Rijmwoorden A | Rijmwoorden E | Rijmwoorden I | Rijmwoorden O | Rijmwoorden U |
ake - akelaken | aken | aker - akkelakken | akken- akker | aks - aktact - al | al - alealen | ale - alen |
---|---|---|---|---|---|---|
debacle (ge)kakel(en) mirakel obstakel oprakel(en) orakel schakel(en) spektakel takel(en) toetakel(en) aken
bakenblaken braken daken diaken draken haken kaken knaken kraken laken maken raken schaken slaken smaken snaken spraken sprake staken terzake waken wrake wraken zaken bespraken bewaken geraken vermaken verspraken verzaken achterraken afmaken afraken afspraken dagtaken vasthaken vastmaken vastraken zwartmaken aanhaken aanmaken aanraken | aanspraken blaaskaken namaken openbaarmaken samenspraken waar maken ophef maken ter sprake wegmaken wegraken er tegen waken meemaken tegenmaken tegenspraken uiteenraken weerspraken ‘dik maken’ inhaken inmaken in zaken blij maken bijmaken v. de wijs raken vrijmaken vrijspraken wijsmaken loshaken losmaken losraken ontbraken ontstaken ontwaken opmaken opraken doormaken hoofdzaken oorzaken openmaken openraken overmaken schoonmaken voortmaken toespraken zoekmaken zoekraken thuisraken uitbraken uitmaken uitraken uitspraken | uitstaken vooruitmaken vooruitraken aker
afmakerbaker bewaker grappenmaker kraker lawaaimaker maker nachtbraker namaker raker schaker schoenmaker schoonmaker staker vaker verzaker waker zwartmaker akkel
fakkelhakkel (ge) kwakkel (ge) akken
bakkenhakken knakken kwakken lakken prakken slakken smakken snakken takken vakken vlakken wakken wrakken zakken zwakken bepakken beplakken gebakken gemakken verlakken verstrakken vervlakken verzwakken afpakken | afzakken halfbakken vastlakken vastpakken aanpakken aanplakken barakken slabakken beetpakken neersmakken dikzakken inhakken inpakken inplakken inzakken tijdvakken hobbezakken ongemakken oppakken opplakken schobbejakken oudbakken zoutzakken goedzakken luilakken uitpakken uitvlakken uitzakken akker
akkerbakker brak er makker plakker rakker stak er stakker strakker vlakker wakker zwakker aanpakker afzakker besprak er gejakker gladakker houthakker ontbrak er ontstak er speelmakker verlakker | achterbaks climax laks straks akt - act
abstractcompact contact contract didact exact in tact tact al
albal bral dal gal hal knal kwal lal mal pal schal smal stal tal val wal zal bestal beval gebal gebral geknal gelal geschal getal geval terugval verknal verval welgeval afval vazal varkensstal aantal aanval lagerwal (aan-) raaskal | samenval tranendal waterval beestenstal heelal meestal meeval sneeuwbal sneeuwval speelbal tegenval tweetal veelal veestal inval kristal lichtval diefstal drietal etc. niemendal nogal omval ongeval ontstal ontval opval tongval bovenal overal overval vooral voorval zoal koestal toeval duizendtal uitstal uitval bijval trompetgeschal vreugdegeschal ale - alen
balendalen dralen dwalen falen halen | kale kralen kwalen malen palen pralen schalen schrale smalen stalen stralen talen vale voile zalen behalen bemalen bepalen bestalen bestralen betalen terughalen verdwalen verhalen vermalen vertalen abnormale achterhalen afbetalen afdalen afdwalen afhalen afstralen annalen bacchanalen catastrofale kannibalen kardinalen klassikale kwartalen machinale magistrale massale maximale pastorale sandalen schandalen vandalen aanhalen aardstralen banale celebrale egale fenomenale generale geniale |
ale - alen | alend - aler | aler - alfalgen - alk | allen - almalmen | als - altalte | alve - am | amper - ameamen |
---|---|---|---|---|---|---|
leeghalen legale meermalen metalen nederdalen neerhalen speciale uiteenhalen zegepralen hinderpalen infernale inhalen instrumentale mijlpalen finale idealen illegale initialen liberale minimale signalen vitale collegiale kolossale loyale normale omhalen onthalen ontstalen ophalen pontificale royale zonnestralen doorhalen doorstralen globale groten getale horizontale joviale koralen lokalen monumentale moralen openhalen ovale overhalen professorale provinciale totale brutale muzikale neutrale toestralen thuishalen uithalen uitstralen | dalend dralend dwalend falend halend kalend malend pralend smalend stralend behalend behalend bepalend bestralend betalend herhalend verhalend vertalend verdwalend neerdalend neerhalend zegepralend aanhalend achterhalend afbetalend afdalend afdwalend afhalend afstralend inhalend aler
dwalerkaler praler schraler smaler betaler centraler verhaler vertaler verticaler abnormaler afhaler banaler catastrofaler fataler massaler radicaler egaler loyaler genialer specialer idealer | liberaler minimaler vitaler collegialer globaler horizontaler jovialer kolossaler loyaler monumentaler normaler ophaler royaler brutaler muzikaler neutraler alf
halfkalf zalf algen
algenbalgen galgen walgen alk
balkkalk schalk spalk valk zwalk allen
allenballen brallen hallen knallen kwallen lallen malle(n) schallen stallen tallen vallen wallen bevallen getallen gevallen terugvallen vergallen verknallen | versmallen vervallen afvallen vazallen aantallen aanvallen raaskallen samenvallen watervallen meevallen speelballen tegenvallen tweetallen etc. uiteenvallen invallen kristallen tientallen viertallen vijftallen zestallen etc. omvallen ongevallen ontvallen opvallen openvallen overvallen voorvallen bouwvallen bijvallen toevallen uitvallen uitstallen wegvallen welgevallen alm - almen
galmhalm kalm palm psalm talm walm zalm gegalm getalm handpalm inpalm strohalm uitgalm weergalm | als bals hals mals vals wals evenals waaghals zoals alt - alte
altbalt bralt halt(e) knalt lalt schalt stalt valt bevalt gebald gebrald gehalte geknald gestald gestalte vergalt verknalt vervalt afvalt asfalt aanvalt raaskalt samenvalt meevalt tegenvalt tweespalt omvalt ontvalt opvalt overvalt voorvalt bijvalt invalt terugvalt uitstalt uitvalt alve(n)
behalvehalve | zalven zekerheidshalve am
damgram ham kam klam kram kwam lam mam nam ram schram stam stram tam vlam zwam bekwam benam gezwam verlam vernam afnam Amsterdam tamtam hernam neerkwam telegram weerkwam weernam cryptogram inham innam uitkam uitnam uitkwam omkwam ontkwam ontnam ontvlam opkwam opnam boterham monogram overkwam overnam program voorkwam toekwam toenam | amber amper damper schamper stamper slampamper ame - amen
damekramen kwamen namen ramen samen schamen beamen bekwamen benamen beramen beschamen betamen reclame terugname tezamen vernamen afname(n) bedachtzame flans 't samen hangt samen langzame onachtzame spant samen valt samen vat ’t samen aangename(n) aankwamen aannamen ja en amen nakwamen spaarzame spraakzame veraangenamen waakzame examen erfgename(n) hernamen stelt 't samen strek samen tentamen opmerkzame werkzame zeldzame eenzame leerzame neerkwamen vereenzamen |
ame - amenamer | amer - ammeammer | amp - amptan | an - andant | and - ant | and - ant | and - ande(n) |
---|---|---|---|---|---|---|
vreedzame weerkwamen weernamen belichamen bindt samen ging samen hing samen infame inname(n) lichamen minzame hokt samen komt samen momentopname onbekwame ontkwamen ontnamen opname(n) volgzame zorgzame gehoorzamen(on) overkwamen overname(n) voorkwamen voorname voornamen behoedzame moeizame toename voedzame voegzame zelfgenoegzame deugdzame viel samen lijdzame zwijgzame buigzame uitkramen behulpzame duurzame verduurzamen amel(en)
schamelstamel verzamel amer
bekwamerberamer hamer kamer bedachtzamer(on) gelagkamer langzamer marskamer onachtzamer | aangenamer(on) raadzamer spraakzamer verdraagzamer waakzamer onherbergzamer opmerkzamer strekzamer werkkamer werkzamer zeldzamer eenzamer leerzamer vreedzamer deugdzamer infamer minzamer volgzamer zorgzamer gehoorzamer(on) voornamer behoedzamer moeizamer voedzamer voegzamer behulpzamer duldzamer duurzamer ziekenkamer buigzamer lijdzamer zwijgzamer amme(n)
dammengrammen hammen kammen krammen lamme rammen schrammen stammen tamme afstammen telegrammen verlammen boterhammen ontvlammen uitkammen ammer
Amsterdammergejammer jammer | klammer lammer nam er tammer amp(en)
dampkamp klamp kramp lamp ramp stamp vamp vastklamp verdamp ampt-amt
ambtdampt kampt klampt kramt ramt schramt stamt stampt vlamt zwamt afstamt vastklampt geramd geschramd gestampt gevlamd verdampt verlamd ontvlamt uitkamt an
bandan kan man plan span van bespan verban afkan en passant landman pendant aankan amant daarvan raadsman | samenspan satan zakenman ervan restaurant zegsman elan degoutant gerant meekan thé dansant divan inspan tiran wildeman boeman omspan ontspan roman snelkookpan stroman nu en dan zwijnepan and - ant
bandbant brand(t) hand kant klant krant kwant land mand pand plant rand schand' spant stand strand tand trant want zand beland bemand beplant bespant bestand gebrand gekant geland gestand gestrand gezant pedant verband verbant verbrand vermand | verpand verstand verwant verzand achterstand afgezant afstand ambulant arrogant charmant en passant frappant hangplant langzamerhand lanterfant markant passant pendant platteland recalcitrant trammelant vaste hand vasteland aanbeland aan(ge)brand(t) aan(ge)land aan(ge)plant aan(ge)rand amusant fabrikant faliekant flagrant galant garant Holland kikkerland naderhand navenant navrant ravissant schaduwkant trawant vacant vaderland variant waterland watertand exorbitant genant pestland rechterhand restant restaurant snelverband welstand westkant zelfkant eclatant elegant ledikant Nederland penetrant predikant | querulant recalcitrant spreektrant tegenstand weerskant weerstand dicht beplant dissonant dwingeland important imposant in de trant in stand interessant intrigant linkerhand middenstand misverstand stilstand briljant diamant dilettant iemand niemand pikant riant riskant simulant commandant compromittant contant constant exorbitant nonchalant ochtendkrant offerand omspant onderhand onderkant onderpand onthand ontmand ontspant opstand sollicitant stormenderhand zonnebrand beloofde land bovenkant loopband oIifant overkant overmand overspant proviand restaurant tolerant van hogerhand voortplant coulant courant toestand | bijdehand bijstand drijfzand eiland leiband vijand weiland buitenkant buitenland duinzand uit de band uit de brand mulle zand muzikant ande(n)
bandenbranden handen landen manden panden randen schande standen stranden tanden wanden belanden bemanden bespanden gebrande gelande gestrande reprimande verbanden verbranden vermanden verpanden verzanden aan(be)landde aangebrande aanranden afstanden watertanden Nederlanden weerstanden dwingelanden linkerhanden misverstanden rechterhanden toestanden eilanden vijanden weilanden offerande omspanden onderhanden |
anden - anderane(n) | ang | ange(n) - anger | angs - anje(r)agne - ank | anks- annenans - ance | anse - anselante(n) | anten - antsands |
---|---|---|---|---|---|---|
onderpanden ophanden opstanden overmanden voorhanden andel(en)
amandel(en)handel(en) levenswandel mishandel(en) onderhandel(en) verhandel(en) wandel(en) ander(s)
ander(s)brander elkander(s) schrander uitbrander(s) verander voorstander(s) waterlander(s) ane - anen
banenhanen kranen lanen manen spanen tanen tranen wanen zwanen aanmanen afgedane bananen karavanen weg banen welgedane glijbanen ijsbanen rijbanen onderdanen onvoldane organen orkanen spontane verdonkeremanen oceanen profane sopranen teloorgegane snoeshanen | tenietgedane humane vulkanen bang drang dwang gang hang lang pang! rang slang stang tang vang wrang zang bedwang behang belang bevang gedrang gehang gevang gezang verhang vervang afgang allang gedachtengang aan de gang aandrang aanhang aanvang naar gelang samenhang zwanenzang leergang ingang in zwang lofzang omgang omhang omvang ondergang ondervang ontvang opgang(zons) op gang ophang op stang opvang overgang solozang voortgang | zolang boemerang hoelang toegang pisang sukkelgang teruggang (voor)uitgang uithang urenlang angen(d)
bangengangen hangen(d) rangen slangen stangen slangen tangen vangen(d) wangen behangen belangen bevangen gehangen gevangen gezangen verhangen verlangen(d) vervangen(d) aanhangen(d) aanvangen(d) samenhangen(d) omhangen(d) omvangen(d) onbevangen ontvangen(d) ophangen opvangen(d) overgangen uithangen(d) anger
bangerhanger langer wranger zanger zwanger aanhanger behanger blikvanger ontvanger solozanger vervanger | voorganger langs wrangs (iets) onderhands tweedehands tweederangs angst
angstbangst ('t) langst ('t) ontvangst vangst wrangst ('t) anjer-agne
anjercampagne champagne franje kan je kanjer oranje Spanje verman je ank
bankblank dank drank flank frank jank mank plank rank slank sprank stank wanklank zandbank bedank gejank frisdrank ondank toonbank weerklank anken-ankt
bankenblanken danken dranken flanken janken klanken planken | ranken bedanken omranken samenklanken anks
blanks (iets)slanks (iets) ondanks ranks (iets) annen
bannenkannen mannen panne pannen plannen spannen bespannen gespannen verbannen zegsmannen raadsmannen samenspannen zakenmannen inspannen tirannen wildemannen omspannen ontspannen stromannen voorspannen onder de pannen overspannen potten en pannen kruiken en kannen ans-ance
chancedans Frans gans glans kans krans lans mans schans schrans thans trance gedans verschans | althans ambulance balans cadans wat mans samenflans stralenkrans essence renaissance dependance levenskrans seance tweedehands onderhands ongans nochtans rondedans zonneglans dodendans romans romance rozenkrans buitenkans schitterglans bijkans reidans diligence stimulans nuance surveillance usance ansel
aanhangselbehangsel kansel ransel uitspansel verkwansel ante(n)
kantenklanten kranten kwanten planten tante wanten afgezante(n) arrogante charmante frappante lanterfanten markante | passanten remplacanten aanplanten amusante fabrikanten galante navrante rare kwanten ravissante schaduwkanten trawanten varianten coulante genante pedante verwante(n) exorbitante restanten eclatante elegante penetrante querulante(n) recalcitrante(n) weerskanten dissonanten importante imposante interessante intrigante(n) briljanten diamanten dilettanten riante riskante pikante simulante(n) compromittante contanten exorbitante nonchalante sollicitante(n) tolerante voortplanten ants-ands
(iets): arrogants charmants frappants markants galants navrants ravissants |
ants - ap | ap - ape(n) | apen - apperapt | apt - ararde | are - aren | aren - arkarm | arm - armtars- art |
---|---|---|---|---|---|---|
(iets:) genants pedants verwants degoutants eclatants elegants penetrants tweedehands imposants importants interessants briljants pikants riants riskants compromittants exorbitants nonchalants ondershands touchants voorshands buiten(s)lands ab - ap
drabflap gap grap hap kap klap knap krab krap lap map nap pap rap sap schrap slab slap snap stap tap trap betrap gesnap getrap verklap verslap achterklap afstap aftap aftrap | ballingschap gramschap hartelap landschap manschap martelaarschap verwantschap aanpap aanstap haverklap gezelschap vennootschap weddenschap zeggenschap etappe gemeenschap heerschap heerserschap meesterschap smeerlap wetenschap zeemlap dichtklap ginnegap instap misstap vriendschap eigenschap uitflap zuiplap dronkenschap opknap opstap ontsnap overstap broederschap toehap toeklap voetstap ape-apen
apengapen japen kapen knapen rapen schapen schrapen slapen wapen bewapen geschapen geslagen vergapen | verslapen aangapen naäpen samenschrapen samenrapen esculapen herschapen rechtschapen wegkapen welgeschapen oprapen ontslapen ontwapen snotapen smulpapen uit(ge)slapen appel oogappel sappel trappek twistappel apper(en)
dapperkapper klapper(en) knapper rapper slapper schoenlapper wapperen apt
abtflapt gapt grapt. hapt kapt klapt knapt krabt lapt schrapt snapt stapt tapt trapt betrapt geflapt gegapt gehapt gekapt geklapt gekrabd gelapt geschrapt | gesnapt gestapt getapt getrapt verkapt verklapt verslapt vertrapt aanpapt afgapt afhapt afkapt afknapt aflapt afschrapt afstapt aftapt aftrapt weggapt wegstapt wegtrapt dichtklapt ginnegapt ontsnapt op(ge)knapt op(ge)stapt doorstapt doortrapt overlapt overstapt toehapt uitflapt uittrapt ar
barkar nar sar spar star war (in de) bizar harrewar(ge) ontwar verwar wirwar(gr) zegekar arde-arden
benardeflarden garde (oude) harde(n) sarde verharde | verwarde volhardde are-aren
barenblaren hare(n) jaren klaren mare nare paren rare scharen snaren sparen staren varen waren zware bedaren bevaren bewaren bezwaren gebaren gevaren terugvaren terug waren vergaren verjaren verklaren verzwaren barbaren gangbare half gare kristalklare lantaarn martelaren ontvlambare aanstaren aanvaren snaren onuitstaanbare ervaren exemplaren telbare(on) tembare(on) welvaren evenaren verbeterbare(on) wedervaren uitwisbare(on) vindbare(on) zichtbare(on) dierbaren pilaren gitaren | sigaren steunpilaren vrijwaren onervaren ontwaren opklaren wonderbare zondaren onverstoorbare openbaren toonbare(on) tovenaren toerekenbare(on) onvermoeibare voelbare(on) huwbare huzaren arend barend parend scharend sparend starend varend bedarend bevarend bewarend bezwarend gebarend vergarend verklarend verzwarend welvarend onrustbarend ontwarend opklarend opzienbarend schrikbarend voortvarend ark(en)-arkt
arkbark hark mark markt park varken villapark arm-arme
armdarm warm alarm | erbarm omarm slokdarm straatarm verarm verwarm armt
erbarmtgearmd omarmt verarmd verwarmd ars
barsdwars farce hars knars Mars mars snars wars art-ard
flardgard hard hart kwart part sart smart start tart zwart benard gehard gesard gestart getart verhard verstard verward apart glashard biljart miljard keihard spijkerhard ontward volhard |
arren - artelenarte(n)-assen | as - asten | ast-asteraven | aven-averazen |
---|---|---|---|
dwarrel(ge) scharrel(ge) arren
darrenkarren narren sarren harrewarren ontwarren verstarren verwarren artelen
dartelenkartelen martelen spartelen arte-arten
apartebiljarten getarte harten smarten starten tarten zwarte as-assen
asbas bras das gas glas gras jas kas klas kras las pas plas ras sas tas vlas was bekras gebas gebras gekras genas geplas gewas verbras vergas verkas verras | aanwas alras atlas en face en masse grapjas halfwas harnas karkas paljas paperas herlas terras vechtjas impasse wildebras wissewas grimas pias borstkas kompas oppas volwassen moeras poespas toewas looppas ast-asten
bastbrast gast kast krast kwast last mast past plast tast vast vlast wast belast betast gebrast gekrast gelast gepast geplast getast te gast verbrast vergast verkast verrast | alvast af(ge)tast af(ge)past af(ge)tast ballast fantast stamgast aan(ge)past aan(ge)tast(on) stavast bombast contrast hokvast onbelast ongepast ontlast onvast op(ge)krast op(ge)past op de tast rotsvast doortast overlast koelkast enthousiast toetast gymnast gymnasiast houvast steevast vuurvast aster
afrasteraster driemaster laster raster tast er vaster verbaster wast er ave-aven
bravedraven gave gaven graven have laven schaven slaven staven begaven begraven beschaven | gegraven gehavend teruggave(n) vergaven verslaven afgave afgraven afschaven handhaven ondergraven opdraven opgave(n) overgave aver(t)
braverdaver(t) draver haver klaver gaver gedaver(d) kadaver aze(n)
azenbazen blazen dazen dwazen fase frase (holle) glazen grazen hazen kazen lazen malen Pasen razen vazen geblazen genazen te grazen verbazen verdwazen extase vechtersbazen pieterbazen beunhazen oase lokazen op(ge)blazen uitblazen uitrazen |