Schrijvers 20e eeuw: F. Bordewijk - verhalen en romans
De eerste romans van F. Bordewijk hebben een kenmerkende thematiek. Tucht, orde en de grenzen van deze strevingen, onder andere in de romans Bint, Blokken en Karakter, roepen een sfeer op die sterke overeenkomsten vertoont met de jaren dertig van de vorige eeuw. In de romans van Bordewijk richt een personage zich niet zelden op het bereiken van één doel. Ze worden echter vaak tegengewerkt door krachten waar ze niet altijd vat op hebben. Het bereiken van het doel is niet alleen maar een triomf. Zo komt Katadreuffe, in de roman Karakter, tot de conclusie dat hij een nederlaag heeft geleden. Het onderdrukken van zijn gevoelens voor Lorna te George, een meisje dat bij hem op kantoor werkte, was onmenselijk. Het onmenselijkheidsmotief komt vaker voor in de romans van F. Bordewijk.
De auteur F. Bordewijk
F(erdinand) Bordewijk werd geboren in Amsterdam. Toen hij een jaar of tien was verhuisde de familie naar Den Haag. Hij ging rechten studeren in Leiden. Als beginnend advocaat werkte hij op een advocatenkantoor in Rotterdam. Hij begon een eigen advocatenpraktijk in Schiedam, maar bleef in Den Haag wonen. In Den Haag was hij enige tijd leraar handelsrecht aan een middelbare school.
Bordewijk maakt een strikte scheiding tussen zijn literaire en zijn overige werk. Toch zijn er 'sporen' van zijn werk in zijn boeken te vinden. Het grote patriciërshuis in Rotterdam, waar hij werkte als (beginnend) advocaat, is plaats van handeling van zijn roman
Karakter. Een Haagse middelbare school dient als plaats van handeling voor
Bint.
Fantastische vertellingen
F. Bordewijk publiceerde tussen 1919 en 1924 drie bundels
Fantastische vertellingen. Uit die bundels blijkt dat hij al vroeg geboeid werd door het griezelige en het gruwelijke. De verhalen, die de lezer soms het gevoel geven dat hij in een boze droom is beland, doen denken aan de verhalen van de Amerikaanse auteur Edgar Allen Poe (1800-1849). Het zijn verhalen over een man die zijn eigen dubbelganger speelt, over een vrouw die met een aap trouwt, en over de vrouwenmoordenaar Jack the Ripper. Zijn
Fantastische vertellingen werden bij publicatie nauwelijks opgemerkt.
Blokken
De novelle (korte roman)
Blokken (1931) bezorgde Bordewijk in brede kring bekendheid. In deze toekomstroman schetst hij een indringend beeld van een angstaanjagende, gemechaniseerde en geperfectioneerde toekomstmaatschappij, waarin elk persoonlijk gevoel wordt onderdrukt. In deze onmenselijke dictatuur leven mensen als robotten. Het gaat Bordewijk niet om de dictatuur van een bepaald land. De door hem geschetste dictatuur vertoont zowel communistische als fascistische trekken.
Opvallend is de compositie en stijl van deze novelle. Die is aangepast aan de inhoud, want het boek is opgebouwd als een blokkendoos: de novelle van dertig bladzijden bestaat uit tien hoofdstukjes die elk een afgerond deel van de handeling beschrijven. Bovendien is alles in de door Bordewijk geschetste dictatuur bolvormig: huizen, straten en pleinen hebben er geen ronde vormen, want die zijn in de door hem geschetste dictatuur streng verboden. Wat betreft de door de auteur gehanteerde stijl vallen de vele korte zinnen op, vol met vreemde woorden en soms met een afwijkende zinsbouw.
In romans van Bordewijk leggen mensen zich niet zelden toe op het bereiken van een bepaald doel. Mensen blijken echter niet samen te vallen met hun eenduidige ambitie. Zo kan de door de auteur geschetste overzichtelijke wereld ten onder gaan aan niet te onderdrukken krachten. In
Blokken verwijst de symboliek van de bol naar de niet te onderdrukken krachten grilligheid en gevoel, die het door Bordewijk geschetste 'blokkenregime' ondergraven.
Knorrende beesten
De nietsontziende kracht van de techniek, die in
Blokken mensen dwingt om te leven als robots, laat Bordewijk niet los. In het zich in een badplaats afspelende verhaal
Knorrende beesten (1933) treden vooral auto's als handelende personages op. Bordewijk ziet deze 'knorrende beesten' als oorzaak van zielloosheid en ontmenselijking.
Bint
In de novelle
Bint (1934) geeft de nieuwe leraar De Bree les op een school waar door de directeur Bint een ijzeren discipline wordt gehandhaafd. Klas 4d, die ook wel de hel wordt genoemd, bestaat uit schonkige (grofgebouwde) wezens met wonderlijke namen. De Bree weet het vertrouwen van deze klas te winnen, en zijn gezag in in deze klas te vestigen. Ook in deze novelle schetst Bordewijk een onmenselijk systeem. Het feit dat de school geen enkele soepelheid kent, blijft niet zonder gevolgen. Tijdens de kerstvakantie springt Van Beek, een vierdeklasser, in de gracht. Niet veel later sterft hij in het ziekenhuis. Als leerlingen vervolgens in opstand komen tegen de strenge discipline op school, dan wordt die rebellie hard onderdrukt. De Bree, een enthousiast aanhanger van de werkwijze van Bint, besluit om na het einde van het schooljaar nog een jaar les te geven. Hij is teleurgesteld als hij hoort dat Bint ontslag heeft genomen. Zijn ontslag heeft te maken met de dood van de leerling. Het lukt De Bree niet om zijn vroegere directeur nog te spreken te krijgen.
Ook in de novelle Bint is sprake van mensen die zich richten op het bereiken van een doel. Het gekozen doel van zowel directeur Bint als leraar De Bree, het handhaven van tucht en orde in de school, roept ook in deze novelle niet te onderdrukken tegenwerkende krachten op.
Karakter
De bekendste roman van F. Bordewijk is
Karakter (1938). In deze roman heeft de vader macht over zijn zoon. Jacob Katadreuffe is de zoon van de deurwaarder Dreverhaven en zijn dienstmeisje Jacoba Katadreuffe. De moeder voedt haar zoon alleen op. Ze verdient een karige boterham met borduurwerk. De in hun huis wonende kostganger Jan Maan is de enige vriend van Jacob Katadreuffe. Jacob gaat werken op het advocatenkantoor van Mr. Stroomkoning. Daar ontmoet hij voor het eerst zijn vader Dreverhaven, een gevreesde deurwaarder die mensen met een achterstallige huur uit hun huis zet. De zoon wil de vader overtreffen, reden om met veel inspanning te beginnen aan een studie rechten. Zijn vader zit hem op allerlei mogelijke manieren dwars. Vastbesloten om zijn doel te bereiken, onderdrukt hij zijn gevoelens voor Lorna te George, een meisje dat bij hem op kantoor werkt. Het lukt Jacob uiteindelijk om advocaat te worden. De vader heeft, zo wordt gesuggereerd aan het einde van de roman, hem tegengewerkt om zo een tomeloze ambitie bij hem op te wekken, ambitie die nodig was om zijn doel te kunnen bereiken.
Ook in deze roman legt een van de personages, Jacob Katadreuffe, zich toe op het bereiken van één doel. Met zijn onverzettelijke wil slaagt hij erin om advocaat te worden. Hij komt echter tot het inzicht dat hij een eenzaam mens is, want hij is er niet in geslaagd om met Lorna te George een relatie op te bouwen. Hij beseft dat het niet toegeven aan zijn gevoelens voor haar onmenselijk is geweest.
Noorderlicht
De roman
Noorderlicht (1948) wordt door velen beschouwd als een hoogtepunt in zijn werk. De roman speelt zich kort voor de Tweede Wereldoorlog af in een Leidse ijzerhandel, die door vijf mensen (broers en zussen) wordt gedreven. De directrice van het bedrijf is Aja Valcoog. Ze overheerst met haar sterke wil en occulte gaven haar twee broers en twee zussen. Ze wil de familie bijeenhouden. Er ontstaat een conflict als een van de commissarissen van het bedrijf, Hugo van Delden, de directrice Aja wil wegwerken. Op de aandeelhoudersvergadering deelt ze plotseling zelf mee dat ze wil aftreden. Als ze ziek wordt verslapt de greep op haar broers en zussen, die dreigen hun gemeenschappelijke huis te verkopen. Na haar herstel neemt Aja haar broers en zussen weer onder haar hoede. Ze wordt weer tot directrice van de ijzerhandel benoemd. Het bedrijf gaat een succesvolle periode tegemoet.
Latere romans
Na de Tweede Wereldoorlog verschenen romans als
De doopvont (1952) en
Bloesemtak (1955) hebben het typische Bordewijk-karakter verloren. Ze zijn minder zakelijk. De lezer heeft niet meer de indruk dat hij geconfronteerd wordt met stukken van een 'proces'. Het zijn gewone, goed gecomponeerde romans.
Lees verder