger van Elsschot, een brave en fatsoenlijke burgerman, volledig gedicteerd door de bestaande orde. In Laarmans schuilt echter de rebel, de man die in opstand wil komen tegen de bestaande orde. Hij hoopt dat het dagelijks leven plaatsmaakt voor een avontuurlijk bestaan.
Elsschot putte ook voor de roman
Lijmen uit eigen ervaringen. Van 1912 tot 1914 gaf hij samen met twee vrienden het tijdschrift 'La Revue Générale Illustreé' uit. Ook dit blad had geen abonnees. Het was bedoeld om advertenties te plaatsen van bedrijven.
Kaas
In 1933 verscheen
Kaas, dat opnieuw in de zakenwereld speelt. Frans Laarmans, al dertig jaar kantoorbediende bij een scheepswerf, wordt hoofdvertegenwoordiger bij een Nederlandse kaasfirma. Hij ontvangt 370 kisten met Edammer kazen. Van zijn bedrijfje komt niets terecht. Na enige weken heeft hij nog geen dozijn Edammer kazen verkocht. Laarmans besluit om weer bij de scheepswerf te gaan werken.
Tsjip
Het boek
Tsjip (1934) is gebaseerd op autobiografische gegevens. Elsschot schreef het boek voor zijn kleinzoon. In
Tsjip komen we meer te weten over het gezinsleven van Frans Laarmans. Zijn oudste dochter en de Pool Bennek Maniewsk studeren samen aan de Handelsschool. De verliefd geworden Bennek vraagt haar kort voor zijn terugkeer naar Polen om haar hand. Zijn vader heeft echter grote bezwaren tegen het huwelijk. Frans Laarmans wacht af wat er gaat gebeuren. Het komt toch tot een trouwpartij. In Polen wordt een jaar later Jan, het kleinkind van Frans Laarmans, geboren. Hij ziet zijn kleinzoon voor het eerst in de zomer, als zijn dochter voor een vakantie naar Brussel terugkeert. De kleine Jan wordt ook door de mussen met enthousiasme begroet, reden voor zijn grootvader om hem voortaan Tsjip te noemen.
Het been
De korte roman
Het been (1938) is een vervolg op de
Lijmen. In deze roman wordt Karel Boorman na de dood van zijn vrouw geplaagd door schuldgevoelens. Hij probeert het geld aan de weduwe Lauwereyssen terug te geven, en komt tot de ontdekking dat het teruggeven van geld lastiger is dan geld aan iemand te verdienen. De weduwe slaat schitterend terug, zodat zelfs de gewiekste zakenman Boorman in een crisis belandt.
De leeuwentemmer
Ook
De leeuwentemmer (1940) is gebaseerd op autobiografische gegevens, met de kleinzoon van Elsschot als hoofdpersoon. Elsschot vertelt in dit boek, in brieven aan zijn zoon Walter, over zijn belevenissen met zijn kleinzoon Jan, de leeuwentemmer.
Het dwaallicht
De laatste roman van Elsschot is
Het dwaallicht (1948). Hij geeft hierin op spottende wijze een ontroerend zelfportret. In
Het dwaallicht wijst Frans Laarmans drie zeelui de weg naar het adres Kloosterstraat 15. Daar woont waarschijnlijk het meisje Maria van Dam, dat de drie zeelui eerder die dag hebben ontmoet. Ze vinden het opgegeven adres, maar Maria woont daar niet. Een zoektocht levert niets op. Maria blijft onvindbaar. Laat in de avond nemen Laarmans en de zeelui afscheid van elkaar. Laarmans heeft het gevoel te weten waar het meisje woont. Zal hij verder zoeken? Tenslotte besluit hij om terug te keren naar vrouw en kinderen.
Lees verder