Het huwelijk van Koning Willem III en Koningin Sophie
Over de omgang van koning Willem III met vrouwen is altijd veel te doen geweest. Geen wonder: zijn eerste huwelijk met Prinses Sophie (1818-1877), een dochter van de koning van Wurtemberg, was ronduit rampzalig en eindigde in een scheiding van tafel en bed. Ook de vele buitenechtelijke verhoudingen hebben hem, afgezien van andere kwalijke zaken, berucht gemaakt. En bij zijn tweede huwelijk, met de meer dan 40 jaar jongere Emma van Waldeck-Pyrmont zijn vaak kritische kanttekeningen geplaatst.
Inhoud
Koninklijke huwelijken
Koning Willem I heeft heel wat van doen gehad met vrouwen. Diens zoon,
Willem II minder - maar die heeft wat het liefdesleven betreft weer extra aandacht getrokken vanwege homoseksuele relaties. Beiden echter worden wat relaties met vrouwen en seksuele escapades betreft verre overtroffen door Willem III. Veelzeggend is in dit verband het boek
De Bastaarden van Koning Gorilla [dat is Willem III]
en hun nakomelingen van Hanno de Iongh; de schrijver telde meer dan dertig bastaards.
En dan waren er natuurlijk ook nog ’echtelijke’ kinderen; drie uit het eerste en één uit het tweede huwelijk.
Koningin Sophie
Sophie werd in 1818 in Stuttgart geboren als Prinses Sophia van Wurtemberg, jongste dochter van Koning Wilhelm van Wurtemberg en de tsarendochter Catharina Paulowna (een zuster van
Anna Paulowna, de echtgenote van koning Willem II; Sophie trouwde dus naderhand met haar neef). Ze kreeg in haar jeugd een veelzijdige opleiding, had belangstelling voor filosofie en metafysica en las veel, bij voorkeur ‘zware kost’.
Toen ze bijna 20 jaar was gaf Willem, de toekomstige koning der Nederlanden, te kennen met haar te willen trouwen. Volgens Sophies eigen herinneringen – ze schreef naderhand een
Histoire de ma Vie, en ook in brieven aan derden vertelde ze veel van haar belevenissen en gevoelens – voelde ze toen eigenlijk al niet veel voor hem. Of die herinnering gekleurd is door haar latere ervaringen is niet duidelijk, maar hoe het zij, nadat een huwelijkscontract was gesloten, werd op 18 juni 1839 het huwelijk in het koninklijk slot te Stuttgart voltrokken.
13 juli arriveerde het jonge koninklijk paar in Nederland. Na een tocht door het land arriveerden Willem en Sophie op 17 juli in Den Haag waar ze enthousiast door de bevolking werden ontvangen.
Een ongelukkig huwelijk
Zoals gezegd, er is al veel geschreven over vrouwen in het leven van Willem III en zeker ook over het huwelijk van de vorst met Sophie. Wat dat laatste betreft kunnen we bijvoorbeeld verwijzen naar het boek van Hella Haase en S.W. Jackman (red.)
Een vreemdeling in Den Haag.
Uit de brieven van Koningin Sophie der Nederlanden aan Lady Malet (Amsterdam 1985). In die brieven komt het huwelijk naar voren als een constante marteling voor de koningin, de hel op aarde - en welk beeld ze daarbij geeft van de veroorzaker van al die ellende, haar echtgenoot, spreekt voor zich.
Ter illustratie: op 3 februari 1845 schreef ze over hem aan Lady Malet:"(…)een geestelijk gestoord mens – en erger nog. (…)dit onberekenbare mengsel van absurditeit, onmenselijkheid en dwaasheid (…)"
Tragisch
Wie het boek van D. van der Meulen over Willem I vervolgens leest (zie onder Bronnen), zal het puur negatieve oordeel over de koning in dezen ongetwijfeld wat bijstellen, en ontdekken dat er op de koningin ook heus wel wat aan te merken valt. Maar dat laat onverlet dat we het huwelijk als ongelukkig, beter misschien nog als dramatisch kunnen kwalificeren - en waarschijnlijk is het woord ‘tragisch’ het meest passend als we denken aan de kinderen die ermee geconfronteerd werden (voor de details verwijzen we naar genoemde boeken). Voor Sophie kwam daar ook nog bij dat ze een uitgesproken slechte verhouding had met haar schoonmoeder en tegelijk tante,
Anna Paulowna en dat het gedrag van de oudste zoon Willem (ter onderscheiding van zijn vader, grootvader en over-grootvader
Wiwill[ genoemd) ook problematisch was.
Louise-Rose Rouvroy
Het zal niemand verbazen dat Willem III in die tijd (1848) ook een maîtresse had (wat niet wil zeggen dat het de eerste was). We bedoelen Louise-Rose Rouvroy, een in 1823 te Lille geboren operazangeres.
Louise trad voor het eerst in
1848 op in de Koninklijke Schouwburg in Den Haag. Kroonprins Willem werd verliefd op haar. Hij schreef hartstochtelijke brieven aan de zangeres en liet het daar niet bij: ze bleek spoedig in verwachting. Dat was een probleem voor haar en zeker ook voor Willem. Maar ze zagen een oplossing: Willem zou afzien van de troon en zich met zijn geliefde vestigen op een klein landgoed bij Lille in Noord-Frankrijk.
Uit alles blijkt (met name uit nagelaten brieven) dat het voor de kroonprins echte liefde was, waarvoor hij veel wilde opofferen. Daarbij betoonde hij zich uiterst bezorgd over haar gezondheid en welzijn (D. van der Meulen, blz. 188). En dan verdwijnt ze uit de geschiedenis, alsof ze opgaat in de mist. Het is niet bekend hoe het verder ging met de zwangerschap en welke rol Willem verder nog speelde in haar leven. Wel is bekend dat Louise naderhand haar zangcarrière met veel succes voortzette in Parijs. Van Willem weten we dat hij begin 1849 op reis ging. Niet naar Frankrijk, maar naar Engeland.
Willem III: koning tegen wil en dank
Er is in die tijd wel gesuggereerd dat Louise naar Engeland was vertrokken en dat Willem haar vervolgens achterna ging. Die opvatting wordt echter niet door feiten bevestigd. Wel is duidelijk dat zijn vader de trip goedkeurde en dat de gezant in Engeland, Gerrit graaf Schimmelpenninck, erop toe moest zien dat de kroonprins zich gedroeg (hij schijnt, wat losbandigheid betreft, toen al berucht geweest te zijn).
Hoe het ook zij, de prins was in Engeland en
zijn vader was ziek. Ernstig ziek. De koning begaf zich in maart 1849 naar zijn geliefde Tilburg en stierf daar de 17e van die maand. Daarmee was zijn zoon de nieuwe koning. Alleen, deze wist dat toen nog niet, en toen hij wel op de hoogte was gaf hij te kennen geen koning te willen worden. "Omdat mijn vader die belachelijke Grondwet van 1848 heeft geslikt," schijnt hij verklaard te hebben.
Willem laat zich ompraten
Anna Paulowna had blijkbaar al rekening gehouden met die mogelijkheid, want ze liet nog vóór dat dit bekend werd weten dat, indien de omstandigheden dat noodzakelijk maakten, haar tweede zoon
Frederik - volgens de wil van haar echtgenoot - regent zou moeten worden. Maar die noodgreep hoefde niet toegepast te worden want Willem liet zich ompraten, keerde terug naar het vaderland en aanvaardde als Koning Willem III officieel de regering.
Koningin Sophie – echtgenote en moeder
Een vader en moeder die als kat en hond leven en die het ook volstrekt oneens zijn over het opvoeden van de kinderen, de oudste zoon die onhandelbaar is… De positie van de gouverneur van erfprins Willem van Oranje (Wiwill), de Luitenant der infanterie jhr. Eduard de Casembroot, die de opvoeding en opleiding van Wiwill op zich moest nemen, was weinig benijdenswaard.
Zijn nagelaten
Herinneringen is een belangrijke bron voor onze informatie over die situatie. Zo weten we dat de koningin volledig beslag legde op haar zoon en zich (voor de gouverneur hinderlijk) bemoeide met zijn opvoeding - wat niet wegnam dat ze wel het nodige op de erfprins had aan te merken (ze ‘verweet’ hem dat hij veel van zijn vader had) en dat de tweede zoon, Maurits, haar lieveling was. Ook weten we dat Wiwill vaak slachtoffer was in de constante strijd die er woedde tussen vader en moeder en bovendien ook wel eens slachtoffer van vaders beruchte woedeaanvallen. Opvallend is, dat De Casembroot over ’t algemeen toch meer sympathie voor de vader dan voor de moeder op kon brengen…
In 1850 kreeg Sophie een ernstige slag te verwerken: Prins Maurits (geboren in 1843) overleed. Niet lang daarna was ze weer in verwachting. Ze zal daar weinig troost in hebben gevonden gelet op hetgeen ze daarover aan Lady Malet schreef: “Mijn leven is een hel. Als ik zwanger ben is hij [de koning] altijd onvriendelijk tegen mij. Hij is wreed, zoals alle zwakkelingen.” Op 25 augustus werd het kind, Alexander, geboren. Als we mogen geloven wat de moeder aan Lady Malet schreef, was vader Willem niet blij met het kind.
Buitenechtelijke activiteiten van de koning (en de koningin?)
Veel van onze kennis over Willem III ontlenen we aan de brieven die zijn vrouw schreef, zoals aan Lady Malet. De lady was niet de enige die door Koningin Sophie op de hoogte werd gehouden van haar ellendig leven. Ook aan haar particulier secretaris, Wilhelm von Weckerlin, werd het nodige schriftelijk meegedeeld (en dus kan ook dat als bron dienen). Ook daarin komt Willem III naar voren als een drankzuchtig, wreed persoon en als een echtgenoot die de (seksuele) omgang met andere vrouwen bepaald niet schuwde.
In ieder geval, zo blijkt uit die brieven en briefjes en uit de herinneringen van De Casembroot, was hij ook aan het hof actief op dat gebied. En zijn vrouw was op de hoogte. Zo is er sprake van een meer dan gewone belangstelling van de koning voor ene Albertine. En voor Christine, een hofdame, en mogelijk voor een gravin van Limburg Stirum. Ook gaf hij er, volgens aantekeningen van Casembroot uit 1854, blijk van wel met een andere vrouw te willen trouwen. Met een freule Van Pallandt, om precies te zijn. In diezelfde tijd vertrouwde hij de gouverneur trouwens ook toe dat hij overwoog om af te treden. Volledigheidshalve zij wel vermeld dat er ook vergelijkbare verhalen over oneerbare omgang van de koningin met mannen, zijnde niet haar echtgenoot, de ronde deden.
Scheiding
In 1851 schreef Sophie aan haar secretaris dat ze besloten had te scheiden van de koning en dat ze er met
Prins Frederik, broer van wijlen haar schoonvader, over had gesproken (deze oom van Willem III was het enige lid van het Koninklijk Huis met wie ze een goede, vertrouwelijke relatie onderhield en die haar goed gezind was). Later dat jaar maakte ze haar besluit ook bekend aan de koning. Deze stuurde vervolgens aan op een minnelijke schikking. Dat wil zeggen: volgens de wet moest het huwelijk in stand blijven en naar buiten toe - om staatsrechtelijke en politieke problemen te voorkomen – zou de schijn ook in stand gehouden worden, maar in de praktijk zouden ze gescheiden, 'van tafel en bed', verder leven.
De koningin ging echter met de bijbehorende voorwaarden van de schikking niet akkoord. Het duurde tot 1855 voor een tweede poging werd gedaan. Toen met meer succes: er werd na onderhandelingen een document met bepalingen getekend door de partners die gunstiger waren voor de koningin dan de eerste. Zo mocht zij een eigen huishouding hebben, kreeg ze een ruime maandelijkse toelage en zou ze de opvoeding van Alexander in handen hebben tot deze negen jaar werd.
In de zomer woonde Koningin Sophie nu op
Huis ten Bosch. In de winter was ze wel op Noordeinde – in dat seizoen verbleef de koning meestal op Het Loo – maar dan wel in eigen, afzonderlijke appartementen. Daarmee was de vrede tussen de echtelieden niet gerealiseerd, maar wel een situatie gecreëerd waarbij de twee elkaar zoveel mogelijk konden ontlopen. Wel moest, hoe dan ook, voor de buitenwereld, en zeker voor het volk, de schijn van een normaal-functionerend koninklijk paar in stand gehouden worden. En dat is goed gelukt.
Lees verder