Schilderij 17e eeuw: Het melkmeisje van Johannes Vermeer
Het melkmeisje van Vermeer is een van Vermeers bekendste en meest bewonderde schilderijen. De duidelijk aanwezige keukenmeid schenkt heel geconcentreerd melk in een kom. De blik van de toeschouwer valt ongetwijfeld op het straaltje melk. Door de fenomenale schilderstechniek van Vermeer ziet en hoort de toeschouwer de melk welhaast bewegen. Vermeers schilderij van een alledaagse keukenmeid, een voorbeeld van Hollandse deugdzaamheid, blijkt bij nadere beschouwing allerlei boeiende details te bevatten.
De dienstmeid in de genreschilderkunst van de zeventiende eeuw
In de tijd van Vermeer werd er door schilders veel aandacht besteed aan dienstmeiden en keukenmeiden. De in die tijd afgebeelde dienstmeiden vertoonden vaak verwerpelijk gedrag. De dienstmeid in
Slapende dienstmeid en haar mevrouw van Nicolaes Maes is in slaap gesukkeld, de dienstmeiden in schilderijen van Ter Borch of Jan Steen bemoeien zich vaak met intieme aangelegenheden van hun bazin, en de jonge keukenmeisjes in schilderijen van Gerard Dou, zoals het keukenmeisje in zijn
Dienstmeisje dat uien hakt, kijken de toeschouwer verleidelijk aan.
De door Vermeer geschilderde keukenmeid laat zich, in tegenstelling tot de meeste andere door schilders uit de tijd van Vermeer afgebeelde keukenmeiden, niet afleiden. Ze gaat op in haar werk. Het leeggieten van de kan met melk wordt door het melkmeisje ernstig en geconcentreerd uitgevoerd. Haar neergeslagen blik is een teken van in zichzelf gekeerd zijn en nederigheid. Haar toewijding aan een alledaagse taak maakt Vermeers melkmeisje tot een toonbeeld van Hollandse deugden als kracht, uithoudingsvermogen, bescheidenheid en eerlijkheid.
Het bijna heilige karakter van het tafereel
Toeschouwers uit de tijd van Vermeer is het welhaast heilige karakter van Vermeers schilderij
Het melkmeisje (circa 1658-1660) ongetwijfeld niet ontgaan. In de bijbel wordt de melk als "onvervalst" aangemerkt (Petrus 2:2), en als "de eerste beginselen van de leer die God heeft geopenbaard" (Herb. 5:12). Ook het door Vermeer zo fraai geschilderde in het licht fonkelende brood verwijst naar het welhaast heilige karakter van het tafereel. In de bijbel is Christus immers het ''brood des levens" (Joh. 6:48). Voor de toeschouwer uit de zeventiende eeuw was de verwijzing naar de eucharistie onmiskenbaar. En dan is er nog het welhaast goddelijke licht, dat zowel het gele lijfje van het dienstmeisje als het stilleven op de tafel doet glanzen.
Een monumentale weergave
Vermeers melkmeisje is duidelijk fysiek aanwezig. Ze staat stevig in het middelpunt van de voorstelling, frontaal en vanuit een laag standpunt gezien. Ze is simpel maar kleurrijk gekleed. Vermeer heeft haar tegen een kale achtergrond geplaatst. Uit röntgenfoto's blijkt dat Vermeer een oorspronkelijk op de achtermuur aanwezige landkaart heeft overgeschilderd, om zo zijn melkmeisje nog indringender, bijna monumentaal, af te kunnen beelden tijdens haar dagelijkse werkzaamheden. Door het scherpe contrast van licht en donker langs haar rechterzij en rug, door Vermeer versterkt door een lijn spierwitte verf, lijkt de omvang van de keukenmeid te worden vergroot. De indrukwekkende keukenmeid, met haar volle, ronde vormen en haar spullen beslaat een derde van het schilderij.
De schilderstechniek van Vermeer
Er is waarschijnlijk geen schilderij waar Vermeer zo veel aandacht aan heeft besteed. Wie goed kijkt ziet allerlei details: het daglicht dat door het gebarsten ruitje in het raam valt, de putjes en krassen in de muur, en het stof op de plint. Aan de twee spijkers (met schaduw!) aan de muur hebben wellicht schilderijen of spiegels gehangen.
Het stilleven op tafel werd door Vermeer met een gecompliceerde techniek geschilderd. Voor het broodmandje, de kruik en het brood bracht Vermeer doorzichtige verflagen over elkaar aan. Zo schilderde hij de broodjes op tafel en het brood in de broodmand met een dikke laag loodwit, een tweede laag roodachtige lazuurverf waar korrels van de onderlaag, herkenbaar als witte stippen, gedeeltelijk doorheen komen, en een derde gelig witte laag. De aldus ontstane kleine glimlichtjes suggereren de knapperigheid van het brood.
Met lichtblauwe stippen verlevendigde Vermeer het schort van de dienstbode en de blauwe handdoek op tafel, terwijl hij de mouwen van purperrode stippen voorzag. Deze 'pointillistische' techniek werd door Vermeer ook bij enkele andere schilderijen toegepast.
Meisje dat uien bakt /
Bron: Gerrit Dou, Wikimedia Commons (Publiek domein)De dubbelzinnige reputatie van dienstmeiden
Dienstmeiden hadden vaak een dubbelzinnige reputatie. Op veel genreschilderijen uit de zeventiende eeuw wordt niet alleen verwezen naar de deugdzaamheid van dienstmeiden, maar ook naar hun geslachtsdrift. Uien en een hangende kip, beiden te zien op Gerard Dou's schilderijtje (18 x 14,8 cm)
Meisje dat uien bakt (1646), waren voor toeschouwers in de tijd van Vermeer herkenbare verwijzingen naar wellust.
Ook het schilderij van Vermeer bevat enkele bedekte verwijzingen. De cupidootjes in de plint zijn een verwijzing naar de liefde. De door Vermeer later geschilderde houten stoof, geschilderd over een wasmand die eerst op die plaats stond, was in Vermeers tijd een algemeen bekende verwijzing naar vrouwelijke zinnelijkheid. De stoof, die gloeiende sintels onder de rokken van een vrouw hield, werd schetsend aangeduid als '
le mignon des dames' (de lieveling van de vrouwen). Het keukenmeisje van Vermeer heeft haar lieveling echter de rug toegekeerd. Kennelijk wilde Vermeer vooral de deugdzaamheid van zijn keukenmeid benadrukken.
De waardering voor het schilderij Het melkmeisje
Het schilderij
Het melkmeisje werd al vroeg gewaardeerd. Bij de veiling van Vermeers nalatenschap in 1696 bracht het kleine schilderij (45,5 x 40,6 cm) de relatief hoge prijs op van 175 gulden. In 1719 wordt het schilderij omschreven als "Het vermaerde Melkmeysje, door Vermeer van Delft, konstig".
In 1907 kreeg de Vereniging Rembrandt 39 schilderijen aangeboden uit de collectie van jonkheer Pieter Hendrick Six van Vroomade. De Vereniging kon de benodigde 750.000 gulden niet bij elkaar brengen. Toen de kunsthistoricus Frans Lugt stelde dat
Het melkmeisje niet zo belangrijk was, brak een emotionele discussie los. De directeur van het Mauritshuis, Abraham Bredius, wilde voorkomen dat het schilderij door de Amerikanen werd gekocht. Hij stelde voor
Het melkmeisje te ruilen voor Potters
Stier. Zo ver kwam het niet. De Nederlandse regering besloot in 1908 om de 39 aangeboden schilderijen aan te kopen.
Met de aankoop van de 39 schilderijen bleef
Het melkmeisje, een van de bekendste schilderijen van Vermeer, voor Nederland behouden. Het schilderij, een overtuigend 'exemplum virtutis' (toonbeeld van deugd), is nu te bewonderen in het Rijksmuseum te Amsterdam.
Lees verder