Koningin Wilhelmina - regeerperiode 1940-1948

Nadat ze 18 jaar was geworden, werd Wilhelmina in 1898 Koningin der Nederlanden. Ze was toen dus nog jong. Maar ze was ook uitstekend voorbereid op de zware taak, ze was bovendien intelligent, zeer onderlegd en ze bezat een sterk plichtsbesef jegens het vaderland en het volk dat – zo voelde zij het – aan haar zorg en verantwoordelijkheid was toevertrouwd. Al die positieve eigenschappen kwamen in het bijzonder aan het licht gedurende de jaren van Duitse bezetting, toen Wilhelmina vanuit Londen het verzet tegen de bezetters leidde en het volk inspireerde. De niet-aflatende inzet, de constante spanningen, het jarenlange verblijf in het buitenland gescheiden van haar dochter en kleinkinderen, hadden hun tol geëist zo werd snel duidelijk na de bevrijding. Oververmoeid trad ze in 1948 af als regerend staatshoofd; ze werd opgevolgd door haar dochter Juliana. Vervolgens leidde ze een teruggetrokken leven op het Loo waar ze eind november 1962 stierf.

Inhoud


Radiotoespraken en correspondentie

Vanuit Londen, waar ze met kabinetsleden en een aantal ambtenaren en ook Prins Bernhard verbleef, speelde bij het onderhouden van contacten, het leiden en inspireren van de bevolking in Nederland de radio een centrale rol. Vanaf het begin van het verblijf van de Koningin en haar ministers in Engeland richtte zij zich in vurige toespraken tot haar onderdanen, in bezet gebied, in de overzeese gebiedsdelen en op de vaderlandse koopvaardijvloot. Met dochter Juliana, die met de prinsessen Beatrix en Irene sinds juni 1940 in Canada verbleef, onderhield ze een uitgebreide correspondentie. Veel van wat de Koningin bewoog in die Londense periode en haar opvattingen over de gang van zaken met betrekking tot de ontwikkelingen tijdens de oorlog en meer in ’t bijzonder haar relaties met ministers in ballingschap, weten wij dankzij die correspondentie. (De historicus Cees Fasseur op wiens biografie over Wilhelmina dit artikel grotendeels is gebaseerd, heeft de correspondentie als bron gebruikt bij het schrijven van die biografie.)

De relatie van Wilhelmina met haar ministers en medewerkers

Bepaald niet alle ministers in ballingschap mochten zich verheugen in een goede relatie met de Koningin. Integendeel, voor de meerderheid van ‘het stel’ (zoals ze de ministers wel aanduidde) kon ze weinig waardering opbrengen. Bovendien kon het maar zo zijn dat bepaalde ministers, medewerkers en anderen die ze eerst waardeerde later in ongenade vielen. Een bekend voorbeeld daarvan is premier Gerbrandy met wie de aanvankelijk zo goede verhouding in de loop van de oorlog aanmerkelijk bekoelde.

Iemand met wie de verhoudingen altijd uitstekend bleven, ondanks de kritiek die hem doorlopend ten deel viel, was haar secretaris, vertrouwenspersoon en hoofd van de centrale inlichtingendienst, François van ’t Sant. Ook met Prins Bernhard bleef in die Londense jaren de verhouding goed. Minister-president De Geer kon bij haar echter geen goed doen. Ze vond hem defaitistisch, en slap. Vooral zijn tegemoetkomende houding jegens Duitsland – hij wilde door onderhandelingen met de Duitsers de zaken regelen. Wilhelmina stelde alles in het werk om van De Geer af te komen.

In februari 1941 had ze succes: de minister keerde terug naar Nederland. Gerbrandy volgde hem op in Londen. Vergelijkbaar met De Geer vond de Koningin de minister van Koloniën in het Londense kabinet, C. Welter, een defaitist. Hij werd opgevolgd door H.J. van Mook, die als ambtenaar de nodige ervaring met Indische zaken had opgedaan. Hij kreeg de titel Plaatsvervangend Gouverneur-Generaal (plv. voor G.G. Tjarda van Starkenborgh Stachouwer die als gevangene in Japan verbleef).

Een vernieuwd Nederland

De Geer en de meeste andere ministers die meegekomen waren naar Londen waren volgens Wilhelmina politici van de oude stempel waar geen krachtig nieuw beleid van verwacht mocht worden. Ze stelde dan ook alles in het werk om die ‘oude garde’ aan de kant te schuiven en te vervangen door ‘frisse’ vernieuwingsgezinde mannen. Ze heeft zeker geprobeerd van de speciale situatie (regeren vanuit Londen) gebruik te maken om een soort oorlogskabinet te formeren waarbinnen haar eigen positie versterkt zou worden. Dat alles om ervoor te zorgen dat haar grote ideaal, namelijk het opbouwen (na de oorlog) van een vernieuwd Nederland gerealiseerd kon worden; een vernieuwd vaderland waar voor de oude partijschappen en hokjesgeest geen plaats meer zou zijn.

Engelandvaarders

Wat dat betreft waren de Engelandvaarders precies het type landgenoten dat in het nieuwe vaderland moest besturen: moedige kerels die er blijk van hadden gegeven te beschikken over de juiste mentaliteit en capaciteiten voor een leidende rol in het vernieuwde na-oorlogse Nederland. De Koningin verkeerde graag in hun gezelschap en liet zich door hen op de hoogte stellen over de situatie in Nederland.

Nederlands-Indië

Op 7 december 1941 werden de Verenigde Staten bij de Tweede Wereldoorlog betrokken door de aanval van Japan op Pearl Harbour. Nederlands-Indië was een belangrijk doelwit van de Japanse agressie in het Verre Oosten, alleen al vanwege de bodemschatten (olie!) waarover de kolonie beschikte. Maar Nederland was niet opgewassen tegen de Japanse oorlogsmachine. Op 27 februari ging een gecombineerde vloot van Nederlandse, Engelse en Amerikaanse oorlogsschepen ten onder in de slag in de Javazee. Op 7 maart begon de Japanse invasie op Java. Weldra was vrijwel geheel Nederlands-Indië bezet door Japan.

Toen Japan verslagen was in september 1945 en zich had overgegeven, betekende dat niet het einde van de oorlog, in die zin dat er nu een strijd ontstond met Indonesische nationalisten die naar onafhankelijkheid voor Indonesië (van Nederland) streefden. Daarbij kon Nederland niet rekenen op steun van de Amerikanen. Amerika voelde er niet voor koloniale regimes zoals het Nederlandse te steunen – ze had zichzelf immers ooit eens bevrijd van een koloniaal bewind. Het was duidelijk dat Nederland in zou moeten stemmen met (een vorm van meer) onafhankelijkheid van Nederlands-Indië. Dat inzicht kwam al naar voren in de befaamde 7-december rede uitgesproken door Wilhelmina vanuit Londen in 1942. In die rede is sprake van herziene verhoudingen van het moederland tot de overzeese gebiedsdelen. De verhoudingen werden inderdaad grondig herzien: uiteindelijk kwam er een onafhankelijke staat Indonesië. (Eind december 1949 vond de soevereiniteitsoverdracht plaats.)

De toekomst van Nederland

De Koningin had dus een uitgesproken mening over de toekomst van Nederland na de bevrijding: het vaderland diende een vernieuwde natie-staat te zijn waarin geen plaats was voor de oude hokjesgeest en partijschap. De oude garde van de politieke leiders moest wat haar betreft niet weer aan de macht komen.

Maar het kabinet onder leiding van Gerbandy was ook druk bezig met de toekomst van Nederland; ze werkten aan een terugkeerwetgeving. Dit moest natuurlijk wel leiden tot conflicten tussen Koningin en kabinet – in de Nederlandse constitutionele monarchie waren de ministers uiteindelijk verantwoordelijk (ook voor het handelen van de Koningin!). Gerbrandy en de zijnen kwamen hierbij als overwinnaars uit de strijd; Wilhelmina tekende de betreffende wetsvoorstellen.

Het is duidelijk dat er een kloof was ontstaan tussen Wilhelmina en haar ministers. Voor alle duidelijkheid: ook andere ministers die eerst het volle vertrouwen van de Koningin hadden genoten verloren dat later. Een typerend voorbeeld van die categorie was J. Burger die als Engelandvaarder juist op voorspraak van de Koningin in het Londens kabinet was opgenomen.

De bevrijding

Na de geallieerde inval in Normandië, in juni 44, leek het erop dat de bevrijding van Nederland niet lang meer op zich zou laten wachten. Zeker niet toen op 17 september operatie Market Garden begon. Maar het bleek ‘een brug te ver’ en Nederland ten noorden van de grote rivieren moest eerst nog een Hongerwinter doorstaan voor in het voorjaar van 1945 de verdere bevrijding van het land kon worden hervat. Wilhelmina stond natuurlijk te popelen om naar het vaderland terug te keren. 13 maart 45 was het dan eindelijk zover: de Koningin zette na bijna vijf jaar ballingschap weer voet op Nederlandse bodem.

De eerste jaren na de oorlog

Het eerste naoorlogse (nood-)kabinet stond onder leiding van de ministers Schermerhorn en Drees. Het trad aan in mei 45 en regeerde tot juli 1946. Van de door Wilhelmina zo vurig gewenste politieke en maatschappelijke vernieuwing kwam weinig terecht. Zo kwam het bijvoorbeeld niet tot vernieuwing van het staatsbestel.

De spanningen van de oorlog en alles wat daarmee samenhing hadden het welzijn van de Koningin natuurlijk geen goed gedaan. De ontwikkelingen na de oorlog zullen bepaald niet bijgedragen hebben aan verbetering. Ze was eigenlijk oververmoeid en nogal eens ziek. Zo leed ze langdurig aan bronchitis. Aan festiviteiten deed ze alleen bij uitzondering mee. Wel was ze present tijdens het bezoek van Winston Churchill aan Nederland van 8 tot 13 mei 1946. (Ze had grote bewondering voor de Engelse politicus.)

Geen politieke vernieuwing

Na de eerste Tweede Kamerverkiezingen, gehouden op 16 mei 1946, trad er een ander kabinet aan, met als premier de nieuwe katholieke voorman, L. Beel. Maar van vernieuwing was geen sprake. De ‘oude politiek’ werd in wezen weer hersteld. Wat dus wel veranderde was de situatie in Nederlands-Indië. Het dekolonisatieproces, inclusief twee oorlogen (Eerste en Tweede Politionele Actie), leidde ertoe dat er een onafhankelijke staat Indonesië ontstond, volledig los van Nederland.

Troonsafstand

In die eerste jaren na de oorlog had Wilhelmina vaak overwogen om af te treden als Koningin. In 1947 kreeg ze hartklachten. Ze besloot dat het genoeg was geweest: Juliana die in dat jaar al eens de taken voor haar had waargenomen, moest haar nu definitief vervangen.
Op 12 mei 1948 maakte Wilhelmina officieel via de radio bekend dat ze het voornemen had na een regeerperiode van 50 jaar afstand van de troon te doen. Nogmaals trad Juliana als regent op, tot 30 augustus 48. Op 4 september dat jaar tekende Wilhelmina, in het paleis op de Dam de acte van abdicatie (en verdween door een achterdeur van het paleis). Als titel koos ze voor ‘prinses’ (in plaats van het meer voor de hand liggende ‘Koningin-moeder’).

De laatste jaren

Wilhelmina leidde als prinses een teruggetrokken leven. Ze maakte nog eens weer een (vakantie-)reis naar Noorwegen, maar verder verbleef ze op paleis Het Loo. Ze hield zich bezig met schilderen en vooral ook met godsdienst. Ze wilde, volgens eigen woorden, ‘alle mensen brengen tot Jezus’. Na 1948 schreef Wilhelmina enige brochures. In 1959 verscheen haar bekende biografische boek Eenzaam maar niet alleen. In haar laatste brochure lezen we:

“Daarom moeten onze daden en woorden ingesteld zijn op ons geloofsleven. Wij moeten onze band met Christus en Zijn liefde in ons doen en laten tonen en leven uit de eenvoud van een Hem toegewijd hart. Het is onze roeping en taak ons tot het uiterste in te spannen om deze eenheid van geloof en leven te herstellen.”

Lees verder

© 2015 - 2024 Petervandenburg, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Twintigste eeuw: de eeuw van de Nederlandse koninginnenIn de 19de eeuw werd Nederland geregeerd door koningen. De 20ste eeuw echter was het heft in handen van koninginnen. Toe…
Juliana, koningin der Nederlanden van 1948-1980Juliana, dochter van koningin Wilhelmina en prins Hendrik, werd geboren in 1909. Ze was een zeer gewenst kind vooral toe…
Lijst: Koningen, koninginnen van Nederland, der NederlandenLijst: Koningen, koninginnen van Nederland, der NederlandenWillem, Emma, Wilhelmina, Juliana, Beatrix, Willem-Alexander ... Iedereen met enige kennis van de monarchie in Nederland…

De slag bij het TeutoburgerwoudDe slag bij het TeutoburgerwoudRuim tweeduizend jaar geleden vindt er in het Teutoburgerwoud (het huidige Duitsland) een slag plaats die vele soldaten…
Van fakkel tot sigaar. De geschiedenis van de sigaarHet roken van sigaren heeft altijd iets elegants en stijlvols gehad en heeft dit nog steeds. Ondanks - of misschien juis…
Bronnen en referenties
  • C. Fasseur, Wilhelimina, Krijgshaftig in een vormeloze jas (2001)
Petervandenburg (184 artikelen)
Laatste update: 31-10-2019
Rubriek: Kunst en Cultuur
Subrubriek: Geschiedenis
Bronnen en referenties: 1
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.