Waar ligt Eldorado (goudland)?
Het mythische Eldorado (goudland) spreekt tot de verbeelding. Een oord waar het goud voor het oprapen ligt. Of is het een metafoor en maakt ieder zijn eigen Eldorado? Is het een wensbeeld? Nooit meer armoede? Door de eeuwen heen heeft de mens er, net als de Spaanse conquistadores, steeds vergeefs naar gezocht. De ‘gouden man’ schijnt overigens echt bestaan te hebben. Wie slechts een klein deel van de schatten uit het mythische Eldorado vindt, zal prompt onmetelijk rijk zijn. Landkaarten genoeg die verwijzen naar dat betoverende oord.
Inhoud
Gouden man van Eldorado
De
Gouden man van Eldorado is een schilderij van Theodor de Buy uit de 16de eeuw. Het stelt een initiatierite voor, ergens in Zuid-Amerika, in de tijd dat de
conquistadores er de scepter zwaaiden. Frappant is dat de geïnitieerde met goudstof wordt bedekt en dat enkele aanwezigen bedwelmende drankjes uit gouden bekers drinken. Dit zou zich hebben afgespeeld in Eldorado, waarvan aanvankelijk werd gedacht dat het aan een paradijselijk meer lag, zoals in het Zuid-Amerikaanse Guyana, getuige de vele schilderijen van onder andere George Bernard (1832-1890).
Avonturiers
Het is dan ook niet vreemd dat deze kunstwerken eeuwenlang talloze avonturiers en
goudzoekers hebben geïnspireerd om een poging te wagen dat geheimzinnige oord te vinden. De conquistadores ontdekten weliswaar gouden voorwerpen, zoals van de Inca’s, maar ze beschouwden ze veeleer als vingerwijzingen naar het goudland waar die voorwerpen vandaan zouden komen. Koortsachtig hebben ze die ‘sporen’ in alle windrichtingen gevolgd, tot in Noord-Amerika toe.
Talloze expedities naar goudland
Door de eeuwen heen zijn er altijd
goudschatten gevonden, zoals in
Egypte en in West-Afrika. Dat het goud er in bepaalde oorden voor het oprapen lag, is echter nooit het geval geweest. De verhalen over het mythische Eldorado (goudland) zijn vooral leven ingeblazen na de veroveringen van de Spaanse conquistadores in de 15de en 16de eeuw.
Smaragden en goudklompen
Met name naar aanleiding van de rituelen van de Zuid-Amerikaanse Muisca-indianen, variërend van met goud bedekte hoofdmannen tot enorme goudschatten die als offergaven in de duistere diepten van een meer werden geworpen, zoals bij Bogotá, Colombia. De conquistadores wilden het goud bergen, vooral de schatten in het Guatavitameer. Er is echter nooit zoveel gevonden als men dacht te vinden, ondanks de vele grote smaragden en goudklompen die de conquistadores aan de Spaanse
koning Filips II overhandigden.
Legenden over Eldorado
Het geloof in het bestaan van Eldorado werd er alleen maar sterker door. De vondsten die in de daaropvolgende eeuwen in Midden- en Zuid-Amerika werden aangetroffen, maakten velen steeds gretiger naar nóg 'omvangrijkere' schatten. Veel expedities werden op touw gezet, zoals door Sir Walter Raleigh in opdracht van
koningin Elisabeth van Engeland. Hij werd naar Monao gestuurd, waar zelfs de potten en pannen van goud zouden zijn, althans volgens de legenden die de indianen de Europeanen influisterden.
Jungle
Feit is dat deze verslavende Europese zoektocht naar goud ontelbaar veel oorspronkelijke bewoners het leven heeft gekost. Verder konden de meeste conquistadores en andere Europeanen de lange (vergeefse) voettochten door de
jungles en woestenijen niet aan, waardoor menige poging uitmondde in
dood en verderf.
Ondanks de vergeefse expedities naar goudland bevestigden talloze vondsten de
legenden over een land of oord waar alles goud is wat er blinkt. De beschavingen in de uitgestrekte gebieden rondom de landengte tussen Noord- en Zuid-Amerika stonden bekend om de ambachtelijke goudbewerking, getuige de vele artefacten van bijvoorbeeld de Vicus-cultuur (500 v.C-500 n.C.), waaronder grafgiften, drinkbekers en borstsieraden.
De vloek van Eldorado
Van de Nafaqua-indianen zou
kolonel Fawcett informatie hebben gekregen over de precieze ligging van Eldorado. In 1922 ging hij op pad met zijn zoon Percy en de Engelsman Raleigh naar het nog onontsloten Plateau van Mato Grosso, in de hooglanden van Midden-Brazilië. Hij overleefde de expeditie niet.
De beroemde conquistadores Diego de Rojas, Juan Núñez de Prado en Francisco de Aguirre /
Bron: Gergas, Wikimedia Commons (CC BY-SA-4.0) Avonturiers
Zo verging het talloze avonturiers uit vervlogen dagen en uit recentere tijd. De zoektochten werden om allerlei redenen gestaakt. De expeditieleden overleden aan honger, dorst, vielen ten prooi aan
waanzin, werden bestookt met
hallucinaties of aangevallen door indianen.
Queeste van Pizarro
Interessant is de zoektocht van
Gonzalo Pizarro, in 1540 benoemd tot gouverneur van de provincie Quito in Ecuador. Ook hij kreeg informatie van indianen over een land met een ‘overvloed aan kaneel en goud’. In 1541 ging hij op zoek met 4000 indianen en ongeveer 350 Spaanse soldaten. Ze reisden langs de oevers van de Rio Coca en de Rio Napo. Pizarro staakte de zoektocht omdat zijn soldaten en indianen aan
vreemde ziekten en honger overleden. Orellano trok met een kleine groep verder en ontdekte de Amazone.
Werner Herzog
Vele andere zoektochten naar Eldorado verzandden eveneens in waanzin. Een van die krankzinnige queesten is door de Duitse filmregisseur en -producent
Werner Herzog treffend in beeld gebracht met zijn speelfilm
Aguirre – der Zorn Gottes (1972). Een film waarin de dramatische Amazone-expeditie onder leiding van Gonzalo Pizarro letterlijk wordt opgeslokt door het oerwoud.
Lees verder