Nederlands: Nieuwnederlands in de 16e eeuw
De verzameling dialecten in de middeleeuwen werd in de zestiende eeuw vervangen door een standaardtaal. De behoefte aan een standaardtaal ontstond onder andere door de drukpers, de eenwording van de Nederlanden onder Karel V, de Reformatie en de opstand tegen Filips II. De denkbeelden van Luther en Calvijn moesten immers door al hun volgelingen worden begrepen, en ook voor het overleg tussen verschillende provincies was een standaardtaal noodzakelijk. Opmerkelijk is dat ook de waardering voor de klassieke talen zou leiden tot een meer uniforme standaardtaal. Het gebruik van de standaardtaal door de protestantse kerk en door de wetenschap verhoogde de status van de moedertaal aanzienlijk.
Het ontstaan van een standaardtaal
Voor 1500 schreef men in zijn eigen dialect. Er was nog geen algemene standaardtaal. Rond 1500 was de volkstaal goed genoeg voor schrijvers en ambtenaren. Kerk en wetenschap schreven echter in het Latijn. De taal van het volk werd als een minderwaardig neefje beschouwd.
In de eerste helft van de zestiende eeuw ontstond er, in de eerste plaats in de schrijftaal, een algemene standaardtaal. Het ontstaan van een standaardtaal kwam tot uiting in de nieuwe benamingen voor de taal in de Nederlanden. De in de middeleeuwen gebruikte benaming
Duits of
Diets kreeg concurrentie. De taal in de Nederlanden werd in een boek uit 1482 voor de eerste keer
Nederlands genoemd. In 1550 verscheen van Joos Lambrecht
De Nederlandsche Spellinghe. Andere benamingen, zoals
Nederduytsche, werden overigens nog lang gebruikt.
Diverse factoren hebben in de zestiende eeuw geleid tot een grote behoefte aan een algemene taal, bruikbaar en verstaanbaar voor inwoners van alle provincies, en dus tot het ontstaan van het Nieuwnederlands:
- de eenwording van de Nederlanden
- de uitvinding van de boekdrukkunst
- de Reformatie
- de opstand tegen de Spaanse koning
- de herontdekking van de cultuur van de Grieken en de Romeinen
De eenwording van de Nederlanden in de zestiende eeuw
Karel V was van 1516 tot 1555 heer van de Nederlanden. Hij voegde in 1548 de Nederlanden samen tot de Bourgondische Kreits. Op die manier werden vrijwel alle Nederlandse streken en enkele Franstalige verenigd. Dit gebied was niet meer aan de wetten en de rechtspraak van het Duitse Habsburgse Rijk onderworpen. Die staatkundige eenwording en het bewustzijn anders te zijn dan de rest van het Habsburgse Rijk brengt het ontstaan van een standaardtaal in een stroomversnelling.
De uitvinding van de boekdrukkunst
Voor 1500 waren er in Europa al 35.000 boeken, vooral Latijnse gedrukt. In de zestiende eeuw werden er steeds meer boeken in de volkstaal gedrukt, wat leidde tot de behoefte aan een uniforme taal. De drukkers hadden een commercieel belang bij het gebruiken van een standaardschrijftaal die door veel mensen werd begrepen, want dat vergrootte immers hun afzetgebied.
Drukkers gaven zelf het goede voorbeeld. De Vlaamse drukker Joos Lambrecht opende de aanval op het gebruik van bastaardwoorden. Zijn lijst met 'natuerlicken ende ongeschuumde (niet-vervuilde) Vlaamsche woorden' moest leiden tot het gebruik van uitsluitend Vlaamse woorden, en dus tot uniformering van de taal.
De Reformatie of kerkhervorming
In de Nederlanden verlieten Luther en Calvijn de rooms-katholieke kerk. Ze stichtten protestantse kerken. Ook Luther en Calvijn hadden belang bij een algemeen verstaanbare standaardtaal, want dan konden hun opvattingen wijd worden verspreid.
Voor de Reformatie had de katholieke kerk zich verzet tegen bijbels in de volkstaal, omdat men vreesde dat het onbegeleid lezen van de bijbel door leken tot ketterse denkbeelden zou kunnen leiden. Luther en Calvijn waren echter van mening dat de gelovigen zelf de bijbel moesten kunnen bestuderen. Er werden duizenden bijbels gedrukt in de taal van het volk.
Het gebruik van de eigen taal in de protestantse kerk, en niet meer zoals in de rooms-katholieke kerk het Latijn, leidde niet alleen tot een uniforme standaardtaal. Door het kerkelijk gebruik kreeg het Nieuwnederlands veel meer status.
De opstand tegen de Spaanse koning
Voor het ontstaan van het Nieuwnederlands is bloed gevloeid. De opstand tegen de Spaanse koning bracht de inwoners van de Lage Landen dichter bij elkaar. De verschillende provincies voerden samen oorlog tegen Filips II. Het gezamenlijk beraadslagen over het verzet leidde tot het gebruik van een standaardtaal.
in de tweede helft van de zestiende eeuw vluchtten veel mensen, die zich om politieke of godsdienstige redenen niet aan het bewind van Filips II wilden onderwerpen, van het Zuiden naar de provincie Holland in het Noorden. De provincie Holland, zowel politiek, economisch als cultureel het centrum van de Nederlanden, gaf wat betreft de standaardtaal de toon aan. Ook de vluchtelingen uit het Zuiden drukten hun stempel op de taal. Het Hollands werd daarom, met vele Brabantse en Vlaamse elementen, in de provincie Holland de standaardtaal.
De invloed van de klassieke schoonheid op de standaardtaal
De zestiende eeuw was de bloeitijd van de renaissance. Intellectuelen koesterden groot ontzag voor het Latijn en het Grieks, want dat waren de talen van hun grote voorbeelden. De klassieke talen waren volmaakter dan de levende talen.
Toch had de opvatting dat de ene taal primitiever was dan de andere taal een positieve invloed op de standaardtaal, omdat er in de standaardtaal geen meesterwerken verschenen die konden wedijveren met de klassieke voorbeelden. Dat was aanleiding om de eigen taal te verbeteren. Het Nederlands werd op Latijnse leest geschoeid. De door Nederlandse schrijvers gebruikte taal moest zo regelmatig worden als de klassieke talen.
Een taal die met de klassieke talen kon wedijveren moest ook een regelmatige spelling hebben. Het leidde daarom ook tot het eerste gekibbel over de juiste Nederlandse spelling (een gekibbel dat nog steeds niet is verstomd), en tot het verschijnen van de eerste grammatica's en woordenboeken.
De status van het Nieuwnederlands
In de kerken van de Reformatie gebruikte men niet meer, in tegenstelling tot de rooms-katholieke kerk, het Latijn. Door het gebruik van de eigen taal kreeg het Nederlands, zoals al eerder opgemerkt, veel meer status.
Ook wetenschappers gingen steeds meer in het Nederlands schrijven. Vaktermen werden vernederlandst. Ook het feit dat artsen, plantkundigen en mathematici in de zestiende eeuw in het Nederlands gingen schrijven gaf het Nederlands meer status.
De Brugse wetenschapper Simon Stevin, wiskundige, musicoloog, architect, astronoom en nog veel meer, schreef het merendeel van zijn wetenschappelijke werken in het Nederlands. Hij gaf, als eerste wetenschapper, in zijn moedertaal les aan de universiteit van Leiden. Bovendien is hij de schepper van Nederlandse termen als wiskunde, hoogtelijn, rechthoek en driehoek. Hij was van mening dat het Nederlands rijker was dan welke taal ook.
Lees verder