De derde tussenperiode in Egypte
De derde tussenperiode in Egypte 1070-525 v.Chr. kenmerkte zich door een toenemend verval, waarbij met regelmaat Libyers de Nijldelta vanuit het westen en/of binnendrongen of er zich vestigden. In een latere fase van dit tijdperk vielen daarbij vanuit het oosten ook nog eens Assyriërs Egypte binnen. In 663 v.Chr. werden deze Assyriërs door Psammetichus I verdreven, waarna de staat Egypte weer tot bloei kon komen. De stad Saïs werd door Psammetichus I tot hoofdstad uitverkoren.
Algemeen
De derde tussenperiode in Egypte kan worden onderverdeeld in het regeren van de 21e-26e dynastie. De 21e dynastie kenmerkte zich door decentralisatie. Doordat Smendes I in Tanis nauwelijks enige macht bezat en de eerste priester van Amun trouwde met een dochter van de Pharaoh Ramses XI grepen de priesters in Opper-Egypte de macht. Door Pinodjem Meramun werd het Rijk weer door zijn huwelijk met koningin Henouttawy verenigd. Aan het einde van deze dynastie vestigden er zich veel Libyers in het westen van de Nijldelta. Omstreeks 945 v.Chr. greep Sjosjenk I, een Libysche generaal, dan ook de macht in de Nijldelta en vestigde zich in de stad Bubastis. Aldaar verdreef hij de dynastie van de priesters, die vervolgens uitweken naar de zuidelijker gelegen stad Napata.
Toename van de anarchie
In de 22e dynastie nam de anarchie toe en verbrokkelde het land in kleine vorstendommen. Verschillende machthebbers regeerden afzonderlijke delen van het land. In de 24e dynastie nam de stad Saïs het voortouw, daarbij strekte diens macht zich niet verder uit dan tot aan Memphis. In de 25e dynastie werd door Piankhi vorst van Napata (Nubië) Opper-Egypte veroverd, waarna diens opvolger Shabaka in 710 v.Chr. ook de Nijldelta veroverde. Uiteindelijk werd de laatste vorst van de 26e dynastie Psammetichus III van Egypte in 525 v.Chr., na een periode van opbloei onder zijn voorgangers, door de Perzen verslagen.
Regeringsperioden van de 21e-26e dynastie in Egypte
De 21e dynastie in Tanis (Nijldelta) 1070-945 v.Chr
Deze dynastie wordt de tanistische periode genoemd. Terwijl Smendes en andere machtshebbers in de stad Tanis regeerden, werd de eerste profeet van Amun, de generaal Herihor, in de Thèbaïs als koning erkend. Hetzelfde geschiedde met enkele hogepriesters onder zijn opvolgers. Aan de macht in Tanis waren: Smendes I 1070-1044 v.Chr. die werd opgevolgd door Amenemnisoe 1044- 1039 v.Chr. Vervolgens kwamen aan het bewind: Psoesennes I 1039-991, Amenemope 993-984, Osorkon I 984-978, Siamun 978 - 959 en Psoesennes II 959-945 v.Chr.
De 21e dynastie in Thèbai (Opper-Egypte) 1080-945 v.Chr
Deze dynastie staat bekend als de dynastie van de priester-koningen. Aan de macht in Opper-Egypte waren achtereenvolgens: Herihor 1080-1074, Piankh 1074-1070, Pinodjem Meramun 1070 -1032, Masaherta 1054 -1046, Menkheperré 1046-992, Smendes II 992 - 990, Pinodjem II 990-969 en Psoesennes III 969-945 v.Chr.
De 22e dynastie in Tanis/Boebastis 945-715 v.Chr
Deze dynastie kenmerkte zich door oplevende handelsactiviteiten en wordt de Libysche dynastie genoemd. Nadat de opvolging in Thebe in 945 v.Chr. was uitgestorven, zette Sjosjenk I aldaar zijn zoon op de troon. Aan de macht in de Nijldelta waren achtereenvolgens: Sheshonq I 945-924, Osorkon I 924-889, Sjosjenk II 889-897, Takeloth I 887-874, Osorkon II 874-837, Sjosjenk III 837-785.
De 23e dynastie in Napata/Leontopolis 818-715 v.Chr
De vorsten van deze dynastie waren rivalen van de koningen van de 22e dynastie van de Nijldelta. Aan de macht in Opper-Egypte waren achtereenvolgens: Petubastis 818-793, Sjosjenk IV 793-787, Osorkon III 787-759, Takeloth III 764-757, Roedamon 757-754, Ioeput II 754-720 en Sheshonq VI 720-715 v.Chr.
De 24e dynastie in Sais 727-715 v.Chr
Deze dynastie van Ethiopische koningen werd gesticht in het westelijk deel van de Nijldelta door een generaal van Pankhi van de 25e dynastie en wel door Tefnakht 727-721 v.Chr. Deze vorst kwam in opstand tegen Piankhi, maar verloor de strijd en kwam daarbij om het leven. Zijn opvolger Bakenrenef 721-715 v.Chr. onderging het zelfde lot toen hij door Shabaka, die inmiddels Piankhi was opgevolgd, in 715 v.Chr. werd gedood.
De 25e dynaste van de Kushieten 752-656 v.Chr
Allereerst regeerden in Nubië Alera 786-766 en Kashta 766-752 v.Chr., voordat Piankhi (Piye) de 25e dynastie in Egypte stichtte. Deze veroverde in zijn regeringsperiode 752-721 v.Chr. Thèbai, waarna zijn opvolger Shabaka 721-706 v.Chr. ook de Nijldelta in 710 v.Chr. veroverde. Daarmede werd Egypte met Nubië verenigd en kon er weer een bloeiperiode ontstaan. Vervolgens kwamen achtereenvolgens aan de macht: Shabataka 706-690, Taharqa 690-664 en Tanutamun 664-656 v.Chr., waarbij Memphis de hoofdstad was.
De 26e dynastie in Saïs 664-525 v.Chr
Dit was de laatste zelfstandige dynastie van Egypte. Psammetichus I bevrijdde Egypte van de Assyriërs, Zijn opvolger Necho II versloeg de Israëlitische stammen bij Megiddo in 609 v.Chr, doch werd zelf in 605 v.Chr. verslagen door Nebukadnezar bij de stad Karkemisj. Apriës steunde de Israëlitische stammen in hun opstand tegen de Assyriërs en Amasis bracht enorme welvaart en rust in Egypte, waarbij de kunst enorm opbloeide. In de slag bij Pelesium (Port Saïd) werd Psammetichus III, de zoon van Amasis, echter door Cambysès verpletterend verslagen, waarmee de eerste Perzische overheersing in 525 v.Chr. een aanvang nam. Aan de macht in deze dynastie waren achtereenvolgens: Psammetichus I van 664-610, Necho II 610-595, Psammetichus II 595-589, Apriës 589- 570, Ahmose II (Amasis) 570-526 en Psammetichus III 526-525 v.Chr.
Lees verder