Nederlands: de voorgeschiedenis van het Nederlands
Over de voorgeschiedenis van het Nederlands, ook wel de prehistorie van het Nederlands genoemd, is weinig bekend. Het Nederlands was niet de taal van Adam en Eva. Wel is zeker dat het Nederlands veel overeenkomsten vertoont met het Duits, het Engels en het Fries. Het zijn West-Germaanse talen. Tot de taalfamilie van de Germaanse talen behoren ook de Noord-Germaanse en de Oost-Germaanse talen. De Germaanse talen en andere taalfamilies, zoals het Romaans, het Keltisch en de Indische talen, stammen af, zo hebben taalkundigen ontdekt, van een overkoepelende taal, het Indo-Europees.
Was het Nederlands de taal van Adam en Eva?
Joannes Goropuis Becanus, een taalgeleerde uit de zestiende eeuw, was van mening dat Adam en Eva in het paradijs Nederlands hadden gesproken. De paradijselijke oertaal zou in zijn zuiverste vorm bewaard zijn gebleven in Antwerpen, de woonplaats van Becanus. Volgens Becanus was Antwerpen gesticht door de nakomelingen van de Cimbren of Cimmeren die afstamden van Cimer of Gomer, de oudste zoon van Jafet die de oudste zoon was van Noah. Omdat ze waren teruggetrokken vóór de bouw van de toren van Babel was alléén hun taal niet aangetast door de Babylonische spraakverwarring, en dus ongerept gebleven.
De taalgeleerde Becanus leverde bewijzen voor zijn opmerkelijke mening. Het was duidelijk dat talrijke Herbreeuwse woorden uit Nederlandse grondvormen waren afgeleid (in de middeleeuwen heerste de opvatting dat alle mensen Herbreeuws spraken voordat God ze strafte met onverstaanbaarheid, omdat ze een toren tot in de hemel wilden bouwen). Bovendien was, volgens Becanus, aan de oudste benaming van het Nederlands,
Duyts of
Douts, te zien dat het Nederlands d'outs, dat wil zeggen de 'oudste', van alle talen was.
De prehistorie of voorgeschiedenis van onze taal
De opmerkelijke theorie van Becanus doet moderne taalgeleerden glimlachen. De taalgeleerden zijn het er wel over eens dat het Nederlands een afstammeling is van oudere vormen van onze taal. Over die oudere vormen is weinig bekend. We noemden die periode de prehistorie of voorgeschiedenis van onze taal. Toch valt er wel iets met een grote mate van zekerheid over die voorgeschiedenis te melden.
Overeenkomsten tussen verschillende talen
Het vergelijken van talen met elkaar maakt duidelijk dat sommige talen meer op elkaar lijken dan andere talen. Nederlands en Duits lijken veel meer op elkaar dan Nederlands en Frans. Frans lijkt wel veel op Spaans en Italiaans.Taalkundigen delen de talen op grond van overeenkomst tussen de talen in groepen in. Nederlands, Engels, Duits en Fries vormen een groep of taalfamilie. Ook de op elkaar lijkende talen Frans, Spaans, Italiaans en Portugees vormen een groep.
In het algemeen geldt dat de verschillen tussen de diverse talen in het verleden kleiner waren dan tegenwoordig. Zo zijn de verschillen tussen het moderne Nederlands en het moderne Engels groter dan de verschillen tussen het Nederlands en het Engels van de dertiende eeuw.
Het Germaans
De kleine verschillen tussen veel talen doet vermoeden dat ze afstammen van een gemeenschappelijke taal. Taalkundigen zijn van mening dat het Engels, het Nederlands, het Duits en het Fries afstammelingen zijn van het West-Germaans. Een bewijs dat het West-Germaans ooit heeft bestaan ontbreekt, want er is nooit een letter van die gemeenschappelijke taal overgeleverd. Waarschijnlijk is de mening van de taalkundigen echter wel.
De kleine verschillen tussen het Zweeds, het Noors en het Deens doen vermoeden dat ook deze talen verwant aan elkaar zijn. Hun veronderstelde gemeenschappelijke taal wordt Noord-Germaans genoemd.
Tot het Germaans behoren ook nog de drie uitgestorven talen Gotisch, Wandalisch en Burgundisch. Alléén van het Gotisch zijn nog resten bewaard gebleven in de vorm van een in de vierde eeuw gemaakte Bijbelvertaling door bisschop Wulfila.
De Germaanse taalfamilie bestaat dus uit:
- Oost- Germaans: Gotisch, Wandalisch, Burgundisch
- Noord-Germaans: Zweeds, Noors, Deens
- West-Germaans: Engels, Frans, Duits, Nederlands
Andere taalfamilies
Het Latijn van het Romeinse Rijk werd overgebracht naar allerlei provincies rondom de Middellandse Zee, onder andere naar het tegenwoordige Frankrijk en Spanje. Toen het Romeinse rijk uiteenviel ontstonden er steeds grotere verschillen tussen de talen in de diverse voormalige provincies van het Romeinse rijk. Zo ontstonden het Frans, het Spaans, het Italiaans en het Portugees. Deze talen worden Romaanse talen genoemd. Een andere grote talenfamilie is het Slavisch. Tot de Slavische talen behoren het Russisch, het Pools en het Tsjechisch.
Er zijn ook diverse kleinere taalfamilies: Tot het Keltisch behoren Iers en Welsh, de Baltische talen worden gesproken in Letland en Litouwen, het moderne Grieks is een Helleense taal, en het Hindi en het Bengaals zijn Indische talen.
Het Indo-Europees
William Jones, een Britse opperrechter in Calcutta, was gefascineerd door het Sanskriet, de oudste Indische taal. Het was in Indië de taal van de priesters en de geleerden. Hij ontdekte opvallende overeenkomsten tussen het Sanskriet enerzijds en het Latijn en het Grieks anderzijds. Zijn conclusie was dat al die talen een gemeenschappelijke voorouder moesten hebben.
Latere taalkundigen werkten de ontdekking van William Jones verder uit. Zo ontdekten ze dat de
p van het Latijnse woord voor 'vader '
pater bewaard is gebleven in het Franse woord
père en in het Italiaanse woord
padre. Het Oudindische woord voor 'vader' is
pitar. Ook in dat woord is de
p bewaard gebleven. Er bestaat dus kennelijk een overkoepelende taal.
Het onderzoek van de taalkundigen heeft geleid tot de conclusie dat de Keltische talen, Germaanse talen, Romaanse talen, Helleense talen en de Indische talen allemaal afstammen van dezelfde taalfamilie, het Indo-Europees. Het is een door taalkundigen veronderstelde taalfamilie, want van het Indo-Europees is niets, geen regel of letter, overgeleverd.
Lees verder