Koningin Wilhelmina - regeerperiode 1918-1940

Ook nadat er in 1918 een einde gekomen was aan de Eerst Wereldoorlog bleef Emma Wilhelmina’s voornaamste raadgever. Onder meer wat betreft de problemen die er ontstonden in het huwelijk van Wilhelmina en Hendrik. Maar er was meer aan de hand in die jaren van het interbellum. In economisch opzicht was er sprake van voor- en tegenspoed in die jaren na de Eerste Wereldoorlog. Het meest ingrijpend was de wereldcrisis die begon met het ineenstorten van de beurs in New York in de herfst van 1929. Daarnaast waren er ook in die tijd de nodige binnenlandse zaken die de aandacht van Wilhelmina vroegen. In mei 1940 begon voor Nederland de Tweede Wereldoorlog.

Inhoud


De problemen in het huwelijk van Koningin en Prins

Deze huwelijksperikelen kwamen mede voort uit verregaande karakterverschillen en de intellectuele en culturele kloof die er bestond tussen de Koningin en de Prins; een kloof die in de loop der jaren alleen maar groter werd. Sowieso was de goedhartige, goedgelovige Henrik totaal niet opgewassen tegen zijn dominante echtgenote; een echtgenoot die bovendien nogal eens slecht gehumeurd was.

Uiteindelijk leidden beiden hun eigen leven. Hendrik werd door zijn echtgenoot consequent buiten alle staatszaken gehouden. Zijn representatieve taken stelden, zeker in het begin van het huwelijk, ook niet veel voor en de Prins bracht veel tijd door op zijn landgoed Dobbin. Daar en ook op het Loo hield hij zich graag bezig met jacht en bosbouw. Toch gaf dat alles hem niet voldoende om handen en hij zocht ook vermaak in activiteiten die, zeker voor de echtgenoot van een regerend vorstin, minder wenselijk en bovendien vaak kostbaar waren. Een moeilijke situatie voor iemand die, zoals Hendrik, weinig vermogend was en financieel in wezen afhankelijk van zijn (uiterst zuinige) vrouw. Hendrik verkeerde dan ook nogal eens in financiële nood - nood die hij probeerde te lenigen met leningen van derden (die hij vervolgens vaak niet terugbetaalde…). Begin jaren '20 vereiste de financiële situatie waarin de Prins verkeerde een grondige sanering; een activiteit die de Koningin ruim 450.00 gulden kostte.

Vertrouwensman Van ’t Sant

In deze en later vergelijkbare situaties trad de Haagse hoofdcommissaris van politie Francois van ’t Sant op als vertrouwensman; hij wikkelde de financiële en andere zaken in verband met Prins Hendrik af voor de koningin. Bij de ‘andere zaken’ hoorden ook het afwikkelen van claims van vrouwen met wie de prins een relatie had (dan wel vrouwen die beweerden dat er een relatie was). Bovendien was de (van nature goedhartige en goedgelovige) prins door zijn betrokkenheid bij diverse affaires (op financieel gebied en met vrouwen) uiterst chantabel en daarmee vormde hij ook een risicofactor voor zijn vrouw de koningin en daarmee indirect ook voor het landsbelang.

Zoals gezegd; Hendrik verbleef graag op het Loo. Dat bond hem dan in ieder geval samen met zijn vrouw voor wie het Loo het favoriete paleis (in de praktijk vooral zomerverblijf) was. Ze genoot er geweldig van de natuur en beoefende er haar grote hobby: schilderen.

Voor en tegenspoed gedurende het interbellum

De eerste jaren na de Eerste Wereldoorlog verliepen in economisch opzicht gunstig. Minder gunstig waren de jaren 1921-1925. Na een korte opleving begon in de herfst van 1929, met de val van de beurskoersen in New York, de grote economische wereldcrisis, compleet met een hoge mate van werkeloosheid en sociale onrust. Deze situatie beïnvloedde ook de activiteiten van het hof. Het toch al sobere hofleven versoberde nog meer. Bezoeken van het koninklijk huis werden veelal crisis-werkbezoeken. En de maatschappelijke tegenstellingen, ook wat betreft ‘het Koninklijke vertoon’ en uitingen van republikeinse gezindheid, verscherpten zich. Toch kan gesteld worden dat in de tweede helft der jaren dertig het koningshuis zich in een grote mate van populariteit kon verheugen. Het was ook tijdens het interbellum, in 1923 om precies te zijn, dat het zilveren regeringsjubileum gevierd werd.

Binnenlandse politiek

Koningin Wilhelmina was uitstekend geïnformeerd over alles wat er in het land speelde - evenals over buitenlandse zaken. Ze had ook zo haar uitgesproken persoonlijke opvattingen over alles wat er speelde. Daarbij was ze vaak niet anders dan, met veel moeite en met veel takt (van de kant van de ministers) van die opvattingen af te brengen. Dat wil niet zeggen dat haar wil wet was. Uiteindelijke wist ze haar plaats binnen het bestel van de constitutionele monarchie zoals die zich sinds 1848 had ontwikkeld en waarbij de ministeriële verantwoordelijkheid en onschendbaarheid van de koning centrale elementen waren. De gang van zaken rond de vlootwet-crisis (1923) geeft een aardig beeld van de partijpolitieke constellatie en staatkundige gang van zaken in die periode.

De regering (met als centrale figuren de katholieke voorman Ruijs de Beerenbrouck en de AR-leider Colijn, die van 1923-1926 minister van financiën was) zocht in die jaren oplossing voor de financiële problemen vooral in bezuiniging op onderwijzers- en ambtenarensalarissen wat de regering er, zeker bij die groepen, bepaald niet populairder op maakte. Het enige departement wat niet hoefde te bezuinigen was Marine, vanwege een geplande versterking van de vloot in Nederlands-Indië. Velen keerden zich tegen die versterking, te meer omdat de grote mogendheden, inclusief Japan, overeengekomen waren de territoriale rechten binnen het gebied, inclusief die van Nederland, te garanderen. De Geer (CHU; minister van financiën tot augustus 1923) behoorde tot de tegenstanders van de vlootversterking en hij trad af. Hij werd opgevolgd door ‘sterke man’ Colijn. Deze was een voorstander van strenge bezuinigingen, behalve dan wat betreft de vloot in de Indische wateren.

De SDAP zette een grote handtekeningenactie (tegen versterking van de vloot en de politiek van Colijn in het algemeen) op poten. Dit alles bracht natuurlijk veel politiek tumult met zich mee. De Koningin was niet tegen de vlootwet. Zij vreesde vooral de nationale onrust en onderlinge tegenstellingen die dit alles teweeg brachten. Haar werd bij de pogingen een ander kabinet te formeren geadviseerd het ontslag van het kabinet te weigeren. Maar Wilhelmina verleende toch een formatieopdracht, en wel aan Ruijs en Colijn gezamenlijk. Dit viel echter niet in goede aarde bij de andere betrokkenen. En nu bleek dat Wilhelmina toch niet degene was die de uiteindelijke beslissingsbevoegdheid had - hoewel ze dat zelf vaak wel dacht. Wel had mede door haar optreden de kabinetsformatie lang geduurd. Al met al kan ook geconcludeerd worden dat de persoonlijke invloed op de samenstelling en het beleid van kabinetten minder groot was dan vaak gedacht wordt.

Crisis rond het gezantschap bij de Paus, 1925

De Vlootwet was een van de onderwerpen die Nederlandse politiek in de jaren '20 beheersten. Een ander belangrijk onderwerp in die jaren, in die zin dat het van invloed was op de (binnenlandse) politieke gang van zaken en voor de nodige onrust en onenigheid zorgde, was het geschil over het Nederlandse gezantschap bij de Paus. Het eerste christelijke kabinet onder leiding van H. Colijn ging van start in 1925. Het was geen lang leven beschoren. Naar aanleiding van de behandeling (november 1925) in de Tweede Kamer van de begroting voor Buitenlandse Zaken 1926 diende de SGP-fractie (met als voorman ds. Kersten) een amendement in dat als consequentie zou hebben dat het Nederlandse gezantschap bij de Paus zou moeten worden opgeheven. Dat viel vanzelfsprekend niet goed bij de katholieke ministers die deel uitmaakten van het kabinet. Toen met steun van de gehele oppositie en de CHU-fractie – de CHU maakte deel uit van de regering - het amendement werd aangenomen, betekende dat meteen het einde van het eerst kabinet Colijn.

Wereldcrisis

In de jaren '30 was vooral de wereldwijde economische crisis met in het verlengde daarvan het probleem van de werkloosheid dat het leven en daarmee de politiek beheerste. In 1929 keerde Colijn terug in de Kamer en werd antirevolutionair fractievoorzitter. In het begin leken de gevolgen van de crisis voor Nederland nog wel mee te vallen. Vooral na 1930 werd ook Nederland volop geconfronteerd met de negatieve gevolgen van de crisis. Grafieken uit die periode laten duidelijk de neerwaartse spiraal zien waarin (ook) de Nederlandse economie terechtgekomen was.

Het in 1933 aangetreden crisiskabinet onder leiding van Colijn probeerde met een uitgebreide crisiswetgeving met diverse bezuinigings- en steunmaatregelen (onder meer door grote openbare werken te laten uitvoeren) de problemen het hoofd te bieden. Pas in 1936 toen de regering tenslotte toch ook, net als elders in Europa, overging tot devaluatie van de nationale munt trad er enig verbetering op.

Veranderingen in Duitsland

Op 30 januari 1933 werd Adolf Hitler tot rijkskanselier benoemd. De vervolgens in maart 1934 georganiseerde verkiezingen leverden een overwinning op voor de nationaal-socialisten en daarmee een legitimatie voor de door Hitler en de zijnen beoogde politiek. Wat die politiek inhield werd duidelijk toen al spoedig de politieke tegenstanders van het naziregime massaal gevangen gezet en diverse antisemitische maatregelen afgekondigd werden. Wilhelmina verfoeide het naziregime en deed zich tijdens de oorlog kennen als een fel tegenstander en bestrijder van de Duitse agressie. Ze heeft zich, wat de bloei van het rechts extremisme betreft, ook ernstig zorgen gemaakt over de politieke ontwikkelingen in Nederland, waar de NSB bij de verkiezingen voor de provinciale staten in 1935 maar liefst acht procent van de stemmen verwierf.

Het was ook in die jaren dat de koningin te maken kreeg met persoonlijke tegenslagen: op 29 maart 1934 overleed haar moeder Emma en op 3 juli datzelfde jaar echtgenoot Hendrik. Er was ook positief nieuws te melden wat het familieleven van Wilhelmina en ook wat de voortgang der dynastie betreft: na vele vergeefse koppelpogingen was het eindelijk gelukt een ogenschijnlijk goed huwelijk voor Juliana te arrangeren: in januari 1937 trad zij in het huwelijk met de Duitse prins Bernard zur Lippe-Biesterfeld.

Tweede Wereldoorlog

De vrees van Wilhelmina voor het nazi-regime bleek gerechtvaardigd. Op 10 mei 1940 begon de grote Duitse aanval op West-Europa, waaronder Nederland. Het Nederlandse leger was geen partij voor de superieure Duitse Wehrmacht. Al op 14 mei capituleerde ons land. De Koningin en de regering vertrokken naar Engeland om van daaruit het verzet tegen de vijand voort te zetten en ook de rest van het wereldwijde Koninkrijk der Nederlanden te besturen. In 1941 vielen de Duitsers ook Rusland binnen, in het verre Oosten opende Japan de aanval op de westerse koloniën en werd ook Amerika bij de strijd betrokken; de wereldbrand was compleet.

Lees verder

© 2015 - 2024 Petervandenburg, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Twintigste eeuw: de eeuw van de Nederlandse koninginnenIn de 19de eeuw werd Nederland geregeerd door koningen. De 20ste eeuw echter was het heft in handen van koninginnen. Toe…
Quiz voor dementen over het Koningshuis en NederlandQuiz voor dementen over het Koningshuis en NederlandEen quiz voor mensen met dementie over ons Koningshuis en Nederland kan dezelfde vragen hebben als een vraag- en antwoor…
Koninginnedag wordt Koningsdag: de oorsprong van dit feestKoninginnedag wordt Koningsdag: de oorsprong van dit feestZonder dat iemand het vermoedde kwam er op 30 april 2012 een eind aan een jaarlijks terugkerend volksfeest, die dag werd…
Lijst: Koningen, koninginnen van Nederland, der NederlandenLijst: Koningen, koninginnen van Nederland, der NederlandenWillem, Emma, Wilhelmina, Juliana, Beatrix, Willem-Alexander ... Iedereen met enige kennis van de monarchie in Nederland…

Willem VI, prins van Oranje, koning der NederlandenWillem VI, prins van Oranje, koning der NederlandenDe gebeurtenissen aan het eind van de achttiende eeuw maakten een eind aan de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden…
Koninklijk bezoek en vaderlandse feestdagKoninklijk bezoek en vaderlandse feestdagElk jaar op of rond de verjaardag van de vorst viert Nederland Koningsdag en bezoekt de koning een plaats in het land. W…
Bronnen en referenties
  • C. Fasseur, Wilhelimina, Krijgshaftig in een vormeloze jas (2001)
  • L. de Jong. Het Koninkrijk der Nederlanden… deel 2
  • E. Rijpma, de ontwikkelingsgang der historie IIIA
Petervandenburg (184 artikelen)
Laatste update: 04-07-2020
Rubriek: Kunst en Cultuur
Subrubriek: Koningshuis
Bronnen en referenties: 3
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.