Naamdagen in november, Allerheiligen, Allerzielen
Met Sint-Maarten begon vroeger de winter. Vuren werden gestookt om het veld te reinigen van boze geesten voor het volgende, groeizame voorjaar. Tot aan Driekoningen op 6 januari werden die vuren brandend gehouden. Fakkeloptochten werden gehouden om de zon te helpen bij het schijnen. Daaruit zijn de huidige kinderoptochten ontstaan. Kinderen lopen met fakkels en halen snoepjes op en spelen op een foekepot of rommelpot, terwijl ze Sint-Maartens liedjes zingen.
Allerheiligen 1 november
Omdat onder het bewind van keizer Diocletianus zoveel heiligen de marteldood stierven, dat er niet genoeg dagen bleken te zijn voor naamdagen, werden alle heiligen die de marteldood zijn gestorven, op één en dezelfde dag herdacht: 1 november. Later kwamen daar ook heiligen bij die om hun verdiensten heilig werden verklaard. De Rooms-katholieke kerk wilde de gelovigen wijzen op hun sterfelijkheid. Op sommige plaatsen werden Allerheiligenvuren gestookt. Allerheiligen is het einde van de zomer. Als de zon dan schijnt, wordt het een
Oudewijvenzomer genoemd.
Allerzielen 2 november
De zielen
Op Allerzielen gedenkt de Rooms-Katholieke kerk de overledenen. De zielen van de overledenen waren nog rond in het vagevuur en door de vele gebeden kunnen zij in de hemel komen. Nabestaanden leggen op deze dag bloemen op het graf van hun overledenen.
Halloween
Onze voorouders, de Germanen, eerden hun overledenen door offers te brengen. De overledenen spookten volgens hen rond in deze herfsttijd en hun honger werd gestild met offers. Het Amerikaanse feest
Halloween, waar kinderen langs de deuren gaan met maskers en spookachtige kleding, is hier waarschijnlijk een overblijfsel van.
Zoolgebak
Op Allerzielen worden ook in sommige streken broodjes uitgedeeld aan de armen. Er werden speciale broodjes voor gebakken, gevlochten broodjes (krakelingen) en het zogenaamde
zoolgebak (Arnhemse meisjes). Dit voor de voetzolen van de doden, die over het doornige pad naar de hemel lopen. Door de nevels van de herfst kan men de dolende zielen zien.
Sint-Hubertus 3 november
Priester
De legende van Hubertus zegt, dat hij in het bos een hert zag met een stralend kruis op zijn gewei. Het hert zei hem leerling te worden van Lambertus, bisschop van Maastricht. Hubertus werd opgeleid tot priester en volgde Lambertus na diens dood op. Hij bekeerde veel mensen in de Ardennen.
Patroon
Hubertus is de patroon van de jagers en de schutters. Er bestaan vele Hubertusgildes. Ook van de drenkelingen, en hij wordt aangeroepen bij hondsdolheid.
Sint-Leonardus 6 november
Nederig
Sint-Leonardus was een van de nederigste mensen die er waren. Hij wilde geen priester worden, geen bisschop. Hij wijdde zijn leven aan het helpen en genezen van mensen en scheen over geneeskrachtige gaven te beschikken.
Patroon
Hij wordt aangeroepen bij reumatiek en bij veeziekten.
Sint-Willebrord 7 november
Kerstenen in de Lage Landen
Willibrord was een vrome priester uit Northumberland (Verenigd Koninkrijk). Hij leefde in de zevende en achtste eeuw. Met een aantal broeders van zijn orde de Benedictijnen stak hij de Noordzee over om de Lage Landen te kerstenen. Hij bracht het christelijk geloof in Friesland, in West-Friesland, op Walcheren, en bekeerde menigeen tot het geloof. Hij kon wonderen verrichten, zoals het laten ontstaan van bronnen en het laten ontstaan van duinen om de mensen tegen de zee te beschermen.
Patroon
Hij is de patroonheilige van de bisdommen Utrecht en Haarlem. Omdat hij bronnen liet ontspringen is hij ook de patroon van de caféhouders. Hij is de patroon van dansers en wordt aangeroepen bij epilepsie.
In Echternach is hij overleden. Daar wordt nog heden ten dage de zogenaamde
springprocessie gehouden ter ere van hem. Lopend in de processie doet men drie stappen vooruit en twee stappen achteruit.
Sint-Maarten 11 november
Exorcist
Sint-Maarten werd geboren in Sabaria in Hongarije. Op zijn tiende liet hij zich dopen, ondanks tegenwerpingen van zijn ouders. Van zijn vijftiende tot zijn achttiende was hij in het leger. Daarna werd hij opgeleid tot exorcist. Hij kon de duivel herkennen in vele mensen en kon hem ook uitdrijven. Van hem gaat de legende dat hij een bedelaar tegenkwam, die het heel koud had. Hij had al zijn bezittingen al geschonken aan de armen en sneed toen met zijn zwaard zijn soldatenjas doormidden en schonk de helft aan de bedelaar. Volgens diezelfde legende verscheen Jezus later aan hem en vertelde Martinus dat Hij zelf de bedelaar was geweest, die Martinus op de proef wilde stellen.
Patroon
Vele kerken en vooral bronnen kregen de naam van Martinus. Hij is de patroonheilige van de bekeerde dronkaards, van de herders en van het vee. Net als met Sinterklaas werd er op Sint-Maartensavond gestrooid, bedoeld als brooduitdeling aan de armen.
Foekepotterij, foekepotterij,
geef me een centje, dan ga ik voorbij
Ik heb zo lang met de foekepot gelopen
en ik heb geen geld om brood te kopen
Sint-Cecilia 22 november
Romeins meisje
Cecilia was een jong, Romeins meisje dat leefde in de derde eeuw. Ze werd gedwongen te trouwen met een heidense, adellijke Romein. In haar huwelijksnacht wilde ze haar maagdelijkheid behouden en vertelde haar man dat ze een beschermengel had. Hij liet zich ook bekeren. Maar door de toen heersende christenvervolging werden zij beiden vermoord. Tijdens de moord zong Cecilia voor de Heer.
Patroon
Ze werd de patroonheilige van de muziek en vooral de kerkmuziek. Vele koren, orkesten en fanfares dragen haar naam.
Sint-Catharina 25 november
Koningsdochter
Catharina leefde in de vierde eeuw in Alexandrië. Ze was een koningsdochter en heel intelligent. Op haar vijftiende kende ze alle werken van Plato. Keizer Maximus liet Catharina martelen, maar ze liet zich niet uit het veld slaan. Toen Maximus op veldtocht was, bekeerde Catharina de keizerin tot het christelijke geloof. Eerst op een wiel in stukken getrokken, eindigde Catharina op het schavot.
Patroon
Catharina wordt als
noodhelper aangeroepen bij hoofdpijn, ademnood, barensweeën en spierpijnen. De noodhelpers waren veertien heiligen die zich bezig hielden met het helpen en genezen van zieken en gewonden. Ze is de patroonheilige van de wagenmakers, de molenaars en de pottenbakkers.
Advent
Bezinningstijd
De Rooms-Katholieke kerk laat de Advent beginnen op de zondag die het dichtst ligt bij Sint-Andreas (30 november). De Advent duurt ongeveer vier weken en is een bezinningstijd op de dingen die komen gaan: de geboorte van Jezus Christus. Katholieken hangen een Adventskrans in huis met vier kaarsen erin. Elke zondag van de Advent wordt één kaars meer aangestoken, opdat met kerstmis vier kaarsen branden. Dit gebruik stamt waarschijnlijk uit de Germaanse tijd. De Germanen gebruikten een wiel met licht (vuur) om de zon te helpen schijnen.
Adventkalender
Voor kinderen zijn er Adventskalenders te koop. Voor iedere dag van de Advent is er een deurtje, bijvoorbeeld in een kersthuis, dat geopend kan worden. Erachter staat dan iets geschreven of zit er een klein presentje.
Sint-Andreas 30 november
Apostel
Andreas was een van de apostelen. Zijn naam betekent: de dappere. Hij was een zachtmoedig persoon. Hij predikte het christelijk geloof in Rusland en is daarom de patroon van Rusland geworden. Hij is ook de patroonheilige van de vissers. Hij was de vissende apostel. Hij is gestorven aan een x-vormig kruis. Vandaar het Andreaskruis bij spoorwegovergangen.
Als het in november 's morgens broeit
weet dat de storm dan 's avonds loeit
Lees verder