Schilderkunst 17e eeuw: het zeegezicht
Schepen speelden in de Gouden Eeuw een belangrijke rol. Zeeschilders brachten schepen in beeld die met specerijen beladen terugkeerden uit de Oost. Op verzoek van de overheid werden schilderijen van historische zeeslagen vervaardigd, bedoeld om de wanden van stadhuizen te sieren. Andere zeeschilders vervaardigden schilderijen die stille waters of de kracht van een storm overtuigend in beeld brengen. Vader en zoon Van de Velde waren een soort oorlogscorrespondenten, want van dichtbij, soms aan boord van een fregat, brachten ze de heldhaftige strijd van de Hollandse Vloot gedetailleerd in beeld.
Het zeegezicht
Het zeegezicht is een genre dat, net als het landschap, al op het einde van de zestiende eeuw ontstond. De zeegezichten (zeestukken) die op het einde van de zestiende en aan het begin van de zeventiende door zeeschilders werden vervaardigd zijn grote decoratieve werken. Het zijn schilderijen van historische maritieme gebeurtenissen. De opdrachtgevers wilden in hun stadhuizen een tastbare herinnering aan een historische zeeslag.
Rond 1650 was Amsterdam voor zeeschilders van groot belang, want daar huisde de Amsterdamse Admiraliteit. Er waren voor zeeschilders interessante opdrachten te bemachtigen. Er ontstond, naast gewone zeegezichten, veel vraag naar schilderijen die de heldhaftige rol van de Hollandse marinevloot in de zeeoorlogen verbeeldden.
Hendrick Vroom, de eerste zeeschilder
De Haarlemse schilder Hendrick Vroom (1566-1640) was, zo staat vermeld in zijn biografie, min of meer toevallig tot zijn specialisme gekomen. Na een schipbreuk voor de kust van Portugal ternauwernood te hebben overleefd, besloot hij om het avontuur in beeld te brengen. Hij wist het schilderij voor veel geld te verkopen in Lissabon. Vervolgens besloot hij om zeeschilder te worden, want het zou in Holland, waars scheepvaart een grote rol speelde, waarschijnlijk een lucratief genre zijn. Het bleek een juiste beslissing. De schilder zat, terug in Holland, niet verlegen om opdrachten.
In 1599 vervaardigde hij een schilderij over, zo vermeldt een fraaie inscriptie in de originele lijst, de terugkeer van vier met specerijen beladen schepen uit de Oost. De terugkomst van de schepen, nog voor de oprichting van de VOC in 1602, was in die tijd een feestelijke, triomfantelijke gebeurtenis, gelet op de in de wind wapperende vlaggen, de door de saluutschoten veroorzaakte kruitdampen, en de tientallen bootjes die zijn uitgevaren om de vier schepen te verwelkomen. Op het eerste gezicht merkwaardig lijkt de aanwezigheid van een Venetiaanse gondel links op het schilderij. Waarschijnlijk is het een verwijzing naar het begin van de neergang van Venetië en de opmerkelijk snelle opkomst van Amsterdam. Een dergelijk schilderij, waarbij schepen het eigenlijke onderwerp vormen, wordt een
paradestuk genoemd.
Vroom vervaardigde in 1623 zijn grootste schilderij, 203 X 409 cm, over een historische gebeurtenis,
De aankomst van Frederik van de Palts en zijn gemalin Elisabeth Stuart te Vlissingen, 29 april 1613. Hun schip, de HMS Prince Royal, bevindt zich links van het midden. Het Oranjeschip, met aan boord prins Maurits en Frederik Hendrick, is midden vooraan te zien. De andere schepen, zowel Engelse als Hollandse zeilschepen, vuren begroetingsschoten af. Op het schilderij is in de verte de stad Vlissingen zichtbaar.
Cornelis van Wieringen
Hendrick Vroom schilderde, ongetwijfeld voor veel geld, ook schilderijen van historische zeeslagen. In 1621 verzocht de Admiraliteit in Amsterdam hem om een schilderij te vervaardigen over de zeeslag bij Gibraltar. De admiraliteit weigerde echter het door Vroom gevraagde enorme bedrag van 6000 gulden te betalen. De opdracht ging naar de zeeschilder Cornelis van Wieringen (1580-1633), een van zijn leerlingen. Hij schilderde in 1622
De zeeslag bij Gibraltar op 25 april 1607. Voor het schilderij ontving hij het in die tijd aanzienlijke bedrag van 2450 gulden. Het enorme schilderij, 490 cm breed, hangt nu in het Nederlands Scheepsvaartmuseum in Amsterdam.
Jan Porcellis
Behalve de reeds genoemde paradestukken, waarbij schepen het eigenlijke onderwerp vormen, zijn er ook veel zeestukken geschilderd waarbij het spel van water en wind centraal staat. De schepen spelen op deze schilderijen een ondergeschikte rol. De schilder Jan Porcellis (1584/87-1632) gaf vooral atmosferische aspecten weer, zoals de stilte van het water of de ruigheid van een storm, onderwerpen die hij vanaf zijn eigen boot had bestudeerd. Zijn overwegend 'grijzige' schilderijen, met zijn lage horizon en doorgaans overheerst door dramatische luchten, werden in de zeventiende eeuw 'stille watertjes'. 'Suyderseetjes' of 'strompges' genoemd. Het schilderij
Schipbreuk voor het strand (1631) is ongetwijfeld een 'stormpges', een overtuigende weergave van extreme weersomstandigheden.
Willem van de Velde de Oudere en Willem van de Velde de Jongere
Vader en zoon Van de Velde waren de meest gevraagde zeeschilders uit de tweede helft van de zeventiende eeuw. Ze legden, als ooggetuigen van de zeeslagen uit die tijd, de heldhaftige rol van de welhaast onoverwinnelijke Hollandse vloot vast. De trotse winnaars zagen hun overwinningen natuurlijk graag op schilderijen vastgelegd.
Willem van de Velde de Oudere (1611-1693) is vooral bekend geworden door zijn met inkt uitgevoerde pentekeningen op een geplamuurd doek of paneel. Het zijn vaak metersbrede tekeningen van zeeslagen. Op sommige tekeningen is zijn eigen sloepje zichtbaar. Nauwgezet tekende hij manoeuvres, tuigage en opbouw van de schepen. Hij zag veel zeeslagen van zeer nabij, niet zelden als een soort 'oorlogscorrespondent' aan boord van een van de Hollandse fregatten. Een van zijn tekeningen is
De zeeslag bij Livorno, 14 maart 1653 uit 1655.
Willem van de Velde de Jongere (1633-1707) werkte de tekeningen van zijn vader uit tot fraaie schilderijen. Bij hem geen zilvergrijze luchten zoals bij Porcellis (en bij de landschapsschilder Jan van Goyen), maar schilderijen met heldere kleuren en zee en schepen die baden in een zonnig licht. Van de Velde maakte overigens ook 'stille waters', schilderijen van Hollandse oorlogsschepen die niet bij gevechtshandelingen zijn betrokken. Zo schilderde hij
Schepen ten anker.
In 1672, het jaar dat de derde Engelse Zeeoorlog (1672-1674) begon, besloten vader en zoon Van de Velde om te vertrekken naar Engeland. Ze konden hun carrière daar voortzetten, want ze kregen spoedig naar aankomst in Engeland een aanstelling aan het Engelse hof. vanaf dat moment speelden Engelse schepen een hoofdrol in de door de beide schilders in beeld gebrachte zeeslagen. In 1686 keerde Willem van de Velde de Jongere terug naar Amsterdam, waar hij een schilderij met het beroemde schip de Gouden Leeuw schilderde (het voormalige vlaggenschip van Cornelius Tromp),
De Gouden Leeuw op het IJ voor Amsterdam. Op zijn grootste schilderij (197,5 X 316 cm) zijn het water de lucht en de schepen in heldere kleuren imposant in beeld gebracht.
Lees verder