Schilderij 20e eeuw: Les Démoiselles d'Avignon (Picasso)
Het schilderij Les Démoiselles d'Avignon, in 1907 geschilderd door Picasso, is nu een van de bekendste schilderijen in de westerse kunstgeschiedenis. Het schilderij toont de toeschouwer vijf sterk vervormde naakten. Is het een bordeelscène? De titel, bedacht door een vriend van Picasso, verwijst naar een bordeel in Barcelona. Het schilderij, dat niet enthousiast werd ontvangen, was lange tijd alleen bekend bij enkele vrienden van Picasso. In 1939 werd het schilderij verworven door het bekende Museum of Modern Art in New York.
De ideeën van de jonge Pablo Picasso over de schilderkunst
De in Barcelona geboren Pablo Picasso (1881-1973) ging op zijn negentiende voor het eerst naar Parijs. In 1904 vestigde hij zich definitief in Frankrijk. Parijs was in die tijd een stad met veel nieuwe ideeën over kunst. Poëzie was niet langer een ritmisch samengaan van waarneming en gevoel, maar een ademloze stroom van geluid, symbool en zinspeling, en de muziek van componisten was niet langer een kathedraal van symfonisch geluid, maar een vloeiende, richtingloze rivier van geluid. Ook in de schilderkunst werd afgeweken van oude 'wetten', zoals in pittoreske landschappen geplaatste figuren, eenpuntsperspectief en natuurlijke kleuren.
De jonge Picasso, in zijn Parijse studeerkamer op de Rive Gauche, wilde de schilderkunst modern maken. Hij verwierp de historische, verhalende schilderijen, zoals de schilderijen van de Spaanse schilder Vélazquez uit de zeventiende eeuw, met een koning te paard die met een nonchalante greep om de teugels zijn rijdier zijn wil oplegde. Het schilderij was een voorstelling van zijn macht, want een prins die moeiteloos zijn paard aankon kon ongetwijfeld ook de staatszaken de baas. Picasso verzette zich tegen schilderijen die een voorstelling waren van de macht. Zijn schilderij
Jongen met paard (1905) toont de toeschouwer geen prins op het paard, maar een naakte jongen die, zonder teugel, een paard meevoert in een landschap dat niet pittoresk is, zoals toentertijd in de schilderkunst gebruikelijk was, maar kaal en onherbergzaam.
De jonge Picasso zette ook de aanval in op het oudste ideaal van de schilderkunst, de idee van perfectie, een perfectie die in de schilderkunst onder andere tot uiting werd gebracht in de proporties van het klassieke (vrouwelijke) naakt. Zijn schilderij
Les Demoiselles d'Avignon toont de toeschouwer mensen die grotendeels gereduceerd zijn tot geometrische ruiten en driehoeken. Picasso brak met dit schilderij radicaal met het toentertijd bestaande beeld van de mens in de kunst.
De voorstudies voor Les Demoiselles d'Avignon
Picasso was van plan om van Les Demoiselles d'Avignon een belangrijk schilderij te maken, een schilderij dat het klassieke schoonheidsideaal in de westerse kunst onder druk zou zetten. Dat is af te leiden uit het grote aantal voorstudies die door hem in 1906 en 1907 werden gemaakt. Veel tekeningen, die met zekerheid te beschouwen zijn als voorstudies, zijn opgenomen in vrij nauwkeurig te dateren schetsboeken. De voorstudies lijken het vermoeden te bevestigen dat het een bordeelscène betreft. Op enkele voorstudies worden naast vrouwelijke naakten ook twee geklede mannenfiguren getoond, een (volgens Picasso) zeeman en een student medicijnen. De student is afgebeeld met een boek in zijn hand. Op tekeningen waarop hij alleen wordt afgebeeld is hij te zien met een boek en een schedel. Op andere voorstudies waren (volgens Picasso) de vrouwen aan het eten. Dat verklaart waarom op het schilderij een fruitschaal is afgebeeld.
De titel van het schilderij
Picasso noemde het schilderij
Het bordeel van Avignon. In Barcelona was vlak bij het huis waar hij woonde de Avignonstraat, een straat met bordelen. Zijn vriend André Salmon was de bedenker van de titels
Le b.... philosophique (Het filosofisch b...) en
Les Demoiselles d'Avignon.
De droom, Rousseau (1910) /
Bron: Henri Rousseau, Wikimedia Commons (Publiek domein)De inspiratiebronnen van Picasso
Picasso is zeker beïnvloed door het werk van Henri Rousseau (1844-1910). De schilder Rousseau begon pas op middelbare leeftijd te schilderen, zonder enige opleiding. Zijn grote verbeeldingskracht leidde tot exotische voorstellingen van mysterieuze, soms dreigende oerwouden die met veel aandacht voor detail zijn uitgevoerd. Het lijken landschappen van het onderbewuste. In het atelier van Picasso bevonden zich diverse schilderijen van Rousseau.
Een andere bron van inspiratie waren Afrikaanse maskers en beelden uit Oceanië. Waarschijnlijk bevonden zich diverse maskers en beelden in zijn atelier, en heeft hij in 1907 het Etnografisch Museum in Parijs bezocht. Zijn kennismaking met de Afrikaanse kunst leidde tot een razendsnelle ontwikkeling. De twee figuren rechts op
Les Demoiselles d'Avignon werden opnieuw geschilderd.
De voorstelling
De toeschouwer wordt geconfronteerd met vijf hoekige, sterk vervormde naakten. De gedeeltelijk in stof gehulde vrouwen links strekken zich. De gordijnen die de vrouwen omgeven wekken de indruk dat het een toneelbeeld betreft. Op de voorgrond herkent de toeschouwer een driehoeksvorm, waarschijnlijk een tafel, met vervormd fruit. De drie hoekig weergegeven vrouwen links zijn betrekkelijk natuurgetrouw weergegeven. Het is niet goed te zien of de nadrukkelijk hoekig weergegeven zittende of hurkende vrouw rechts van voren of van achter is weergegeven. De gezichten van de twee vrouwen rechts doen denken aan Afrikaanse maskers.
Picasso is afgeweken van de wetten van het perspectief. Zo is de tafel weergegeven in een zeer schuine hoek, in een voor de rest frontaal weergegeven voorstelling. De vrouw uiterst rechts heeft een gezicht
en profil met een frontaal weergegeven oog. De twee vrouwen naast haar hebben een gezicht
en face met neuzen
en profil. Het lichaam van de wijdbeens zittende vrouw wordt tegelijk van voren, van achter en
en profil weergegeven.
De betekenis van de voorstelling
De voorstelling vertelt geen verhaal, want fysiek of psychologisch contact tussen de figuren ontbreekt. Zonder achtergrondinformatie kan niet worden vastgesteld wat mogelijk het thema is van de voorstelling. De op de schetsen voorkomende man met het boek en de schedel wordt wel gezien als een controleur voor geslachtsziekten. Wellicht is dat ook de reden dat de vrouwen links zich strekken. Het schilderij zou dan de dodelijke verleidingskracht van de prostituees laten zien: de prostituees als overbrengsters van syfilis, een ziekte die toentertijd veel slachtoffers maakte, en voorbeelden van de degeneratie van het Franse volk.
Vooral van de twee figuren rechts gaat iets dreigends uit. Een kunstcriticus heeft de twee figuren rechts, met hun gebeitelde, vervormde gezichten 'oorlogszuchtige teven' genoemd. De achterste vrouw heeft boven haar hondensnuit een cyclopisch oog. De wijdbeens zittende vrouw heeft een spottend pruilmondje. Ze kijkt de toeschouwer onverhoeds aan. Picasso heeft de figuren kennelijk ook als dreigend ervaren, want in 1937 noemde hij
Les Demoiselles d'Avignon 'zijn eerste exorcisme-schilderij'.
De ontvangst van Les Demoiselles d'Avignon
Het schilderij werd niet enthousiast ontvangen. Zijn kunsthandelaar Vollard wees het schilderij af. Henri Matisse zei tegen Picasso dat het schilderij hem het gevoel gaf dat hij benzine had geslikt. Anderen zeiden hem dat het schilderij niet af was. Hoe Picasso over het werk dacht is onbekend. Hij was wat dat betreft weinig mededeelzaam. Hij besloot om het schilderij afgewend tegen een wand in het atelier te zetten. Pas zeventien jaar later meldde zich een koper. In 1937 was het schilderij in het bezit van een kunsthandel. Het schilderij werd in 1939 verworven door het beroemde Museum of Modern Art, die de aanwinst in 1939 presenteerde op de tentoonstelling
Picasso, forty years of his art. Het schilderij is nu een van de topstukken van het museum.
Lees verder