Schilderij 17e eeuw: De liefdesbrief van Johannes Vermeer

De liefdesbrief in de genreschilderkunst van de zeventiende eeuw
In de Nederlandse genreschilderkunst van de zeventiende eeuw was het schrijven, ontvangen en lezen van brieven een populair thema. In de ontwikkelde burgerlijke kringen was de brief toentertijd een veelgebruikt communicatiemiddel. Onzekere briefschrijvers konden voorbeeldboeken met stijladviezen en bepaalde gebruikelijke zinswendingen raadplegen.
De dienstbode speelt in schilderijen met een liefdesbrief vaak een bijzondere rol. Ze fungeert dan als een postillon d'amour, een koerierster met de brief met de geheime liefdesboodschap voor haar mevrouw, die het huis niet onbegeleid mocht verlaten. In Vermeers schilderij Vrouw en dienstbode met brief (1667/1668) overhandigt een dienstbode haar mevrouw, die juist een paar regels heeft geschreven, een brief. Uit verrassing of zelfs uit schrik heeft de verward kijkende vrouw een hand naar haar kin gebracht. Haar ongerustheid heeft kennelijk met de brief te maken. Ze heeft bedenkingen of ze dit 'avontuur' wel wil aangaan. De blik van de dienstbode, die een vertrouwensrelatie heeft met haar mevrouw, verraadt dat ze op de hoogte is van het overspel.

Het zeegezicht op schilderijen met liefdesbrieven
Niet zelden wordt de liefdesbrieven ontvangende of lezende mevrouw in genreschilderijen gecombineerd met een aan de wand hangend zeegezicht. Een zeegezicht, met zijn wisselende weersomstandigheden, verwijst naar de emoties en de gevaren van de liefde.In Vrouw die een brief verscheurt (1631), een genreschilderij van Dirck Hals, verscheurt een vrouw een brief, terwijl ze voor een schilderij staat die door de storm is overvallen. De relatie tussen de vrouw en de briefschrijver was dus kennelijk onstuimig. Op een ander schilderij van Dirck Hals, Zittende vrouw met brief (1633) laat een opgewekte vrouw haar liefdesbrief zien. Haar brief is, gelet op kalme zeegezicht dat aan de wand hangt, kennelijk beland in rustig vaarwater.

Vermeer en andere schilders van stille interieurs
De zorgvuldig ontworpen interieurs van VermeerVermeer schilderde vaak vrouwen in een stil interieur. Hij schilderde de vrouw op een moment dat de beweging stilviel. Zijn interieurs baden in een gewaagd daglicht. Door de werkelijkheidsgetrouwe weergave van de meubels, vloeren, gordijnen, kaarten en kleding is hij een typische Hollandse genreschilder uit de zeventiende eeuw.
Zijn interieurs zijn zorgvuldig ontworpen composities. Zowel in vlak als in kleur zijn het evenwichtige constructies van een verbluffende eenvoud en een ongeëvenaarde harmonie.
Verfijnde interieurs en doorkijkjes van andere schilders

In die tijd vervolmaakten schilders als Pieter de Hooch en Samuel van Hoogstraten de weergave van het perspectief. Het schilderij De pantoffels (1658), geschilderd door Samuel van Hoogstraten, was een voor die tijd modern schilderij. Van Hoogstraten maakte de toeschouwer tot een voyeur. Het doorkijkje geeft de toeschouwer gelegenheid tot een gedetailleerde waarneming. De wellicht haastig uitgedane pantoffels, de bezem tegen de wand en het schilderij aan de wand van een op de rug geziene vrouw biedt volop gelegenheid voor gedachten over het (verborgen) verhaal. Vermoedelijk is dit knappe schilderij een inspiratiebron geweest voor Vermeers schilderij De liefdesbrief.

Johannes Vermeers schilderij De liefdesbrief
De voorstellingVermeer geeft de in het duister staande toeschouwer de gelegenheid om ongezien en heimelijk en intiem tafereeltje tussen een dame en haar dienstmeid te bespieden. Door een donkere gang, met links een (vaag weergegeven) landkaart en rechts een stoel, kijkt de toeschouwer, langs een gordijn dat voor hem omhoog is getrokken, in een ontvangstruimte. Die ruimte, met zijn zwart-witte marmeren vloertegels, schilderijen een klassieke schouw en verguld leren wandkleed is voor die tijd modern en verfijnd ingericht.
De blik van de toeschouwer wordt direct naar de beide vrouwen in het midden gestuurd, want die zijn, vergeleken met de voorwerpen op de voorgrond, opvallend helder en scherp belicht. Vermeer geeft het moment weer waarop de in satijn afgezet met bont geklede dame net een brief overhandigd heeft gekregen door haar dienstmeid.
De interpretatie van de voorstelling
Het lachje en de houding van de dienstmeid doen vermoeden dat ze op de hoogte is van de inhoud of de afzender van de brief. De dame kijkt haar zichtbaar geschrokken aan. Het gaat immers om een liefdesbrief, een waarschijnlijk buitenechtelijke blijk van liefde, die in ieder geval geheim moet worden gehouden.
De oplettende toeschouwer ziet diverse verwijzingen naar de liefdesgevoelens van de dame. Met de op haar schoot liggende mandoline heeft de dame zich waarschijnlijk in een amoureuze stemming gebracht. De schouw heeft in de genreschilderkunst doorgaans de betekenis van te ontsteken of al ontstoken 'liefdesvuur'. Het zeegezicht aan de muur, met zijn woeste golven, verwijst naar haar kennelijk onstuimige liefdesgevoelens. Dat de dame geheel in beslag wordt genomen door haar liefdesperikelen blijkt uit het feit dat ze haar huishoudelijke plichten kennelijk verwaarloost. De schoenen, de bezem, de wasmand en het op de grond liggende borduur- of kantkloswerk, zijn daarvan de stille getuigen.