Familie Van Geuns - Oorlogsslachtoffers uit Ulrum

Al spoedig na het begin van de Duitse bezetting in 1940 werden de eerste anti-joodse maatregelen van kracht. Diverse geboden en verboden hadden ten doel de joden te isoleren en hen uit het openbare leven te verbannen. Sinds mei 1942 waren ze verplicht een gele davidster te dragen. In november van dat jaar werden de joden in Ulrum en Leens opgehaald en naar Westerbork gebracht. Nog dezelfde maand volgde deportatie naar de vernietigingskampen. Onder de miljoenen die daar omkwamen waren leden van Ulrumer familie Van Geuns. Slechts een van hen, die was ondergedoken, overleefde de holocaust. In november ‘42 woonden in Ulrum nog twee joden, een echtpaar: Lewi en Rachel van Geuns

Joden in Ulrum

In de tweede helft van de 18e eeuw vestigden zich joden in Ulrum en Leens. In Ulrum kwamen sindsdien joodse familienamen als Van Hessen, Gans, Gronsveld en Van Dam voor. En sinds de tweede helft van de 19e eeuw vooral: Van Geuns. Ze hoorden officieel bij de joodse gemeenschap in Winsum. In 1877 vormden de joden in Ulrum en Leens een gezamenlijke kille (een gemeenschap, vergelijkbaar met een kerkelijke gemeente). Het volgende jaar al verkreeg de kille het recht op de algemene begraafplaats in Leens een apart gedeelte te mogen gebruiken om de joden te begraven. (Het joodse deel is goed onderhouden. Daardoor en door de opvallende inrichting ook tegenwoordig nog heel duidelijk aanwezig.) In 1885 bouwde de kille in Leens een eigen synagoge aan wat nu de Julianastraat is, nr. 15. Het grootste aantal leden was er in 1889: 47. Het waren voornamelijk veehandelaren en slagers. Na plm. 1890 liep het aantal joden op het Noord-Groningse platteland sterk terug. Velen trokken naar de stad – daar was, in verband met de industrialisatie, meer werkgelegenheid. In Ulrum woonden in de dertiger jaren van de vorige eeuw nog maar twee joodse gezinnen, die beide Van Geuns heetten.

Familie Sander van Geuns

Sander van Geuns (geboren in Ulrum in 1880) was veekoopman en slager. Hij heeft op een aantal adressen in Ulrum gewoond, o.a. aan de Elensterweg, nu nr. 11. De slagerij was gevestigd aan de Noorderstraat (nu nr. 8, tegenover de winkel van Luth). Sander kocht het van zijn vader na diens overlijden in 1928. In 1932 stopte hij met de slagerij; hij bleef wel veehandelaar. Sander was gehuwd met Emietje Rosenbaum. Het echtpaar had twee kinderen; Levi Ephraim (Leo), geboren in 1912 en Hendrine (Hennie) geboren in 1914).

Met de gemeenteraadsverkiezingen in april 1923 werd Sander verkozen als raadslid. Hij bleef dat tot 1931. In 1933 kwam hij weer in de raad, als vervanger van de heer Louwes die in dat jaar lid van de Tweede Kamer werd. Sander was blijkbaar actief betrokken bij het sociale leven in Ulrum, want hij was er ook voorzitter van het gemengd koor. Op godsdienstig gebied was de familie ook nauw betrokken, maar dat natuurlijk bij de joodse gemeenschap, waarvan de synagoge dus in Leens stond.

Naar Groningen

In 1936 verhuisde de familie naar Groningen. Sander nam toen afscheid als lid van de Ulrumer gemeenteraad. In Groningen woonde de familie eerst aan de Reigertstraat. Uit het Digitaal monument van de Joodse gemeenschap in Nederland, blijkt dat Leo in die tijd aan het Kattendiep (nr. 31) een garagebedrijf/autohandel had, genaamd “Modern”. Later verhuisde S. van Geuns naar hetzelfde pand aan het Kattendiep. Sander heeft dan nog steeds een veehandel, waarvan de vestgingsplaats Ulrum blijft (tot 1942 als de bedrijven van Sander en Leo worden opgeheven). Leo vestigde zich in Amsterdam. Dat had ongetwijfeld te maken met zijn vrouw, Flora Achttienribbe, die uit Amsterdam kwam. Ook in de hoofdstad had Leo een garage. Leo en zijn vrouw zijn beiden in de oorlog weggevoerd en omgebracht in Auschwitz op 30 september 1942. De familie S. van Geuns was dus in 1936 naar Groningen verhuisd. Vandaar zijn Sander en Emietje in de oorlog weggevoerd. In maart 1943 zijn beiden op dezelfde dag omgebracht in Sobibor.

Eén overleeft
Dochter Hennie ging van Groningen naar Niekerk. In de oorlog was zij daar ondergedoken bij de familie De Boer, die een boerderij had aan de Zoutkamperweg (nr. 4). Na de oorlog vertelde J. de Boer tijdens een bijeenkomst in de openbare school in Ulrum desgevraagd waarom ze – met gevaar voor eigen leven – onderdak hadden geboden. Hij zei toen dat hij en zijn vrouw 's middags aan tafel het verzoek daartoe hadden besproken. Ze konden niet tot een beslissing komen, totdat ze na de maaltijd uit de Bijbel hadden gelezen. Daar lazen ze in Spreuken 24 het gedeelte (verzen 11-12) waarin staat dat degenen die ‘ter dood gegrepen zijn’ gered moeten worden. Voor het echtpaar gaf dat de doorslag: Hennie van Geuns kon bij hen terecht, en zo overleefde zij de oorlog.

Lewi en Rachel van Geuns

Sanders oudere broer Lewi van Geuns (geboren in Ulrum in 1874), ook wel Louis genoemd, was ook slager en veekoopman. Hij trouwde in 1906 met Rachel Cohen uit Eenrum. Volgens de gemeentelijke administratie woonde hij in Ulrum eerst aan de Schoolstraat A397 (tegenwoordig is dat de H. Scholtestraat) en vervolgens aan de Noorderstraat A 137 (later werd dat nr. 15-17). Daarna betrokken Lewi en Rachel het huis aan de Stationsweg A 152 (nu nr. 2). Het echtpaar had geen kinderen. Zij werden in november 1942 weggevoerd en omgebracht in een van de vernietigingskampen. D. Bakker (Elensterweg) woonde in 1942 als kind in het stationsgebouw. Hij kan zich nog goed herinneren dat de familie Van Geuns aan de Stationsweg woonde. Zijn moeder ging er zaterdags in de winter altijd heen met kooltjes vuur om de kachel aan te maken – blijkbaar hield de familie nauwgezet de sabbath... Hij ziet nog voor zich dat er op een dag (in november 1942) een bus arriveerde die het echtpaar wegvoerde. Het huis stond daarna leeg – er ging een NSB-er wonen. Na de oorlog, toen Lewi en Rachel niet terugkeerden, is het huis aan de Stationsweg eerst bewoond door hun nichtje Hennie van Geuns samen met het echtpaar De Boer.

In 1947 is de joodse gemeenschap Leens-Ulrum officieel opgeheven.

Meer familieleden

Sander en Lewi hadden nog twee broers, Emmanuël en Mozes. Emmanuël vertrok in 1899 naar Amerika. Mozes vertrok naar Indië, waar hij een bekend journalist werd. Er was ook een zuster: Kornelia (Kee). Kee trouwde met de Eenrumer veehandelaar Mozes Benninga. Het echtpaar woonde in Eenrum aan de Molenstraat. Kee overleed in 1939, haar man kwam om het leven in Auschwitz in november 1942.

Lees verder

© 2012 - 2024 Petervandenburg, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Doorgangskamp Westerbork, de transportenDoorgangskamp Westerbork, de transportenTijdens de Tweede Wereldoorlog deporteerden de nazi’s meer dan 107.000 Joden, Sinti en Roma vanuit Nederland naar kampen…
Concentratiekamp SobibórKamp Sobibór is een kamp dat niet gericht was op het te werk stellen van gevangenen, maar puur op het vernietigen van Jo…
Jules Schelvis, overlevende van zeven kampenJules Schelvis, overlevende van zeven kampenJules Schelvis (Amsterdam, 7 januari 1921 - 3 april 2016 Amstelveen) was een van de weinige overlevenden van vernietigin…
Concentratiekampen in de Tweede WereldoorlogConcentratiekampen in de Tweede WereldoorlogIn Hitler Duitsland was tijdens de Tweede Wereldoorlog geen plaats voor joden, zij moesten ‘uitgeroeid’ worden. Een plan…

WO II - 14. Amerika maakt zich klaar voor de strijdDe Tweede Wereldoorlog. Nu Amerika op twee fronten oorlog voert, tegen Japan en tegen Duitsland, hebben ze meer en meer…
Bronnen en referenties
  • Dit artikel is een nadere uitwerking van P. van den Burg, "Joden in De Marne", in: Bewoners van De Marne in de Tweede Wereldoorlog (Bedum, 2004)
  • Foto: http://www.gahetna.nl/collectie/afbeeldingen/fotocollectie/zoeken/q/zoekterm/jodenvervolging/q/commentaar/1
Reacties

Sybren, 20-03-2018
Mijn oma, Riekje van Geuns, was joods, en kwam uit Friesland/Groningen. Is zij familie? In het joodse archief, lees ik haar stamboom. Reactie infoteur, 21-03-2018
Beste Sybren,

Je schrijft: " In het joodse archief, lees ik haar stamboom."
Hoort achter die zin misschien nog een vervolg?
Kan het zijn dat die stamboom geen antwoord op je vraag geeft?

Met groet,
Peter

Trijnie van Spanning, 19-03-2017
Mijn moeder was bevriend met Hennie van Geuns. Ik weet dat zij de oorlog overleefde. Zij was ondergedoken bij Jan de Boer in Houwerzijl. Ik heb een mooie foto waar Hennie, mijn moeder en nog twee vriendinnen op staan. Mijn moeder, geboren in 1912, en de vriendinnen gingen op vakantie naar Schiermonnikoog. Hennie nam haar eigen pannetjes mee. Wanner, waar en hoe is Hennie overleden? Was zij getrouwd; zijn er nakomelingen? Reactie infoteur, 20-03-2017
Er volgt een mail met (enige) info.
Peter

Petervandenburg (184 artikelen)
Laatste update: 21-11-2019
Rubriek: Kunst en Cultuur
Subrubriek: Oorlog
Bronnen en referenties: 2
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.